Het Oude Noorden is uitgegroeid tot een van de meest populaire wijken van de stad, óók onder studenten. Begin jaren nul – bedenk even hoe oud je toen zelf was – was het armoedig. Het straatbeeld werd bepaald door dichtgetimmerde huizen, slingerend afval en drugsdealers. Maar op het moment dat de wijk het dieptepunt bereikte, zette de vooruitgang in. Eerst kwamen de kunstenaars, toen de koffietentjes, gevolgd door de yuppen en studenten. Zestien procent van alle inwoners in de wijk is tussen de 19 en 26 jaar.
Rekening met de buren
“Als je als student verder kijkt dan het geijkte studentenleven, is Noord de perfecte plek om te wonen”, zegt Dora van den Herik (19), “voor de universiteit en voor studentenfeestjes fiets je naar Kralingen. Thuis houd ik rekening met de buren.” Na de zomer is ze tweedejaars psychologiestudent aan de EUR. In maart kwam ze in een gerenoveerd appartementencomplex in de Meidoornstraat wonen, parallel aan de Zaagmolenstraat waar de tram hoorbaar doorheen raast. “Toen ik net in Rotterdam kwam moest ik heel erg wennen aan de drukte. Ik kom uit een klein dorp onder Bergen op Zoom, een ons-kent-ons-dorp, waar ik mijn fiets niet op slot hoefde te zetten. De eerste weken in Rotterdam had ik een cultuurshock.”
Van die drukte is midden in de zomervakantie niets te zien op straat. Corona of niet, de bewoners van Noord lijken de stad uit te zijn. Nu de mensen het straatbeeld niet bepalen, wordt de bebouwing beter zichtbaar. Smalle straatjes, groene pleinen en opgeknapte vooroorlogse gebouwen wisselen elkaar af. In de Zwaanshals, een winkelstraat, wordt het beeld bepaald door vintage kledingzaken, bistro’s, lifestyleshops en kunstgaleries met streeploos schone etalageramen. Verderop, in de Zwart Janstraat, misschien wel het drukste punt van de wijk, is het aanbod meer divers, minder opgepoetst. Kleine groentewinkels met handgeschreven aanbiedingen, goedkope kledingzaken, en telecombedrijven houden de rauwe rand van Rotterdam in ere.
De lege straten spreken tot de verbeelding. Wat voor mensen lopen hier normaal gesproken doorheen? De inwoners van Noord vormen ‘een bont gezelschap’ volgens de website van de gemeente. Ook Dora vertelt dat er veel verschillende soorten mensen wonen. “Verbazingwekkend genoeg zegt iedereen elkaar vriendelijk gedag.” Ze deelt haar appartement met twee huisgenoten. Naast hen woont een gezin met Marokkaanse roots. De andere buur is een oudere dame uit Suriname. “Ik voelde me snel thuis. Als ik ’s avonds terugkom van werk biedt mijn buurvrouw me wat te eten aan. Of als ze naar de markt gaat, koopt ze ook weleens een broodje voor mij.”
Overal picknickbanken
Elke zaterdag is het oogstmarkt op Noordplein. Veelal biologisch, bovenal verantwoord voedsel. “Het is relatief duur”, geeft Jana Elshof (24) toe. Ze begint na de zomer aan haar pre-master Opvoedvraagstukken in een diverse samenleving. In haar hand houdt ze een papieren bakje met een mix van groenten uit het Midden-Oosten, gekocht bij een kraam met mezze. De prijs weerhoudt Jana er niet van om iedere week vanuit haar appartement in Zuid de Erasmusbrug over te steken richting de markt in Noord. Okee, óók omdat ze in de buurt naar de sportschool gaat. “Voor de studenten die bezig zijn met gezond en bewust eten is deze markt een uitkomst. Vanwege de prijs maak ik bewuste keuzes. In de supermarkt koop ik groente die ik met water kan wassen. Op de oogstmarkt koop ik onbespoten kool, die zijn minder goed afwasbaar.”
Overal staan picknickbanken waar mensen samenkomen. Een truck met koffie voorziet ze van warme drank op deze regenachtige zomerdag. Kinderen rennen rond en groepjes studenten nemen de week door. De langste rij staat bij de kaasboer. Dat is niet zo gek, want de kaas is smaakvol, komt uit de streek én is misschien wel goedkoper dan menig stukje kaas in de schappen van de Albert Heijn. Win-win-win.
Tijd om te oogsten
Als je vanuit de markt met de Rotte mee loopt naar de Zaagmolenbrug, een keer links en dan de tweede rechts gaat, kom je op het groene plein van de Stolkstraat. Op een ochtend in juli is er weinig leven te zien, maar rondom de houten bank in het parkje liggen nog pindaschillen. Hier vind je een van de buurtmoestuinen van Groengoed, waar buurtbewoners samen voor zorgen. De felle kleuren van bramen, frambozen, pepers en tomaten steken af tegen het groen. Groengoed wil armoede in de wijk bestrijden een saamhorigheid creëren. Overal in het Oude Noorden zitten buurtmoestuinen verstopt.
Overzomeren in Noord
Aan de Zaagmolenkade, op een binnenplaats die je zomaar voorbij loopt, komt de hulp van studenten van pas. Stadsbrouwerij Noordt kan vandaag niet open wegens personeelsgebrek. De tafels van de brouwerij zijn leeg, terwijl de grote biertanks naast de bar gevuld zijn. De tapkranen blinken aanlokkelijk. Het wordt tijd dat de stad zich weer vult met studenten.
Dora blijft de hele zomer in Rotterdam. Zij en haar huisgenoten gaan naar restaurant Tosca als ze wat te vieren hebben. De zaak ligt aan een klein bloemenrijk parkje. Boven het terras hangen gekleurde lichtjes in de bomen en tegen de gevel klimt een druivenplant. “Alsof je Italië binnenwandelt. Jammer genoeg is het als student te duur om vaak naar toe te gaan, maar voor ons een van de leukste plekken in de wijk.”
Zelfs als je de wijk uit wil, is het Oude Noorden een goede woonplek. “Het is heel centraal gelegen,” zegt Dora. “Naar de universiteit fietsen kost een half uur, maar binnen tien minuten ben ik op Centraal Station.”
