Er wordt veel verwacht van automatisering in de zorg, maar zelden wordt voldaan aan die verwachting. Dit komt doordat de systemen niet goed aansluiten bij de manier van werken van zorgprofessionals.
Dat stelt Zahra Niazkhani in haar proefschrift ‘Integratie van klinische workflow en informatiesystemen: niet meer wachten op Godot’. In het proefschrift staat de vraag centraal hoe klinische workflow en informatiesystemen geïntegreerd kunnen worden. Klinische workflow ziet zij als een reeks van taken en activiteiten waardoor patiëntenzorg op de rails wordt gehouden. Het bestuderen van de workflow is relevant voor elk te ontwikkelen en implementeren informatiesysteem.
Workflow complex
Haar onderzoek ging specifiek over de integratie van klinische workflow en elektronisch voorschrijven van medicatie in een ziekenhuis. Uit het onderzoek blijkt dat klinische workflow enorm complex is. Workflow wordt vormgegeven door vele actoren: zorgprofessionals, beroepsgroepen, organisatie van de zorg en de klinische context laten alle daarin een spoor achter. In het ontwikkelen en implementeren van informatiesystemen moet met al deze facetten rekening gehouden worden. Daarom is het belangrijk inzicht te hebben in de gebruikscontext en bij elke implementatie goed te evalueren.
Weinig kijk op patiëntenzorg
Daarnaast zijn de mensen die verantwoordelijk zijn voor de implementatie van ICT in de zorg te vaak teveel gericht op het werk van individuen (en meestal artsen) en te weinig kijk hebben op het feit dat patiëntenzorg de inspanning is van professionals die met elkaar samenwerken. Juist door te kijken hoe samenwerking in de praktijk gebeurt (de ‘collaborative workflow’) zorgt ervoor dat informatietechnologie aansluit bij wat professionals doen en willen.
Als bij het ontwikkelen en implementeren van informatiesystemen daadwerkelijk rekening wordt gehouden met taken en activiteiten van zorgprofessionals die zij gezamenlijk uitvoeren, wordt automatisering in de zorg realiteit.
Niazkhani promoveert op woensdag 2 december 2009 aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.