“Ik vind het wel mooi, dat koningshuis”, zegt Public Management-student Paul de Vries. Hij is bestuurslid bij de jongerenafdeling van het CDA in Rotterdam en verantwoordelijk voor alle politieke zaken.
“Maar weet je wel hoe ontzettend veel geld er naar de koning gaat?”, vraagt Thomas van der Voort, bestuurskundestudent en secretaris van de Jonge Socialisten Rijnmond. Hij googelt meteen hoeveel geld er per jaar precies aan het koningshuis wordt besteed. “Dat is wel voor die hele familie, he”, zegt De Vries. “Nee”, onderbreekt Van der Voort hem, “je moet het zo zien, dat is maar voor één familie.”
Boeren, klimaatplannen en basisbeurs
Als de groep compleet is maken ze zich klaar om de Troonrede te kijken, er worden wat verwachtingen besproken. Volgens filosofiestudent Thomas Kloos zullen een aantal dingen in ieder geval aan bod komen. “Tenzij ze Prinsjesdag heel preuts willen houden moet de koning het wel hebben over de boeren en de klimaatplannen. Maar ik hoop dat hij het ook over de basisbeurs zal hebben en dat de studenten niet weer vergeten worden.” Kloos is lid van ROOD, de oude jongerenvereniging van de SP.
“Ik ben voor het leenstelsel”, brengt JOVD-voorzitter Friso van Gruijthuijsen in, hij studeert Economie en Econometrie. “Studenten zullen later toch vaak veel beter betaalde banen krijgen.”
De andere drie zijn het niet met hem eens, maar koning Willem-Alexander begint bijna dus veel tijd om in discussie te gaan is er niet. “Ik hoop gewoon op een Troonrede die mensen een beetje hoop zal geven, niet dat ze een lijstje afgaan maar echt wat menselijks laten zien”, zegt CDJA’er De Vries. Van Gruijthuijsen is het met hem eens: “Het wordt een van de moeilijkste troonredes in jaren, ik hoop dat de koning kan laten zien dat hij echt weet wat er speelt.” Jonge Socialist Van der Voort wil vooral een langetermijnvisie horen. “Ze hebben veel geld, nu nog een werkend plan.”
Sportcommentator
Tijdens de toespraak van de koning maken de vier aantekeningen zodat ze achteraf commentaar kunnen geven. “Ik voel me een beetje zo’n sportcommentator die daarna de wedstrijd nog gaat nabespreken”, lacht Van Gruijthuijsen.
Als de koning is uitgesproken is Kloos de eerste die iets zegt: “Er wordt dus weer gewoon een lijstje afgevinkt.” Hij vindt dat er weinig diepgang in de Troonrede zat. De rest is het met hem eens. Toch worden er ook wat positieve punten genoemd: Van Gruijthuijsen vindt het fijn dat er aandacht is voor kleine ondernemers en Van der Voort is positief verrast door de opmerking over het terugnemen van de regie op de woningmarkt.
‘De student wordt vergeten’
Bij alle vier is één ding heel erg opgevallen. “De student wordt weer vergeten”, zegt Van der Voort. “Hij had het heel kort over de basisbeurs, maar ik heb niks gehoord over compensatie, en dit is niet de eerste keer dat we overgeslagen worden.”
Hoewel de meningen over het leenstelsel en het compenseren van studenten onderling verschillen, zijn ze het op dat punt in ieder geval met elkaar eens: de studenten krijgen weer te weinig aandacht in de politiek. “Hij geeft wel hoop aan bepaalde mensen, maar biedt de studenten bar weinig perspectief”, vult De Vries aan.
Afstand tot de politiek
Het ergert de vier heren, maar ze hebben ook duidelijke ideeën over wat de student hier zelf aan kan doen. “Studenten houden zich nog vrij weinig bezig met politiek, we zijn ook geen grote kiezersgroep. Een groot deel van de jongeren stemt niet eens, een deel mag dat natuurlijk ook nog niet”, zegt Van der Voort. De rest knikt instemmend, Van Gruijthuijsen gaat hierop door: “Terwijl er weinig plekken zijn waar je zoveel kan doen met je ambities en idealen. En dan spreek ik niet alleen voor de JOVD, maar voor alle jongerenpartijen.”
De Vries vindt het zelfs logisch dat jongeren vaak vergeten worden. “We kunnen allemaal wel wat vinden van de basisbeurs en het leenstelsel, maar als we het niet in praktijk brengen worden we inderdaad vergeten. Daarom ben ik ook lid geworden, als je iets wil veranderen, sluit dan ergens aan!”
“Ik snap wel waarom de drempel hoog is”, zegt Kloos. “Maar die afstand tot de politiek is eigenlijk een mythe. Die afstand is er nu wel, maar we moeten begrijpen dat wij als jongeren evenveel recht hebben om politiek te gaan spelen.” Na alle meningsverschillen zijn de vier studenten het ineens heel erg met elkaar eens.
Vooroordelen
Eigenlijk zijn ze allemaal om dezelfde redenen de politiek ingegaan. Ze willen Nederland verbeteren, maar het is ook een manier om er te kunnen zijn voor je medemens. Vooroordelen die ze van tevoren over elkaar hadden worden besproken en ontkracht.
Kloos: “ROOD is wel een van de weinige open antikapitalistische jongerenpartijen, maar we worden vaak weggezet als complotdenkers en dat is gewoon helemaal niet wie wij zijn.”
“En bij de JOVD merk ik heel erg dat iedereen gelooft in vrijheid en het beste uit jezelf halen, de sfeer die daar heerst is ontzettend fijn en open”, vult Van Gruijthuijsen aan. “Veel van onze leden zijn niet eens VVD-stemmers, het is echt heel divers.”
Dit is volgens De Vries ook zo bij het CDJA. “We vinden de rol van de maatschappij bijvoorbeeld heel belangrijk, maar er is een heel spectrum aan meningen en ideeën binnen onze partij, we zijn niet allemaal over één kam te scheren.”
Als laatste geeft Van der Voort aan dat dat ook de reden is dat hij het fijn vindt bij de Jonge Socialisten. “Bij ons heerst een heel genuanceerd links geluid, ik ben ook niet zo van de naïeve linkse politiek, ik kan binnen mijn partij goede discussies hebben.”
Lang na de Troonrede zijn de studenten nog met elkaar in gesprek. Af en toe zijn er duidelijke meningsverschillen maar heel vaak blijken ze het ook met elkaar eens te zijn. De sfeer is zo goed dat ze aan het einde van de middag allemaal met een voldaan gevoel naar huis gaan. “Ik heb wel eens wat grimmigere situaties meegemaakt wanneer ik discussieerde met andere jongerenpartijen, maar dit was heel fijn”, aldus Van der Voort.
