Voor een stampvolle Forumzaal gaf minister van Financiën Wouter Bos maandag 16 februari een gastcollege over de economische crisis. Niet alleen hebzuchtige bankiers zijn daar debet aan. ‘Gaat het niet eigenlijk over ons zelf? Als je ziet hoe hard mensen voor een half procentje meer naar een bank in IJsland hollen?’
Omgeven door een handvol fotografen, enkele tv-camera’s betreedt Wouter Bos de zaal. Een dag voor het Centraal Plan Bureau met dramatische cijfers over de vaderlandse economie zal komen, houdt hij een college over wat dan nog de actualiteit is. Crisis. What Crisis? luidt de titel, naar een nummer van Supertramp.
Moeiteloos schotelt de minister van Financiën zijn gehoor een betoog voor, waarin hij de economische crisis op drie niveaus behandelt – weliswaar als ‘een bokser in de ring die niet weet wanneer waarvandaan de volgende klap komt’.
Hebzucht
Op het niveau van de financiële sector, op ideologisch niveau – marktwerking, overheidsbemoeienis – en bovenal op het niveau van deugden, normen en waarden. Want waarom nemen bankiers risico’s? Willen wij immers niet allemaal meer? Heeft niet juist het gedrag van consumenten die voor een half procentje extra hun geld naar IJsland verhuizen, activistische pensioenfondsen en hedgefondsen tot deze crisis geleid? “De financiële crisis vertoont veel trekken van een morele crisis”, aldus de minister.
Nieuwe evenwichten zijn daarom nodig, betoogt Bos. Tussen rendement en risico; meer en genoeg; hebzucht en matiging. Zelfs het IMF concludeerde dat infectious greed heeft geleid tot de huidige problemen. Maar ondanks dat de brand nu in volle hevigheid woedt, moet behalve bluswerkzaamheden worden gedacht aan wat er moet veranderen als het vuur straks is gedoofd.
Hels karwei
Zo zal de vraag moeten worden beantwoord wanneer banken wel en wanneer niet te redden. Zijn banken niet too big to manage? Is de reddingsboei van de overheid een vrijbrief voor slecht gedrag? In dit kader opperde Bos dat wellicht naar een stelsel moet worden over gestapt met enerzijds public utility bank, waar spaarders veilig hun geld kunnen stallen en waarvoor de overheid garant blijft staan, en met anderzijds ‘onveilige, complexere en risicovollere banken’.
Ook zal de overheid meer eisen aan banken moeten stellen op tal gebieden, onder voorwaarde dat dit Europa-breed, liefst wereldwijd, gebeurt. Want dat Europa niet klaar is voor “Het redden van Fortis, waarbij slechts drie landen waren betrokken, was al een hels karwei. Ik ben blij dat er nog geen bank failliet is gegaan, waarbij vijftien lidstaten zijn betrokken.”
Matigen is het parool
De banken zelf zullen er ook een andere moraal op na moeten houden, vindt Bos. Wellicht zouden bankiers in de toekomst ook een eed moeten leggen, zoals artsen dat nu al doen; en een examen opdat zij hun eigen producten beter zullen kennen. En als banken overgaan op een beter risicomanagement, een ander beloningsbeleid en aan corporate government doen, zou dat de zaak ook geen kwaad doen.
De consument tenslotte kan ook wat doen, aldus minister Bos. Die zou zijn eisen wellicht wat kunnen matigen. GE