Momenteel ruikt Yano’s appartement naar kaneel. De schuldige? Een plantenziekte. Met de dag werden de bladeren van een aantal planten bruiner en geler. “Ik maakte me zorgen en – dat klinkt wat dramatisch, maar – ik voelde me best verdrietig: deed ik iets verkeerd? Er zaten hele kleine vliegjes en schimmels die in de bodem zitten en wortels eten.”
Moederinstinct
Een Facebookgroep bood hulp. “Door kaneel op de grond te strooien, gaat de schimmel dood. Ik heb flink gestrooid, om zeker te weten dat ze de winter overleven.”
Want planten zijn voor de beleidsmedewerker niet zomaar decoratie, al begon het daar wel mee toen ze eind vorig jaar verhuisde naar haar nieuwe Amsterdamse appartement. “Het huis was leeg en kaal en toen begon ook het thuiswerken nog. Planten boden de perfecte sfeer die nodig was om thuis aan de slag te kunnen.” Toen ze er eenmaal stonden, gebeurde er iets. “Mijn moederinstinct ging aan. Ik wilde echt zorgen.”
Florida
Ze bestelde een surprisebox van een tuincentrum. Het bedrijf hield ‘een zielig verhaal’ dat alle tuincentra moesten sluiten en ze daarom opriepen planten te redden door ze voor thuis te bestellen. “Ik dacht: waarom niet? Voor ik het wist had ik vijftien tot twintig planten in huis. Ze waren klein, maar in negen maanden groeiden ze uit tot volwaardig groen.”
Inmiddels heeft ze er bijna vijftig, op iets meer dan vijftig vierkante meter appartement. Ze zijn praktisch overal, laat ze zien via Zoom. Aan het hoge dak in de woonkamer hangen vier planten in potjes, de vensterbank staat vol stekjes en twee opstapkrukjes doen dienst als decoratie-element met op elke trede planten.
Het fijne aan het plantenleven: “Je kunt voor iets zorgen, maar het is niet zo serieus als een hond of een kat. Ze zijn behoorlijk veerkrachtig, je kunt ze vergeten water te geven en alsnog lukt het ze om te overleven.” En de vetplantjes zijn voor Yano een aandenken. “Het herinnert me aan de tropische omgeving in Florida, waar ik opgroeide.”
Mindful
Yano begon vorige maand als projectmanager bij UNIC, een project dat voortkomt uit de in 2019 opgestelde strategie van de universiteit. UNIC is een samenwerkingsverband tussen acht universiteiten in postindustriële steden (zoals Rotterdam) om uitwisseling van studenten, wetenschappers en medewerkers te bevorderen. “Steden kunnen veel van elkaar leren. Denk bijvoorbeeld aan de digitalisering in de haven. Dat gaat veel banen kosten. Hoe kunnen we die medewerkers het beste omscholen? In andere landen is daar op andere gebieden al over geleerd en die kennis kunnen wij ook goed gebruiken.”
Als nieuwe medewerker mist ze de koffieautomaatpraatjes en is het lastig om Rotterdam en zijn inwoners te leren kennen. “Dat hoop ik komend jaar weer te kunnen doen.” Verder lukt veel best goed vanuit huis. “En ik heb hier mijn planten, uiteraard.”
Iedere ochtend ‘checkt ze in’ bij de planten. “Heel mindful.” Een schema of vaste dag om water te geven heeft ze niet. “Zij weten niet welke dag van de week het is, ik kijk iedere dag hoe ze eraan toe zijn en voel of ze water nodig hebben. Zo’n ochtendritueel is fijn: Een nieuw blad kan je dag opfleuren.”
Voeding
En nog een laatste pro-tip: “Maak één persoon in je huishouden verantwoordelijk voor de voeding, anders krijgen ze te veel. Al deed ik dat in het begin ook in mijn eentje fout. De belangrijkste daarin is: if you love them, leave them.”