Met zijn linkerschouder leunt Hazem Omran (21) tegen de deurpost aan. Achter hem zijn compacte, vrij opgeruimde kamer. De deur opent naar de betegelde tuin waar een statafel staat met een paar lege flessen prosecco. In de linkerhoek staat een koepeltent, waarvan niemand precies weet waarom die daar is. Zijn zwarte broek en witte shirt heeft Hazem zorgvuldig gekozen voor de foto, want die staan goed bij zijn geliefde gitaar.
Elke dag gitaar spelen
Zodra het onderwerp ‘muziek’ ter sprake komt, lacht Hazem. Daar wordt hij blij van. Hij speelt elke dag gitaar. Sterker nog: als hij eraan denkt dat hij nu elke dag kan spelen, wordt hij al blij. “Dit is wat ik altijd al wilde”, vertelt hij. “Bizar dat ik twee jaar geleden nog niet kon spelen. En dat ik wilde opgeven omdat mijn vingers zo’n pijn deden.”
Tot zijn vijftiende wil Hazem dokter worden. Als hij van Egypte naar Nederland verhuist, leert hij meer van zijn creatieve kant. Hij gaat acteren, zingen en kiest de International Bachelor Communication and Media. Aan het begin van de pandemie koopt hij een elektrische piano, niet veel later een eerste gitaar. Dan is het een kwestie van oefenen.
Nu speelt Hazem op ieder mogelijk moment. Voor een online college, in de pauzes en soms tijdens een hoorcollege. “Maar dan wel zo dat de gitaar – hopelijk – buiten beeld is.” Hij speelt bestaande nummers, bijvoorbeeld Dancing with our hands tied van Taylor Swift, maar schrijft ook zijn eigen muziek.
Not giving a fuck
Hazems nummers gaan over liefde en relaties, maar ook over hoe het is om je niet lekker in je vel te zitten. “Het voelt goed om die emoties op te schrijven. Al gaan nummers soms over iets wat ik helemaal niet heb meegemaakt. Over een grote ruzie hebben en daarna uit elkaar gaan, dat is nooit gebeurd. Of over twee jongens in een dorp, de ene voelt zich zo slecht in dat dorp dat hij een einde maakt aan zijn leven. Aan het einde hoor je dat de zanger de andere jongen is. Is helemaal verzonnen.”
Op de vraag welke artiest een voorbeeld is, heeft Hazem direct een antwoord. “Ken je Taylor Swift?” Hij vindt haar bescheiden. Iemand die niet ‘stoer loopt te doen’, die niet opschept, maar muziek maakt waar mensen van kunnen genieten. Zo wil hij ook zijn. Iemand die andere mensen steunt en aanmoedigt, in de hoop dat ze hem ook steunen. Al is dat niet altijd het geval.
“Ik heb wel het gevoel dat Taylor een verwante ziel is”, zegt Hazem. Hij vertelt dat de wereldster jarenlang zoveel haat gekregen heeft. Steeds als zij wat met die kritiek wilde doen, bijvoorbeeld van country naar pop overstapte, kreeg ze alleen maar meer kritiek. Het had, volgens Hazem, dus niets met haar muziek te maken, maar met haarzelf. “Mensen mogen mij soms ook niet om wie ik ben. Ik probeer om er geen fuck om te geven, net als Taylor nu lijkt te doen. The art of not giving a fuck. Alleen heb ik die nog niet helemaal onder de knie. Het raakt mij nog weleens.”
Enthousiast over de toekomst
Zijn creativiteit ziet Hazem als een positieve kant van adhd. Bijna een jaar geleden kreeg Hazem officieel die diagnose. Daarvoor vroeg hij zich steeds af: wat is er mis met mij?. Hij ziet nu in dat hij al die creativiteit kan inzetten bij zijn werk. Bijvoorbeeld voor het maken van berichten voor sociale media.
“Ik ben momenteel zo enthousiast over de volgende fase van mijn leven. Ik merk de laatste tijd steeds meer dat ik kan toepassen wat ik heb geleerd over marketing en communicatie. Nu ben ik halverwege mijn bachelor, en ik heb nog veel te leren, maar daar word ik alleen maar enthousiaster van omdat ik zie dat mijn harde werken loont. In september ga ik op uitwisseling naar de Verenigde Staten, naar San Diego. En je wordt alleen ingeloot als je cijfers goed genoeg zijn.”