Een ludieke race met kinderwagens moest Tweede Kamerleden gisteren laten inzien hoe lastig het is te studeren met kinderen. De parlementariërs begrepen het al snel, maar zijn diep verdeeld over de steun aan studerende ouders.
Vergoed de kosten van de kinderopvang, bepleitte de Socialistische Partij. Er zijn maar vijf- of zesduizend studenten met kinderen. Zo duur is dat toch ook weer niet, zei Sadet Karabulut. Zou de PvdA haar willen steunen?
Sinterklaas niet
“Wij zijn Sinterklaas niet”, zei Samira Bouchibti van de Partij van de Arbeid. “Ik ga niet stoer doen met geld dat ik niet heb.” Wat een vinnige repliek van de SP opleverde: “Het is een investering. Wat is daar nu Sinterklaas-spelen aan?”
Ook over de rol van de overheid liepen de meningen in de Kamer sterk uiteen. Moeten universiteiten en hogescholen gedwongen worden om iets voor studerende moeders te doen? Moet het recht op een kinderdagverblijfvriendelijk lesrooster of een geschikte kolfruimte wettelijk worden vastgelegd?
Maar de VVD vond het onzin om weer een nieuwe doelgroep in de wet te zetten. “Ik geloof niet dat zoiets werkt”, zei kamerlid Brigitte van den Burg. Natuurlijk moesten de moeders enige steun krijgen, maar zij wilde dat vooral aan de instellingen overlaten en de overheid erbuiten laten.
Doodmoe
“Het is een gekibbel van jewelste”, verzuchtte Ineke van Gent van GroenLinks. “Ik word hier zo doodmoe van. Op deze manier hoeven dit soort overleggen van mij echt niet meer. Bezigheidstherapie, daarvoor ben ik niet in de Tweede Kamer gegaan.”
Zij doelde ook op de geringe vooruitgang in de emancipatie. Al jaren praten de parlementariërs erover, maar volgens de oppositie gebeurt er veel te weinig. Het kon haar niet bekoren dat de minister voor de zoveelste keer een brief over studerende moeders toezegde.
Plasterk vond haar te cynisch. “Dit is kleineren van wat er gebeurt. Ik heb het steunpunt Studerende Moeders subsidie gegeven. Ik heb Annemieke de Jong van het steunpunt gevraagd of ze een plan wil maken. Vandaag hebben we dat gekregen. Nog voor de kerst zal ik daarop reageren. Ik vind werkelijk dat we doen wat we kunnen.” HOP
