Officieel verloopt de benoeming van hoogleraren o zo transparant en eerlijk. In de praktijk blijkt de benoemingsprocedure echter, nog steeds, zo rot als een mispel. Vrouwen krijgen maar mondjesmaat de kans om alles uit hun wetenschappelijke carrière te halen op de Nederlandse universiteiten. Dit bewijst nieuw onderzoek van de Radboud Universiteit (RU).

In weekblad Vrij Nederland vertelt Marieke van den Brink over haar onderzoek naar de benoemingsprocedure van hoogleraren in Nederland, waarmee ze in april zal promoveren aan de RU. Ze onderzocht duizend sollicitatiedossiers van universiteiten in Nederland. Een van de conclusies: het lijkt transparant, objectief en ‘genderneutraal’, maar dat is het niet.

Van den Brink in VN: “Ik was verbaasd hoe openlijk de commissieleden mij vertelden hoe het eraan toeging bij de benoemingen. Hoe ze bijvoorbeeld onder elkaar vrouwelijke kandidaten bespraken: zou zij het wel aankunnen, die heeft net haar derde kind gekregen. Terwijl die mannen zelf ook een gezin hebben!”

Selectiecommissies moeten eigenlijk een vrouw bevatten, maar hebben dat al te vaak niet. Ook wordt het aandeel vrouwen te rooskleurig voorgesteld. Het gaat vaak om ‘kleine aanstellingen’ van bijvoorbeeld 0,2 fte.

Meestal gaat een benoeming genderneutraal, volgens de universitaire bestuurders althans, maar toen Van den Brink bij haar onderzoek vroeg naar ‘de laatste keer’ dat commissieleden een hoogleraar benoemden, leverde dat pijnlijke onthullingen op: “De laatste keer, bleek telkens weer, was het net anders gegaan dan het eigenlijk officieel zou horen. Dat hadden ze even kort geregeld onder elkaar of via de decaan. Ik realiseerde me dat de officiële procedure alleen op papier bestaat.”

Landelijk is in Nederland 9,4 procent van de hoogleraren vrouw. Daarmee staan we onderaan in Europa. Koploper Roemenië heeft bijna 30 procent vrouwelijke hoogleraren. De Erasmus Universiteit heeft een percentage van 5 procent vrouwelijke hoogleraren (Rapport Diversiteitbeleid, juni 2008).

Vrouwen in de wetenschap is deze week het hoofdartikel in Vrij Nederland. DR

Foto: Michelle Muus