Martin de Jong heeft wat met China. Als tiener las hij veel over het land. De detectiveserie Rechter Tie, over een Chinese ambtenaar uit de Tang-dynastie, geschreven door Robert van Gulik, verslond hij integraal. Per toeval werd hij als promovendus in Delft gevraagd om meer onderzoek te doen naar de samenwerking tussen Chinese en Nederlandse universiteiten. En negen jaar geleden trouwde hij met een Chinese vrouw, waarmee hij twee kinderen heeft. Hij is vaak in China. Althans, was. “Inmiddels zijn wij vies.” Met ‘wij’ bedoelt hij alle niet-Chinezen. Een Chinese vrouw of niet, sinds corona mag hij het land niet in. Een maatregel die hij even efficiënt als onrechtvaardig noemt.
Martin de Jong is wetenschappelijk directeur van het Erasmus Initiative ‘Dynamics of Inclusive Prosperity,’ een van de vlaggenschipinitiatieven van de Erasmus Universiteit. Zowel aan de Erasmus School of Law, als aan Rotterdam School of Management werkt De Jong als hoogleraar. Daarnaast heeft hij een parttime positie als hoogleraar bij het Institute for Global Public Policy van Fudan University in Shanghai.
Lockdown
Nog voor anderen was De Jong, wetenschappelijk directeur van het Erasmus Initiative ‘Dynamics of Inclusive Prosperity’, er begin maart van overtuigd dat corona ook Nederland ging bereiken. Via zijn promovendi en familie in China had hij gezien hoe het virus het land daar overnam. “Ook in Nederland gaat het mis”, dacht hij, “en ik moet dat uitdragen.” Hij nam contact op met het RIVM, de Marechaussee en Schiphol, en sprak met Kamerleden van de ChristenUnie, GroenLinks en Partij voor de Dieren, ‘partijen waar je enige betrokkenheid van verwacht’. Niemand wilde hem horen. “Dat was onthutsend.” Maar de lockdown betekende zijn gelijk.
Er volgde een periode waarin hij vrijwel niet buitenkwam. Het enige uitstapje was het ophalen van het huiswerk van zijn kinderen, met mondkapje. Op LinkedIn en andere sites voedde hij zich met alle mogelijke informatie over corona. Uiteindelijk werd het abstracte virus beheersbaar. Hij kon de risico’s beter inschatten en ging fietsen in de natuur. Inmiddels werkt hij weer twee dagen per week op de universiteit. Dat bevalt hem. “Je kunt wel een tijdje op de herinnering aan je collega’s leven, maar uiteindelijk ga je die lui toch missen.”
Geschiedenis
De Jong leest minder romans dan hij zou willen. In zijn vrije tijd of in de avonden leest hij vooral geschiedenisboeken. Hij heeft wat in te halen. Op de middelbare school deed hij geen eindexamen in Geschiedenis en daar heeft hij ‘op een bepaalde manier’ spijt van. Hij had het willen studeren, maar pragmatische redenen weerhielden hem ervan. Of eigenlijk maar een: hij wilde carrière maken. “Als ik toen geschiedenis was gaan studeren, had ik nu geen directeur van een wetenschappelijk centrum kunnen zijn.”
Bij Geschiedenis zou hij honderd concurrenten hebben, die beter zouden zijn dan hijzelf. Hij koos voor een studie Bestuurskunde. “Daar zaten destijds de grijze muizen.” Bij zijn medestudenten miste hij de passie. Achteraf heeft hij daar zijn wetenschappelijke carrière aan te danken, vindt hij zelf. “Het was geen opzettelijke keuze, maar het bleek verdomd handig dat anderen een onzichtbare baan op een ministerie ambieerden.”
Leesgedrag
Aantal boeken per jaar: 25
Laatst gelezen boek: The Cambridge Illustrated History of France van Colin Jones
Favoriete genre: geschiedenisboeken
Belangrijkste motivatie om te lezen: ‘honger naar meer weten en beheersing van de Franse taal vasthouden’
Passionele signatuur
Als student was De Jong geïnteresseerd in de diepere laag van bestuurskunde en las hij boeken over de opbouw van het bestuur in andere landen. Ook las hij romans met een passionele signatuur. Een van zijn favorieten was het boek Dame met de camelia’s van Alexandre Dumas, over een man die een onmogelijke liefde met een prostituee aangaat en haar uiteindelijk bereikt wanneer zij op sterven ligt. Het is het soort drama dat hem aanspreekt vanwege het verboden karakter.
Zelf heeft hij een te groot rechtvaardigheidsgevoel om verboden dingen te doen. Hij is wel slimmer geworden, tactischer, maar hij vindt het beter om daar over te zwijgen. Hij had collega’s die boeken publiceerden over strategisch gedrag. Mensen in hun buurt werden alert op vooropgezette plannen, waardoor het moeilijk werd om strategieën effectief door te voeren. Als je erkent dat je strategisch bent, ‘word je snel ontmaskerd’.
Patronen herkennen
De Jong heeft een permanente honger naar meer weten. Toen zijn angst rondom het coronavirus was gaan liggen kocht hij het boek Epidemics and Society, waarin duidelijk wordt dat epidemieën beschavingen net zo sterk hebben gevormd als economieën, politiek en oorlog. Twintig jaar geleden waarschuwde het Amerikaanse ministerie van Defensie al: historici in het volgende millennium zullen ontdekken dat de grootste misvatting van de twintigste eeuw is dat infectieziekten bijna uitgeroeid zijn. “Dit boek geeft geen antwoorden op de huidige epidemie, maar geeft context. De geschiedenis herhaalt zich. De basisthema’s blijven hetzelfde, maar in andere gedaantes komen ze naar boven.” In de wetenschap, bij schaken, en in de omgang met mensen is het belangrijk om patronen te kunnen herkennen. “Je komt sneller bij de kern. Patroonherkenning maakt je rijker.”