Dat staat in een rapport van het Nibud over de nieuwe basisbeurs en de uitgaven van ouders en studenten. Alle berekeningen dreigen achterhaald te raken door de inflatie, lijkt de conclusie.
Thuiswonende studenten zouden geen schulden meer hoeven te maken, staat in het rapport, en ze hebben zelfs niet per se een bijbaan nodig. Uitwonende studenten zouden met hun hogere basisbeurs en een bijbaan hun extra kosten (255 euro) kunnen opvangen.
Inflatie
Maar dat is allemaal buiten de inflatie gerekend, die de uitgaven behoorlijk hoger maken. Studenten zullen een ‘forse’ bijbaan moeten nemen, meer moeten verdienen of meer moeten lenen. Bezuinigen kan eigenlijk niet.
Studenten hopen wellicht dat hun ouders kunnen bijspringen, maar voor ouders met een gezamenlijk inkomen van anderhalf keer modaal (3.843 euro netto per maand) is de bijdrage een forse aderlating. Ze kunnen de ouderlijke bijdrage op zich wel betalen, meent het Nibud, maar dan moeten ze wel ‘zeer goed met geld kunnen omgaan, alle inkomensondersteuning aanvragen en geen persoonlijk onvermijdbare uitgaven hebben’.
En dat is niet voor alle huishoudens reëel, voegt het Nibud eraan toe. Sowieso moeten deze huishoudens behoorlijk bezuinigen om de ouderbijdrage te kunnen betalen. “Het is de vraag in hoeverre dit houdbaar is gegeven de hoge inflatie waar ook zij mee worden geconfronteerd.”
Getemperd
Dus trekt het Nibud een onvermijdelijke conclusie over de nieuwe basisbeurs. Studenten hoeven uiteraard minder te lenen. Het scheelt thuiswoners 5.275 euro en uitwonenden 13.147 euro. Maar: “Deze positieve gevolgen worden waarschijnlijk getemperd door de hoge inflatie.”