Want dat Qatar het WK organiseert maakt ongemakkelijk, merkt Meeuwsen. “De prijs is hoog voor de sport die eigenlijk wereldvrede moet brengen.” Bij het bouwen van de stadions vielen volgens een onderzoek van de Britse krant The Guardian 6.500 doden. Anderen werden ongeneeslijk ziek. Ook bij een stadion waar Nederland speelt overleed minstens een persoon, bleek uit onderzoek van NRC.
Wat moet je daar als fan mee? “Ik weiger dat kant en klaar voor journalisten te beantwoorden. Ieder mens heeft zelf een geweten, daarom wringt het nu juist zo.” Wat Meeuwsen, filosoof en oudtriatleet, wél kan doen? “Fundamentele vragen stellen, betrokkenen helpen reflecteren en daarmee nieuwe keuzes voorbereiden.”
Sandra Meeuwsen (1966) kwam midden jaren negentig als filosoof uit de collegebanken en vervolgens via het Nederlands Olympisch Comité in de sport terecht. Daar viel ze van de ene verbazing in de andere. Strijd, doping, corruptie, grensoverschrijdend gedrag. Ze startte in 2008 haar eigen adviesbureau en hielp sportbonden en gemeenten via onderzoek en advies aan sportbeleid. Na tien jaar promoveerde ze aan de Vrije Universiteit Brussel met een kritische analyse, waarin de keerzijde van de sport centraal stond. Daarna is ze gevraagd om ESPRIT op te zetten, wat juni dit jaar startte. Het Erasmus Center for Sport Integrity & Transition helpt bij integriteitskwesties en transities in de sport.
Het voelt alsof uw instituut meer dan ooit nodig is.
“We hebben een gigantisch momentum. De problematiek in de sport is heftig, het bestaansrecht van de topsport is in het geding. Wil de sport overleven, dan zal het grondig moeten veranderen. In turnen bijvoorbeeld dreigt de hele tak van sport omvergeduwd
te worden, vanwege de impact van grensoverschrijdend gedrag. Het besef neemt toe dat het niet af en toe een incidentje is, maar dat het een structureel karakter heeft. Wij gaan nog een stap verder en zeggen dat de integriteitscrisis in de sport een systemisch vraagstuk is.”
Waar komt dat momentum vandaan?
“Overal in onze maatschappij lopen we tegen de randen van maakbaarheid aan. In het onderwijs, in de politiek, de aarde zelf als het gaat om klimaat. Dat geldt voor sport ook, want dat is onderdeel van onze samenleving. Niet alleen de integriteitscrisis, maar ook de problemen die ijsbanen, zwembaden en stadions nu ondervinden om betaalbaar te blijven, zijn daar een illustratie van.”
Wat is dat systemische probleem in de sport?
“Allerlei onbewuste krachten hebben vrij spel en houden coaching, beleid en bestuur gevangen. De sport is een heel aantrekkelijk vehikel om je stad mee te verkopen, of een land een bepaalde reputatie te geven. In het begin heeft de sport dat ook omarmd. Maar je ziet in toenemende mate dat dit ook misbruikt wordt, waardoor je in ongemakkelijke situaties terecht komt. Nu staat het WK in Qatar volop in de belangstelling, eerder waren dat de Olympische Winterspelen in Sotsji, waar onze koning een biertje dronk met Poetin.”
Het lijkt me lastig om daar iets aan te doen.
“Tijdens de Covid-lockdowns dreigde het voetbal om te vallen, omdat de financiële vanzelfsprekendheid weg viel. Daardoor konden de clubs het voetbal niet meer op het niveau aanbieden en organiseren als we willen. Zo’n soort ruptuur heeft de sport nodig. En die dient zich aan, want de hele kapitalistische voet waarop onze economie rust staat ter discussie. We raken door onze fossiele brandstoffen heen. Dat werkt ook door in de sport. Je ziet in Nederland de ijsbanen en zwembaden omvallen. Stadions zijn ook grootverbruikers. Ten koste waarvan willen we dat in stand blijven houden? Of kan het ook duurzamer en
kleinschaliger, met meer menselijke maat?”
Is het WK in Qatar een dieptepunt in die kapitalistische ontwikkeling?
“Het is een héle grote waarschuwing. Dat prachtige spelletje is in handen gekomen van zeer dubieuze regimes. En dat komt doordat we hebben gezegd: sport komt op de markt, je mag het verkopen. En dan gaat het gewoon naar de hoogste bieder. Nu pas worden mensen wakker welke prijs dat heeft. Je moet dan je ogen sluiten voor mensenrechtenpraktijken, bijvoorbeeld.”
Dit is toch niet heel anders dan vroeger? In de jaren zeventig was het WK in Argentinië, toen een dictatuur. Ook daar was kritiek op, met protestacties als ‘Bloed aan de paal’.
“Bij Argentinië kwam de kritiek vooral uit linkse hoek. Nu zie je een breder maatschappelijk bewustzijn en ongemak ontstaan. Dat komt ook doordat de mensenrechten zo in het geding zijn.De prijs is te hoog voor iets wat eigenlijk wereldvrede zou moeten brengen. Zelfs de meest fervente voetballiefhebber moet zich daar ongemakkelijk bij voelen.
“Een ander verschil ten opzichte van Argentinië: in Qatar zie je dat de kritiek al tien jaar lang klinkt, eigenlijk sinds het WK toegewezen werd. Eerst ging de discussie vooral over de hitte en ging het veel minder over het kwalijke politieke regime en de repressie. In tien jaar zwol de kritiek aan.”
Qatar stopt er enorm veel geld in. Kijk bijvoorbeeld naar de acties om supporters gratis te laten komen als ze kritiekloos verslag doen op hun socials. Waarom doet Qatar dat?
“Qatar wil een grootmacht worden in het Midden-Oosten. Dat is het eigenlijk al met de fossiele voorraden, maar dat staat onder druk. Dus werkt het regime met man en macht aan het opbouwen van een positie en reputatie waardoor Qatar bij de grootste zeven industrielanden in de wereld hoort. Sport is daar een fantastisch uithangbord voor, want niemand is tegen sport.
“Het is een strategie die ze al langer volgen. Door wielrennen naar het land halen, paardrijden, atletiek. Dat hebben ze goed bedacht. Tegenwoordig heet dat sportswashing, in navolging op greenwashing en pinkwashing.”
Wat zou uw advies zijn aan de Nederlandse regering, die zegt een constructief-kritische dialoog te willen voeren en dat Qatar ‘te belangrijk’ is voor een boycot?
“Dit is een groot wereldwijd politiek spel met allerlei belangen, en ik kan niet op alle schaakborden kijken. Als ik het isoleer op sport en de rol die we sport hebben gegeven als smeerolie in de internationale samenwerking, dan heb ik ernstige twijfels bij de kans van slagen om in Qatar het verschil te maken. Je bent te goedgelovig als je denkt dat tijdens het WK het ultieme gesprek over mensenrechten plaatsvindt. Je kunt Qatar daar ook op aanspreken via de Verenigde Naties.”
Helpt boycotten?
“Boycots door teams is op dit moment geen punt van discussie meer, iedereen gaat. Regeringen kunnen nog goede keuzes maken, maar de Nederlandse regering zwalkt daarin. Eerst zouden ze niemand sturen, vervolgens een aantal regeringsvertegenwoordigers, en dan moest de koning er misschien toch wel bij zijn. Het komt opportunistisch over.
“Voor wat betreft de teams: die moeten over gaan op andere methoden. Ik wacht nog op een werkelijk verrassende geste vanuit het Nederlandse team.”
Kun je dat van spelers vragen? Zij hebben er niet voor gekozen dat het WK in Qatar is.
“Aan de ene kant hemelen we spelers op tot rolmodellen en godenzonen, maar als het erop aankomt zijn ze ineens alleen klapvee en moeten ze blij zijn dat ze een baantje hebben. Sporters zijn ook burgers met een mening. Kijk naar Colin Kaepernick, de American Football-speler met zijn Taking the knee-actie. Dat was een politiek gebaar van jewelste. Waarom zou dat in de voetballerij niet kunnen?”
Wat hoop je dat aanvoerder Virgil van Dijk gaat doen? Een T-shirt dragen met een boodschap, bijvoorbeeld?
“Waarom niet? Je kunt eeuwige roem verwerven als je nu iets doet. Kaepernick is zijn baan kwijt, maar hij heeft op een andere manier wel ongelooflijk veel voldoening gekregen. En uiteindelijk ook heel veel steun. Of de actie van Tommie Smith en John Carlos op de Olympische Spelen in Mexico in 1968, toen ze hun vuisten hieven tijdens de medailleceremonie. Dat is zó iconisch gebleken. De twee zijn van het evenement verwijderd, maar bij elke discussie over de kracht van een gebaar van sporters komen zij terug. We hebben zulke helden nodig om verandering aan te jagen.”
Kan zo’n WK niet juist een goede uitwerking hebben? In Argentinië zag je een gevolg van journalisten die kritisch verslag deed van het regime en bijvoorbeeld over de Dwaze Moeders schreef. Die moeders waren blij met die aandacht, bleek uit een reportage van Studio Sport.
“Hoe dan ook gaat dit WK impact hebben. We gaan zien hoe weinig verlicht en empathisch het regime is. Mensen gaan daar gearresteerd worden, en wij gaan daarop reageren als Westerse wereld. Die confrontatie gaat invloed hebben op de voetballerij, op internationale samenwerking. Ik kan alleen niet voorspellen hoe.”
Zijn er eigenlijk argumenten om wél te gaan kijken?
“Dialoog is een veelgehoord argument. Dat de wereld zou instorten als we niet in dialoog gaan tijdens een WK voetbal.” Meeuwsen begint hard te lachen.
Mensen die zeggen: je moet sport en politiek gescheiden houden. Zit daar wat in?
“Dat is een construct. Ooit bedacht bij het ontwerp van de moderne Olympische Spelen, eind 19e eeuw. Het was een soort deal tussen de grote politiek en de sportbestuurders: jullie mogen autonoom opereren met een eigen bestuursstructuur, als je je niet bemoeit met de reguliere politiek. De praktijk wijst uit dat het onhoudbaar is, want sport gaat al-tijd over politiek. Intern, hoe de macht verdeeld is. En extern, over met wie je in zee gaat.
“Als supporter of burger heb je echt wel invloed. Als iedereen níét zou kijken, dan is dat een statement van jewelste. Je ziet nu al dat door de kritiek sponsors minder happig zijn. Als er minder mensen kijken, wordt dat effect groter. En dat is een hele grote tegenkracht, want kijkcijfers en exposure voor sponsors zijn de pijlers onder het verdienmodel van het professionele voetbal.”
Dus als je puur rationeel kijkt, dan zou je moeten zeggen…
“Zelf ga ik niet kijken. In het begin zeker niet. Als ze in de finale komen, dan kom ik wel met mezelf in de knoei, want sport is mijn werk. Misschien dat ik dan alsnog…”