Gwendolyn Koops-Geuze verhuisde in haar leven een paar keer op en neer tussen Canada en Nederland, haar ouders zijn allebei Nederlands, maar ze werd in Canada geboren. Ook tijdens haar jongvolwassenheid was ze daar, ze deed haar bachelor aan de University of the Fraser Valley nabij Vancouver en had haar eerste ‘echte’ baan in Canada bij de politie. Oftewel, haar vormende jaren waren aan de andere kant van de oceaan. “In Canada ben ik een vrouw geworden, de vrouw die ik nu ben. Diep van binnen voel ik mij ook een Canadian. In mijn beleving zijn Canadezen wat zachter en stoten ze mensen niet graag voor het hoofd terwijl Nederlanders wat nuchterder en recht voor hun raap zijn.”
Voor de master Crime en Criminal Justice aan de Universiteit Leiden maakte Koops-Geuze de oversteek naar Nederland. Ze somt de redenen op: “Ik had familie hier, de Nederlandse opleidingen zijn kwalitatief heel goed én ze zijn goedkoop. In Canada zou een master rond de 20.000 euro kosten, in Nederland een tiende, zo’n 2.000.” En dan was er ook nog een jongen met wie ze contact had. Inmiddels is ze alweer zo’n vijf jaar in Nederland. Die jongen is haar man geworden en met haar promotieonderzoek is ze ‘aan het begin van het eind’.
Leesgedrag:
Aantal boeken per jaar: Acht tot tien. “Voor mijn werk lees ik heel veel, waardoor ik niet altijd zin heb om te lezen. Daarbij vind ik het lastig om echt te genieten van fictie, vooral crime fiction lukt niet zonder te analyseren wat er niet klopt. Dat is helemaal niet leuk meer.”
Belangrijkste motivatie: “Boeken zijn perspectiefverruimend en verbredend. Ze dwingen je om op een andere manier naar het dagelijks leven te kijken.”
Laatst gelezen boek: Gang leader for a day (voor de tweede keer) van Sudhir Alladi Venkatesh.
Favoriete genre: “High fantasy of allegorie.”
Onderzoek met impact
Vorig jaar werd haar onderzoek naar de effecten van taakstraffen in het jeugdstrafrechtssysteem uitgebreid besproken in de media. Wat was er aan de hand? Tijdens corona nam de Tweede Kamer een wetsvoorstel aan dat geweld tegen hulpverleners niet langer bestraft mocht worden met een taakstraf; een gevangenisstraf zou passender zijn. Daarna was het de beurt aan de Eerste Kamer om te stemmen over het taakstrafverbod. Naar alle verwachting zou die instemmen.
Maar een dag voor de stemming publiceerde de Volkskrant een artikel over het onderzoek dat laat zien dat jongeren met een taakstraf minder vaak een nieuw misdrijf begaan dan vergelijkbare jongeren met een korte celstraf. Een flinke discussie laaide op over de effectiviteit van een taakstrafverbod. Waarop een dag later tegen verwachting 37 mensen in de Eerste Kamer tegen het verbod stemden en 35 voor. “Goed mogelijk dat de discussie ten minste een of twee mensen heeft beïnvloed om toch een andere kant op te stemmen. Hoe cool is dat?”
Eigen plan
In Canada deed Koops-Geuze vrijwilligerswerk voor een organisatie met kwetsbare jongeren. Daar zag ze hoe complex de situatie van kwetsbare en delinquente jongeren is en nam ze zich voor om zich voor hen in te zetten. Toen ze tijdens haar master in Leiden merkte dat de effectiviteit van taakstraffen bij door de kinderrechter veroordeelde jongeren nauwelijks onderzocht is sinds de invoering, ontstond het onderwerp van haar promotieonderzoek.
Ze was vastbesloten om de ervaringen van jongeren zelf te onderzoeken, om hun perspectief een stem te geven. “Ik had mijn eigen onderzoeksvoorstel geschreven en was daarop aangenomen bij de EUR, een uitgelezen kans. In de beginjaren van mijn promotie werd niet altijd gezien dat dit een noodzakelijk onderwerp was. Pas toen er in de media een discussie oplaaide over de uitkomsten van het eerste deel van mijn onderzoek kwam er meer bewustwording en wist ik dat ik het al die tijd juist had gezien; het doet ertoe om taakstraffen voor jongeren te onderzoeken.”
Eekhoorn, bevers en ganzen
“In de wetenschappelijk wereld is het niet altijd gebruikelijk om elkaar aan te vuren”, zegt Koops-Geuze voorzichtig. Terwijl elkaar aanmoedigen juist een van dé manieren is om een succesvolle organisatie te creëren, volgens het boek Gung Ho: how to motivate people in any organization. De schrijver, Ken Blanchard, heeft drie vuistregels om werknemers te inspireren. Met The spirit of the squirrel beschrijft hij het belang van zingeving en betekenis in je werk. The way of the beaver zegt hoe dat werk gedaan zou moeten worden. Met het laatste principe, The gift of the goose, laat Blanchard zien hoe ganzen veelvuldig gakken om elkaar aan te moedigen; zo zou men dat in organisaties ook (meer) moeten doen. “In de wetenschappelijke wereld mogen we elkaar best wat vaker aanmoedigen.”
Ze las het boek een paar jaar geleden. Vanuit Canada was ze op bezoek bij haar broer in Nederland die net Gung Ho had gelezen. Ze kregen een gesprek over organization behavioural science en haar broer probeerde zijn enthousiasme aan haar over te dragen. “Die Nederlandse bezoekjes waren altijd kort, we hadden maar even tijd om weer te connecten. Toen ik terugkwam in Canada lag het boek in mijn brievenbus. Ik was door het lezen niet alleen geïnspireerd, ik was ook dichterbij mijn broer ondanks de afstand.”
Gwendolyn Koops-Geuze promoveert aan de Erasmus School of Law. Haar promotieonderzoek gaat over de effecten en belevenis van taakstraffen in het Nederlandse jeugdstrafrechtsysteem. Ze studeerde Criminology & Criminal Justice aan University of the Fraser Valley en een master Crime and Criminal Justice aan de Universiteit Leiden. Sinds dit jaar is ze een van de faces of science van de KNAW, de eerste keer dat een onderzoeker van de Erasmus School of Law hiertoe is benoemd.