Rotterdam doet nog steeds te weinig om studenten in de stad te houden nadat zij zijn afgestudeerd. Dit vindt de Rotterdamse Jongerenraad, die op 26 november in poppodium Watt de ‘Agenda van de Jeugd’ presenteerde.
Een van de besproken onderwerpen is het tekort aan studenten- en starterswoningen in de Maasstad. De Jongerenraad vindt de initiatieven van de Rotterdamse gemeente niet toereikend om de stad aantrekkelijk te maken. Afgelopen twee jaar heeft de gemeente 700 starterswoningen bijgebouwd, maar niet in de binnenstad zoals was beloofd. En van startersleningen en kluswoningen is nog maar mondjesmaat gebruik gemaakt. “Wethouder Wonen en Ruimtelijke Ordening Hamit Karakus doet voorkomen alsof ze jongeren hiermee helpen, maar in feite is dit niet zo”, verklaart voorzitter van de Rotterdamse Jongerenraad (RJR) Sven de Langen. De actie ‘Topappartementen voor topstudenten’ doet hij af als symboolpolitiek, want dit zet geen zoden aan de dijk.
Als meer starters zich in het centrum zouden vestigen, wordt de stad levendiger en ’s avonds veiliger, omdat er meer mensen op straat zijn, meent De Langen. Om dit te realiseren, stelt de RJR voor om tweedejaars studenten automatisch in te schrijven bij Woonnet. Ook denkt zij dat een speciale ‘studentenfunda’ handig is om het aanbod te overzien. Ten derde kunnen leegstaande gebouwen in het centrum beschikbaar gesteld worden voor starters.
De Rotterdamse Jongerenraad (RJR) baseert zich op een enquête aan 280 jongeren en interviews met makelaars, medewerkers van dienst Stedenbouw, Wonen en Verkeer (dS+V) en Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam (OBR). Hieruit blijkt dat jongeren niet in het centrum van Rotterdam willen wonen, omdat ze onveiligheid ervaren, de kwaliteit van de woningen in twijfel trekken (ze missen vaak een berging of buitenruimte) en door het gebrekkige imago van Rotterdam als woonstad.
Als reactie nodigt Karakus de RJR van harte uit om aan te schuiven en mee te denken bij vergaderingen van dS+V OBR. LS