Naast haar werk bij de zelfopgerichte stichting An-Nahl wil Yasmine graag anderen laten zien dat een persoon geen buitengewone vaardigheden nodig heeft om de wereld positief te beïnvloeden. Ze geeft daarin zelf het voorbeeld. Op foto’s zie je nooit haar volledige gezicht, nergens en dus ook hier niet. De achtergrond daarvan is te vinden in haar geloof, maar ze hoopt ook dat de focus kan liggen bij de boodschap die ze wil meegeven: iedereen kan wat goeds betekenen voor een ander.
Je hebt je eigen stichting opgericht. Hoe is dat tot stand gekomen?
“Het was eerst een heel abstract idee van een aantal dames om verandering teweeg te brengen voor kansengelijkheid. Ik ben echt een doener. Op het moment dat er mensen zijn die hulp nodig hebben en ik een idee heb om die mensen te helpen, wil ik alles in mijn macht doen om dat te realiseren. Onze stichting zet zich in voor weeskinderen. We geloven heel erg dat de ontwikkeling van kinderen centraal moet staan in elk aspect van het leven. Wij bouwen speeltuinen bij weeshuizen. Speelplezier is superbelangrijk voor een kind, niet alleen voor de mentale gesteldheid van kinderen, maar ook voor de connecties die je legt tijdens het spelen en de associaties die het met buiten-zijn creëert. De onrechtvaardigheid die ik zag bij anderen door kansenongelijkheid raakte mij zo diep, dat ik verschil wilde maken.
“Ook zorgen we ervoor dat kinderen zorgeloos kunnen opgroeien door ze met middelen zoals kleding en schoolspullen te voorzien. Door kinderen een veilige, liefdevolle en stimulerende omgeving te geven tijdens het opgroeien, bestrijd je de kansenongelijkheid bij de kern van het probleem.”
Wat motiveert jou?
“Mijn motivatie zit echt in het feit dat ik geloof dat verandering bij het individu begint, daar ligt ook mijn kracht. Sinds jongs af aan loop ik tegen verschillende obstakels aan, bijvoorbeeld binnen het schoolsysteem. Op de basisschool kreeg ik onterecht mavo-advies. Daar zat ik niet op mijn plek. Op de middelbare heb ik elk jaar heel hard mijn best gedaan om naar een hoger schoolniveau te gaan. Van mavo ben ik naar havo gegaan en na mijn derde jaar havo ben ik in de vierde klas naar het vwo gegaan. Ik kreeg zo vaak een nee te horen, elke keer als ik dichter bij de eindstreep kwam dan voelde het alsof die weer verlegd werd. Op een moment dacht ik: waarom wacht ik eigenlijk op een goedkeuring van anderen? Ik ga gewoon die kans voor mijzelf creëren. Dit heeft ertoe geleid dat ik nu drie bachelors doe op de universiteit. Ik heb heel hard tegen systemen moeten vechten om te komen waar ik nu ben, om gezien te worden. Dat extra hard vechten wil ik helemaal van de kaart vegen.
“Ik weet nog heel goed dat iemand een grap tegen mij maakte toen ik bijna naar het vwo mocht. Hij zei: ‘Als je zo doorgaat, dan gaat het je ook nog lukken.’ Die grap had een negatieve connotatie, dat snapte ik niet, want het was juist positief dat ik het vwo ging halen. Toen heb ik besloten dat ik andere mensen wil bevorderen, in plaats van ze neer te halen.”
Wat is je het meest bijgebleven van je werk bij de stichting?
“Een zeventienjarige jongen vertelde mij dat hij bij de oversteek zijn naam op zijn buik had geschreven, zodat zijn ouders hem zouden kunnen identificeren voor het geval dat hij zou sneuvelen onderweg. Daarvan kreeg ik echt een brok in mijn keel. Aan het eind van de dag kwam hij naar mij toe en zei: ‘Ik heb in lange tijd niet zo veel plezier gehad, dankjewel.’ Die dag had ik met de stichting vluchtelingenjongeren de kans gegeven om te schaatsen. Om de koude winterperiode konden doorkomen, hadden we sjaals, mutsen en handschoen opgehaald voor de jongens. Voor mijn gevoel was het zo’n kleine handeling om met hem te schaatsen, maar hij heeft er zo veel geluk door ervaren. De manier waarop de mensen jouw hulp waarderen is zo’n mooi gevoel. Dat is echt priceless.”
Wat vind je van je nominatie?
“Toen ik werd gebeld over mijn nominatie dacht ik dat ze de verkeerde hadden gebeld. Ik ben super vereerd, maar het eerste wat er door mij heen ging was dat deze nominatie helemaal niet om mij draait. Het draait om het verhaal wat ik probeer mee te geven aan anderen: het vergt geen buitengewone talenten, maar oprechte toewijding om anderen te helpen.
“Ik wil graag onherkenbaar meedoen. Iedereen had namelijk genomineerd kunnen worden. We hebben allemaal de kracht om het goede te doen, of het nu de student van het jaar is of gewoon de buurvrouw om de hoek.”
Vertel ons iets wat niemand over je weet.
“Op de middelbare school wilde ik heel graag bij defensie. Maar doordat ik een hoofddoek ben gaan dragen, kon ik niet meer deelnemen aan dat traject. Hoewel ik een ander pad voor ogen had, heeft het mij gebracht waar ik nu ben. Ik doe nu drie studies en daar ben ik heel blij mee.”