“Ik had geen enkele ervaring met online college geven. Ik heb nog even gedacht eraan te kunnen ontsnappen, maar al snel werd duidelijk dat dit ook na de zomer door zou gaan en moest ik er toch aan geloven.
“Dat gaf me wel tijd om na te denken over hoe ik mijn onderwijs aan het begin van het nieuwe collegejaar wilde vormgeven. Zo bedacht ik dat, om het energiepeil voor studenten hoog te houden, ik beter kon staan tijdens het opnemen van de video’s. Ik ben gaan lezen over hoe je de aandacht vasthoudt. Normaal geef ik twee keer drie kwartier hoorcollege, dat kan niet met video’s, dat moet je opknippen. Idealiter maak je video’s van zes minuten, maar dat is inhoudelijk niet te doen, het wordt toch snel tien en soms toch twintig minuten. Ik probeer het wel verteerbaar te houden voor studenten.

'Live online college geven vond ik beklemmend'

Michaël Berghman
Michaël Berghman docent ESHCC in zijn studio thuis in de logeerkamer

“In wat eigenlijk de logeerkamer is, heb ik een blauw gordijn als achtergrond genomen en sta ik dus colleges te geven voor een webcam op een statief. Ik heb eigenlijk weinig live online college gegeven. Wel heb ik ook on campus werkgroepen gegeven voor de studenten die graag naar de universiteit wilden komen. We wilden eerst studenten online laten meedoen met de offline werkgroepen, maar ik vreesde technische problemen en een gebrek aan interactie tussen de studenten thuis en in de klas, waardoor we vanaf het begin hebben beslist om een scheiding te maken tussen de online en offline werkgroepen. Zo konden die hun eigen dynamiek behouden. Met collega’s hebben we onderling goed overlegd wie wat wilde doen. Als je je niet comfortabel voelde bij het on campus lesgeven, dan hoefde dat niet.

Video's maken kost veel tijd

“Ik heb het geluk dat ik de vakken al een aantal jaren geef en de structuur er lag. Maar het opnemen van de video’s kost verschrikkelijk veel tijd. En wat ik wel live online gedaan heb, vind ik best beklemmend ook omdat de interactie moeilijk is. Want dat zie ik als het grootste gevaar van deze tijd:  dat de studenten die normaal in een lokaal niet heel actief zijn, door hun fysieke aanwezigheid toch betrokken worden, terwijl je ze via een scherm makkelijker verliest. Je moet mensen echt veel explicieter aanspreken en dat lukt niet altijd. En ik vind dat ook niet passen bij het soort werkgroepen dat wij geven. Daar  gaat het om een groepsgesprek en dialoog en online gaat een deel van die spontaniteit verloren. Dat merk je ook in het contact tussen collega’s. Alles is gepland en via de agenda. Ergens binnenlopen is er niet meer bij.

“De afgelopen maanden leverden zeker meer werk op dan daarvoor. Gelukkig ben ik niet vies van nachtwerk. Tijdens de eerste lockdown – en ik woon in België dus dat was nog wat strenger – werkte ik van 7 uur ’s avonds tot 4 of 5 uur ’s nachts, deed mijn vriendin de kinderen ’s ochtends en ik in de middag. Nu de kinderen weer naar school kunnen, werk ik natuurlijk weer op ‘normalere’ uren. Maar een flexibele houding blijft toch nodig.
“Dat hou ik nog wel een tijdje vol. Ook omdat ik vasthoud aan het perspectief dat het ooit weer normaal wordt, ook al is dat pas aan het einde van dit collegejaar. Ik houd me vast aan het idee dat alles weer beter wordt, en ik op een moment weer terug voor de klas zal staan. Ik mis de voldoening die je kunt hebben na een college aan een zaal vol studenten. Dat blijft toch een van de redenen waarom ik dit beroep graag doe.”