Bij de inleiding van de masterclass over sociale netwerksites, door rector Henk Schmidt, ontstond een heuse flashmob. De scholieren uit 5-, en 6-vwo, voor wie de masterclass op 1 december was georganiseerd, begonnen elkaar op hetzelfde moment luidruchtig te bellen.
Een flashmob is een groep mensen die op hetzelfde moment op dezelfde plek samenkomt om iets ongebruikelijks te doen. Schmidt reageerde in eerste instantie geschokt op deze onbeleefdheid. Op het moment dat hij er iets van wilde zeggen, besefte hij dat het opzet was, en kon hij er om grinniken.
Foto: Ronald van den Heerik
Leerling organiseerde flashmob
De actie was een initiatief van Manfred Zielinski, die de masterclass mede organiseerde. Hij had via de speciale masterclasshyve scholieren opgeroepen om mee te doen. Michelle de Mol, leerling van de Goudse Scholengemeenschap Leo Vroman, was enthousiast, en organiseerde de flashmob met haar klasgenoten.
Web 2.0 is interactie
De middag bestond uit drie minicolleges en workshops over de mogelijkheden en effecten van sociale netwerksites, zoals hyves, Facebook en Twitter. Volgens filosofiepromovendus Robin van den Akker staat het huidige web 2.0 voor interactie. In vergelijking met de eerste fase, 1.0, zijn gebruikers van het web nu ‘prosumer’; een combinatie van producer en consumer. Dit betekent dat zij zowel filmpjes, teksten of foto’s produceren en uploaden, als consumeren.
Ontwikkeling gaat razendsnel
“Ik herken dit beeld bij mezelf”, knikt De Mol. “Het is grappig om het verschil tussen mijn generatie en ouderen te zien, want die weten minder van de mogelijkheden van internet. Aan de andere kant loop ik weer achter op mijn nichtje, want die had al een hyves-account, voordat ze geboren was.”
Elkaar vertrouwen
In het tweede college ging hoogleraar ICT en sociale verandering aan de EUR, Valerie Frissen, in op de gevolgen van alles delen op internet. Volgens haar hebben gebruikers van web 2.0 fundamenteel vertrouwen in elkaar, en daarom stellen zij zich transparant op. “Denk er echter wel goed bij na welke informatie je op internet plaatst, want het blijft voor altijd bewaard!”, waarschuwt Frissen. LJ
