Over dit artikel heeft de Raad voor de Journalistiek uitspraak gedaan naar aanleiding van een klacht. De Raad voor de Journalistiek heeft de klacht gegrond verklaard. Je vindt hier de link naar de conclusie van de Raad voor de Journalistiek.
Het artikel is op advies van de Redactieraad van Erasmus Magazine op basis van de uitspraak van de Raad voor de Journalistiek op enkele punten aangepast.
“In januari 2020 gebeurde het. Het was mijn eerste jaar aan de EUR en de dader was een medestudent. We hadden daarvoor veel contact met elkaar en werden goede vrienden. Mijn vrienden raakten ook snel bevriend met hem, waardoor we een soort vriendengroep vormden.
In een serie artikelen belicht EM de komende weken seksueel grensoverschrijdend gedrag onder studenten. Dit is deel 2.
Deel 2: ‘De student die mij aanrandde kom ik voortdurend tegen in de collegezaal’
Deel 3: ‘Het voelt alsof ik degene ben die wordt gestraft voor de aanranding, en niet de dader’
Deel 4: De universiteit heeft nauwelijks zicht op seksueel grensoverschrijdend gedrag onder studenten
Deel 5: Wat studenten verstaan onder seksueel grensoverschrijdend gedrag
“Achteraf gezien had ik moeten weten dat het fout zat. Er waren een paar momenten – als we alleen waren – waarop ik me onveilig voelde. We zaten bijvoorbeeld naast elkaar en hij raakte mij dan aan. Wat hij deed was altijd op het randje, dus ik kon het moeilijk plaatsen. Ik verstijfde heel erg als hij me aanraakte en mijn hart klopte heel snel. Ik was bang, maar ook in de war. Ik dacht: ‘Wat gebeurt er nou? Is dit fout of mag hij dit gewoon doen als vriend?’
“Ik voelde me schuldig dat ik me er onprettig bij voelde en aan zijn bedoelingen twijfelde. Hij was een goede vriend en ik vertrouwde hem. Ik wilde niet verkeerde conclusies trekken, want dat was oneerlijk geweest voor onze vriendschap.”
Aanranding
“Zulke dingen gebeurden een paar keer en ik vond het steeds moeilijker om met hem om te gaan. Hij merkte dat ook, denk ik. De situatie leidde tot problemen binnen onze vriendenkring. Op een gegeven moment ontstond er ruzie, waardoor de groep uit elkaar viel. Ik voelde me zo schuldig dat dit gebeurde, daarom ging ik naar zijn kamer op de campus om erover te praten.
“Toen ik het probleem wilde uitpraten, kregen we ruzie en betastte hij mij. Hij ging verder dan eerder. Ik gaf aan dat ik dit niet wilde, maar hij liet mij niet los. Dat vond ik heel eng, maar nu was mij duidelijk dat mijn gevoel klopte. Ik duwde hem weg en ging direct zijn kamer uit. Ik was erg van slag, voelde me bedreigd. Ik rende naar het Polakgebouw, waar twee vriendinnen waren.
“Mijn vriendinnen zagen mij huilen en hyperventileren en vroegen wat er aan de hand is. Op dat moment kon ik alleen maar uitbrengen dat hij mij had aangeraakt. Mijn vriendinnen gingen er niet verder op in, dus ik besloot om het niet verder uit te leggen.”
Ingrijpend en traumatisch
“De aanranding was één, de nasleep was op een bepaalde manier nóg heftiger. Ik vertelde niemand in onze vriendengroep wat er echt was gebeurd. Hij, daarentegen, praatte daarna met al onze vrienden, waaronder mijn beste vriendin. Hij zei dat ik heel emotioneel en gecompliceerd was, en dat hij daar niet mee wilde dealen. Dus nam hij afstand van mij en van onze vriendenkring. Dat vertelde mijn vriendin later aan mij. En op dat moment leek het voor onze vrienden ook te kloppen, want ik was inderdaad emotioneel en labiel, maar dat was omdat ik de aanranding zo ingrijpend en traumatisch vond!

“Ik voelde me zo machteloos dat hij dit had gedaan. Ik had geen controle over wat onze vrienden van mij vonden. Mijn beste vriendin zei tegen mij: ‘Ik wil me er niet mee bemoeien, ik ben neutraal’. Dat vond ik zo moeilijk om te horen, maar ik durfde haar niet te vertellen wat hij gedaan had.
“Ik vond het eng om te vertellen, want ik was bang dat mensen me niet zouden geloven. Ik wilde ook onze vrienden niet het gevoel geven dat ze een kant moesten kiezen. Want wat als ze niet mijn kant kozen? Dan zou ik iedereen verliezen. Dat kon ik niet aan.”
Bewust opbouwen
“De campus is mijn tweede thuis en ik kwam er bijna elke dag. Maar wanneer we samen in een collegezaal zaten, voelde ik me machteloos. Hij is populair en iedereen vindt hem aardig. Tijdens colleges deed hij alsof er niets aan de hand was. Elke keer ik hem zag, was ik overdonderd. De ruimte verstikte me als hij er was, het was alsof alle deuren en ramen dicht zaten en de kamer volstroomde met water. Twee maanden lang ging ik heel vaak naar het toilet tijdens colleges. Dan zat ik daar alleen, hyperventilerend en in paniek.
“Gelukkig kwam toen corona. Dat was voor mij heel fijn, want ik hoefde hem daardoor niet meer te zien. De eerste online colleges sloeg ik over. Ik wilde zijn gezicht niet zien op het scherm, want hij was best actief in discussies en had altijd wat te zeggen. Ik bekeek de opnames achteraf, zodat ik het beeld kan versnellen als hij te zien was.
“Langzamerhand probeerde ik toch weer online colleges te volgen. Ik keek dan niet naar het scherm als hij aan het woord was. Ik wist ook wel dat corona ooit op zou houden en dat ik hem weer in het echt zou moeten zien. Dus ik begon bewust op te bouwen: met het beeldmateriaal van de colleges oefende ik om hem te zien. Beetje bij beetje raakte ik er gewend aan.”
Het Centrum voor Seksueel Geweld biedt hulp aan iedereen die een ongewenste seksuele ervaring heeft meegemaakt. Je kunt gratis en anoniem chatten of bellen met 0800-0188.
De universiteit heeft vertrouwenspersonen voor medewerkers en studenten waar je ongewenst gedrag kunt melden. Zij luisteren naar je verhaal en kunnen je helpen en doorverwijzen. Daarnaast is er een klachtenregeling ongewenst gedrag.
Acceptatie
“De enige aan wie ik dit verhaal heb verteld, is mijn psycholoog. Aan de ene kant was het moeilijk omdat ik helemaal alleen was, maar aan de andere kant was het ook prettig dat ik het zelf in alle rust kon verwerken. Wanneer ik het heb verwerkt, dan is het echt klaar. Had ik het mensen verteld, was het alleen maar mijn woord tegen het zijne geweest. Ik had geen bewijs, ik ging vrijwillig naar hem toe. Het gebeurde in zijn kamer. Ik was bang dat de hele publieke opinie tegen mij zou zijn.
“Afgelopen zomer heb ik het alsnog aan mijn beste vriendin verteld, en onlangs aan een goede vriend. Ze vonden het choquerend. Ik vroeg ze of ze mij hadden geloofd. Beiden antwoorden: ‘Natuurlijk!’. Dat raakte mij heel erg. Ik had het ze toen misschien kunnen vertellen, wie weet dat het anders was gegaan en dat ik meer steun had gekregen.
“Ik was het boost op mezelf omdat ik mijn eigen gevoel niet vertrouwde. In therapie leerde ik te accepteren dat ik heb gedaan wat ik kon. Mijn zelfbeschikking heeft hij afgepakt. Om dat terug te pakken moet ik beginnen met acceptatie: het is gebeurd en ik heb gedaan wat ik kon.”
Niet gemeld
“Ik heb het nooit gerapporteerd. Ik wist natuurlijk dat ik naar de politie kon gaan om hem aan te geven. Maar omdat het zo emotioneel was, vond ik het heel ingewikkeld. Als het een vreemdeling op straat was, dan had ik de politie gelijk gebeld. Omdat hij een vriend was, voelde het meer als onderling conflict dan grensoverschrijdend gedrag, wat het natuurlijk wel was!
“Ik wist ook niet dat er vertrouwenspersonen zijn op de EUR bij wie je terecht kan. Had ik dat geweten, dan had ik waarschijnlijk contact met ze opgenomen. Mijn beste vriendin zei laatst: ‘Maar er hingen posters over vertrouwenspersonen in Polak.’ Ik vond het zo stom: ik heb dus geen hulp gekregen omdat ik een poster niet had bekeken!”
Veilige plek
“Nu alles weer open is, kom ik hem weer tegen op de campus. De eerste keren was ik nog overdonderd en moest ik stiekem huilen in Polak. Maar nu gaat het goed. Ik kan hem gewoon aankijken als ik hem tegenkom. Ik zie hem geregeld met jonge studentes lopen en ik maak me zorgen om die meiden. Ik voel me schuldig dat ik ze niet kan waarschuwen voor hem.
“Ik heb hem nooit geconfronteerd over wat hij mij had aangedaan en heb daar ook geen behoefte aan. Ik ben niet meer bang voor hem en de campus blijft ook voor mij een veilige plek. Als ik hem nu zie op de campus, dan voelt het alsof hij bij mij thuis te gast is.”
De geïnterviewde is in dit artikel geanonimiseerd, zowel in de tekst als op de foto, om de identiteit te beschermen. De naam is bij de hoofdredacteur bekend. EM zal die anonimiteit te allen tijde waarborgen.