Actievoerders proberen het pensioenfonds voor de overheid en het onderwijs al jaren in een duurzamere richting te bewegen. Geëngageerde wetenschappers willen niet dat hun pensioengeld wordt belegd in bedrijven die de poolkappen laten smelten, luidt een van de bezwaren.
Naar aanleiding van de protesten in de academische wereld riep universiteitenvereniging VSNU in juni een commissie in het leven, die vandaag advies uitbracht. Hoogleraar banking & finance en commissievoorzitter Dirk Schoenmaker roept het ABP op om ervoor te zorgen dat bedrijven waarin ze investeren de klimaatdoelen bereiken.
Was u onder de indruk van de stap van het ABP of is het een druppel op een gloeiende plaat?
“Het is meer dan een druppel, maar onze rol is niet om te jubelen. Het ABP heeft een grote verantwoordelijkheid in de duurzame transitie. Het gaat niet onopgemerkt voorbij dat het deze stap neemt. Maar het allerbelangrijkste is dat ook de bedrijven waarin ze investeren, gaan bewegen; dat is de echte transitie. Ons advies is evengoed een boodschap aan hen.”
Afgelopen maand concludeerde het ABP dat ze ‘onvoldoende kans’ ziet om olieproducenten te bewegen over te stappen op duurzame energie. Toch blijft het investeren in bedrijven die fossiele brandstoffen gebruiken, in de hoop dat ze die wel kunnen verduurzamen. Gaat dat lukken, denkt u?
“Bij de olieproducenten lukte dat echt niet, die laten het afweten. Tegen andere bedrijven zegt het ABP, en wij ook: ga aan de slag. Het ABP moet dan wel de criteria aanscherpen en daarmee de transitie op gang brengen. Niet iedereen is op dag één bij de les, maar bedrijven moeten in ieder geval vooruitgang boeken. Dat moet jaarlijks getoetst worden, bijna net als op school. Als bedrijven niks doen, voer dan een gesprek en geef een waarschuwing. Levert dat niks op, dan is ons advies aan het ABP om te stoppen met investeren.”
De koers van elektriciteitsbedrijven, de auto-industrie en de luchtvaart ombuigen in een duurzame richting kost – als het al lukt – tijd en moeite. Heeft u er vertrouwen in dat het ABP die ambitie kan waarmaken?
“Als bedrijven niet meebewegen, is het snel afgelopen met ze. Wie alleen benzineauto’s blijft maken, bestaat straks niet meer. Vroeg of laat wordt de overheid serieus en gaat de belasting op CO2-uitstoot verder omhoog. Als bedrijven veel uitstoten, dan zijn hun producten straks niet meer concurrerend. Het kan best dat niet alle bedrijven dat inzien, maar dan is het voor het rendement van het ABP ook handig om daar geen geld meer in te steken. Het beste scenario is dus: samen met investeerders toewerken naar een duurzame transitie.”
Hoe kunnen ze dat doen?
“Ons advies aan ABP is om de investeringen niet te dun te spreiden over bedrijven, maar om meer keuzes te maken. Dan krijg je grotere belangen in een kleiner aantal bedrijven. Op die manier heb je meer invloed én meer tijd om de progressie in de gaten te houden. We moedigen ze ook aan om meer te investeren in herbruikbare, duurzame energie. Ze zijn er al mee bezig, maar het mag meer, want dat is de toekomst.”
Het is geen bindend advies. Gaat het ABP dit serieus nemen?
“Ik heb goede hoop dat er geluisterd wordt. Ze willen zelf ook graag aan de slag. En wij vinden het belangrijk dat het advies aansluit bij de realiteit waarin het ABP functioneert, zodat het er niet alleen op papier leuk uitziet, maar echt bruikbaar is. De economie draait nu nog heel erg op fossiele energie, daarom is het belangrijk om die bedrijven er niet in één klap uit te gooien, maar om samen naar een duurzaam alternatief toe te werken.”
Hoelang blijven jullie als commissie nodig nu het ABP nieuwe ambities heeft?
“Onze termijn is vastgelegd op twee jaar, met in totaal vier adviezen. Daarna zien we het wel. In het volgende advies gaan we in op de voedselketen, omdat daar ook veel uitstoot is. Maar het belangrijkste is uiteindelijk dat de aanpak van het ABP op orde is. Kies alleen voor bedrijven die het goed doen en het goed willen gaan doen. Als dat eenmaal gebeurt, dan kom je een heel eind.”