Daan Rutten (1981) is wetenschapsredacteur bij Erasmus Magazine. Zijn observaties en gedachten bij de consumptie van lezingen, dissertaties en publicaties, en het leven op de campus van de Erasmus Universiteit, noteert hij elke vrijdag op dit blog. |
De 10.000-uur regel
24 februari ’09
Wat al die boeken over succes (in leiderschap, management of fitness) ook beweren: neem het met een korreltje zout. Behalve dan geestige boeken als ‘Uitblinkers’ van Malcolm Gladwell.
Kennis vergaren en wijs worden? Ach. Hoe worden we succesvol? Daar gaat het steeds vaker om op de universiteiten. Laten we er ook niet omheen draaien: liefst natuurlijk met zo weinig mogelijk inspanning en binnen een zo kort mogelijk tijdbestek.
De zelfhulpindustrie voedt het verlangen. Een ‘MBA in één dag’ (van goeroe Ben Tiggelaar) maakt je vanuit een luie theaterstoel tot een topmanager. Zoals je volgens andere boekjes een wasbordje kan krijgen binnen twee weken. Stapels zelfhulpboeken liggen er in de boekenwinkels. Zelfs EUR-professor Willem Verbeke schreef er eentje getiteld Nieuwsgierig leiderschap.
Malcolm Gladwell
De clichés in die boeken zijn niet van de lucht. De scepsis van psycholoog Ad Bergsma (Erasmus Universiteit) gaat ook hier op: zelfhulpboeken zijn een soort peptalk. Het kan werken, maar echt wijzer word je er niet van.
Of zijn er goede uitzonderingen? Sinds kort heb ik zelf toch een plankje zelfhulpboeken in mijn boekenkast aangelegd. Nou ja, zelfhulpboeken, de schrijvers Alain de Botton (filosoof) en Malcolm Gladwell (wetenschapsjournalist voor The New Yorker) volgen het bekende stramien van het genre inderdaad: levenservaringen van lichtende persoonlijkheden (van bobo’s tot popmuzikanten) worden afgewisseld met wetenswaardigheden en carrièretips. Met het verschil dat de lectuur van De Botton en het net uitgebrachte Uitblinkers van Gladwell zodanig relativeren, dat je modus van succes najagen eventjes op elegante wijze wordt getackeld. Het werkt op de lachspieren en het lucht vaak heerlijk op.
De Botton in Statusangst bijvoorbeeld: wees wijs, laat je ambities voorgoed imploderen. Overigens is zijn portee in zijn nieuwste titel duidelijk genuanceerder: Een ode aan de arbeid. Niettemin staan wijsheid en geluk bij Botton vaak tegenover succes en de soms aanwezige ‘verschrikking’ die arbeid kan zijn.
Het sympathieke van Gladwell is dat zijn geestige zelfhulpboek ‘Uitblinkers’ het idee van succes op zich toejuicht. Stiekem probeert Gladwell zelfs een aanjager van succes te zijn. Maar daarvoor vindt hij het nodig om allereerst korte metten te maken met allerlei vastgeroeste clichés over succes, die de zelfhulpgoeroes keer op keer reproduceren. Want dat je als individu veel zeggenschap hebt over je prestaties is minder aannemelijk dan gedacht. En dat je binnen 8 uur veel verder kan raken is lariekoek.
Mozart, John Lennon, Paul Mc Cartney, Bill Gates en Bill Joy hebben misschien één ding wel meer gemeen dan de vage kwalificatie van genialiteit. Van de neuroloog Daniël Levitkin komt de stelling dat de groten der aarde allemaal tienduizend uur in hun expertise hebben gestoken. Gladwell laat aan de hand van de voorbeelden zien dat het heel aardig klopt. Er zit niets anders op: jarenlange galeiarbeid is nodig.
En je moet de kans krijgen om al die uren eraan te besteden. Daar spelen sociale verbanden een enorme rol bij. Het kan soms verrassend triviaal in elkaar zitten. Gladwell wijst op het Mattheuseffect – ‘wie heeft zal nog meer krijgen’- bij sporters en scholieren.
Wat blijkt? Topsporters zijn onevenredig vaak in het voorjaar geboren. Daardoor waren ze, op het moment van selectie voor het nieuwe seizoen, fysiek verder in hun ontwikkeling, werden daardoor in een hoger team geplaatst en kregen meer aandacht. Zo meritocratisch is de sportwereld dus niet. En op de basisschool werkt het precies zo. Gladwell noemt als gunstig alternatief om kinderen uit het voor- en najaar in verschillende groepen te plaatsen, zodat ze concurreren met gelijken. Want het effect werkt de rest van je leven door. “Het lijkt erop dat meevallers bij softwaremiljardairs, rockbands en topatleten geen uitzondering zijn, maar regel.”
Voor succes en genialiteit zul je de sociale en culturele omgeving moeten veranderen, zegt Gladwell. Waarom moest de briljante Chris Langan van de universiteit af omdat hij niet op tijd op de colleges kon komen, terwijl Robert Oppenheimer (de ontwikkelaar van de atoombom) op de universiteit mocht blijven, ondanks dat hij zijn begeleider probeerde te vergiftigen?
Uitblinkers van Malcolm Gladwell verscheen recent bij uitgeverij Contact. Alain de Botton’s Statusangst en Een ode aan de arbeid verschenen bij Atlas.