Naast bijvoorbeeld facilitaire diensten en de beveiligers van de EUR die in de afgelopen maanden nog wel gewoon op de verder lege campus waren, had het College van Bestuur de afgelopen tijd de gewoonte om in ieder geval een dag per week op Woudestein te zijn. In de afgelopen maanden lobbyde de voorzitter in de stad en bij het ministerie voor fysiek onderwijs en extra ruimte. “De kapiteins moesten op het schip blijven.”
Sinds maandag mogen studenten weer een dag in de week naar college. Brinksma was woensdag weer op Woudestein en het deed al ‘een stuk levendiger’ aan. “Het paviljoen draait, mensen aten aan de tafeltjes, ik zie weer studenten rondlopen. Een stap in de goede richting.” Maar hij vindt ook: “Het is nog lang geen volledige opening.”
Wat betekent die dag per week in de praktijk op de Erasmus Universiteit?
“Het loopt uiteen per faculteit, studierichting en zelfs per jaargang. De precieze inrichting is dus per faculteit geregeld, die weten dat het beste. Op basis van mijn indrukken woensdag vind ik het wat drukte betreft goed vergelijkbaar met het regime net voor de sluiting half december.”
Wat is uw rol als voorzitter van het College van Bestuur bij de heropening?
“Wij hebben als universiteiten in VSNU-verband behoorlijke druk uitgeoefend op de minister om die openstelling mogelijk te maken. We zagen de consequenties voor de studenten, vakinhoudelijk maar ook sociaal. Dat was onhoudbaar en werd onacceptabel. Naast de politieke ontwikkelingen op landelijk niveau houden wij als College in het Crisis Management Team het verloop van de heropening in de gaten. Ik kom net uit een vergadering met hen. Vooralsnog gaat het goed.”
U zegt dat de situatie onhoudbaar was. Wat zag u?
“Ik zag studenten verkommeren op de paar vierkante meter die hun kamer heet, omdat ze niets konden. Niet naar een vereniging, van het onderwijs krijgen ze vierkante ogen en ze konden niemand ontmoeten. Dat woog zwaar mee in ons pleidooi bij de minister.”
Het wordt lastig om alle studenten een dag in de week fysiek onderwijs te geven, zeggen sommige faculteiten. Vooral vanwege ruimtegebrek. Herkent u dat en kunt u daar wat aan doen?
“Ja, we zien dat we door de handhaving van de anderhalve meter maar 20 tot 30 procent van de ruimte kunnen gebruiken. We kijken daarom ook naar ruimtes buiten de campus, met name voor meer fysieke tentamens, ook omdat we dan niet meer hoeven te proctoren. Wellicht kunnen we zo ook extra studieplekken regelen. Wij praten al een tijd met Luxor en Ahoy. De maatregelen vanuit Den Haag laten dat nu toe, maar je ziet dat de veiligheidsregio heel terughoudend is, meer dan Den Haag.”
Waarom zijn ze zo terughoudend?
“Men maakt voortdurend afwegingen tussen vrijheid en besmettingsgevaar. De veiligheidsregio wil terughoudend zijn in zaken die later aanwijsbaar zouden zijn als plek waar besmettingen ontstaan. Dan heb je wat uit te leggen. Nu hebben ze uit te leggen waarom ze ruimte niet beschikbaar stellen.”
De bereidheid van studenten om zich te laten testen voor ze naar college gaan blijkt laag, bleek onder andere uit een enquête van EM. Maakt u zich zorgen?
“Ja. Aan de andere kant, dat soort onderzoeken zijn niet het summum van betrouwbaarheid. Kijk ook naar de schommelende cijfers voor wat betreft de vaccinatiebereidheid, dat is ook erg afhankelijk van wat op dat moment speelt in het nieuws over bijvoorbeeld bijwerkingen.
“Maar het is inderdaad een uitdaging om zoveel mogelijk studenten zover te krijgen zich te laten testen. Iedereen zou zijn persoonlijke verantwoordelijkheid moeten nemen om er zeker van te zijn dat je geen corona verspreidt onder collega’s, studenten en docenten.”
Hoe wilt u dat aanpakken?
“Ik ben nooit voor dwang, dat vind ik altijd een slecht idee. Maar we moeten het zelftesten wel presenteren op een manier dat het een morele plicht is ten opzichte van je gemeenschap. Als iedereen zegt: ik doe het niet, en je stelt daar niets tegenover, dan doet binnen de kortste keren niemand het. Mijn insteek: we moeten verantwoordelijkheid nemen, zonder af te dwingen. Als het grootste gedeelte van de studenten dat dan doet, zeg 80 procent, dan heb je al een hoop gewonnen.”
Er is een wet in de maak om dat zelftests verplicht te stellen. Hoe zou u daar, als die wet er eenmaal zou zijn, mee omgaan?
“Afdwingen als overheid is een heel principieel punt. Ik verwacht niet dat die wet er zo snel zal komen en ik hoor ook van juristen: er zitten veel haken en ogen aan. Maar als de wet er zou zijn, dan is daar een diepgaand debat aan vooraf gegaan en zijn alle voors en tegens gewogen. Ik vind wel dat het parlement vanwege het principiële gewicht de volledige verantwoordelijkheid moet dragen voor de wet als ze deze aanneemt, en geen keuzevrijheid moet laten aan eenheden als deze universiteit om wel of niet te verplichten.”
Meerdere studenten noemen gratis beschikbaarheid van tests als voorwaarde om zichzelf te testen. Hoe staat het met de verspreiding daarvan?
“Dat gaat via de IT-organisatie SURF. Ik heb het net nog gecheckt en zij zeggen dat het vanaf begin mei gaat lopen, maar daar durf ik nog geen precieze datum aan te prikken. Het is namelijk een gigantische operatie. We zijn heel blij dat het gecentraliseerd geregeld wordt en dat wij dat als universiteit niet zelf hoeven te doen.”
Niet iedere docent is happig om weer onderwijs te geven op de campus. Wat is het beleid als iemand dat niet wil?
“Vooropgesteld: een grote meerderheid van de docenten wil wél fysiek onderwijs. En voor degenen die dat niet willen: daar hebben we begrip voor. Dat is de andere kant van de medaille van de vrijwillige keuze voor testen. Er zijn net zo goed studenten die die wattenstaaf niet in hun neus willen hebben. En als je de student die vrijheid geeft, dan kun je een docent moeilijk dwingen te doceren.”
Rotterdamse onderwijsinstellingen zouden een zelftestpilot doen om te onderzoeken hoe studenten zich zouden gedragen na een test. Die had al moeten starten. Waarom is dat nog niet gebeurd?
“Wij hebben onze pilot gekoppeld aan wetenschappelijk onderzoek, omdat we er er echt iets uit willen leren – noblesse oblige. Maar dat betekent wel dat de pilot onderhevig is aan een oordeel van de onafhankelijke Medisch Ethische Toetsingscommissie. Die had nog een paar aanvullende vragen die we moesten beantwoorden. Ik hoop dat het opschiet.”
Voor we het weten zijn we gevaccineerd.
Lacht. “Wat betreft die vaccinaties: hoe eerder hoe beter. Als dat problemen oplevert voor de pilot, het zij zo. Maar de pilot kan ook met vaccinaties in het vooruitzicht nuttig zijn. We kunnen er veel van leren voor de toekomst waarin we wellicht last krijgen van andere varianten of andere virussen.”
We hebben het vooral over studenten gehad. Hoe zit het met de medewerkers, welk – om een persconferentiewoord te gebruiken – ‘perspectief’, kunt u hen bieden?
“We zijn daarin afhankelijk van de Rijksoverheid. Op dit moment is iedereen terughoudend. Je moet een goede reden hebben om op je ‘normale’, of laten we zeggen ‘oorspronkelijke’, werkplek te werken. Met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen hebben we een stappenplan opgesteld en we gaan ervan uit dat we in september weer op de campus kunnen leren en werken, zij het onder voorwaarden. In de zomer slaat het beeld, mede dankzij de vaccinaties, om. Van ‘nee, tenzij’ naar ‘ja, tenzij’.”
“Maar helemaal terug naar het oude gaat niet meer. Iedereen accepteert dat inmiddels. Al was het maar omdat de coronacrisis ons zelf ook veranderd heeft.”