In aflevering 2 van de podcast Nooit Bewust Opgeslagen komt de economische geschiedenis van het Rotterdamse slavernijverleden aan bod. Vooral de oude stadshavens waren belangrijk: van scheepswerven en de regionale hoofdkantoren van de VOC en de WIC tot statige herenhuizen betaald met geld verdiend in de slavenhandel.
1. Beeld Piet Hein in Delfshaven
‘Den admiraal Pieter Pieterszoon Heyn. Het dankbaar nageslacht. Onthuld: 17 oktober 1870’ staat op het beeld van Piet Hein in Delfshaven. Bij de onthulling door koning Willem III stond het beeld nog iets westelijker, op het Piet Heynsplein. Sinds 1966 heeft het deze locatie. Hein staat vooral bekend om het veroveren van de zilvervloot, en dat geld ging naar de machthebbers achter het koloniale systeem. Het portret van Hein heeft in het kantoor van de Rotterdamse West-Indische Compagnie gehangen.
2. VOC-pand in Delfshaven
Het beeld van Piet Hein kijkt uit over de Achterhaven in Delfshaven, waar een oud pand van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) staat. Dat pand was onderdeel van een scheepswerf. Vooral de West-Indische Compagnie (WIC) staat in Nederland bekend vanwege de slavenhandel. Dat ook de VOC hier actief in was, is minder bekend.
In Delfshaven werden schepen voor de VOC gebouwd. “Hier waren wel tientallen tot honderden mensen aan het werk”, vertelt Gerhard de Kok, die onderzoek doet naar de economische kant van het Rotterdamse slavernijverleden, in aflevering 2 van de podcast Nooit Bewust Opgeslagen. “Dat waren timmerlieden, maar ook smeden, touwslagers, echt van alles.” De Kok beschrijft verder dat veel mensen uit de omgeving van de Achterhaven betrokken waren bij de slavenhandel, direct of indirect. Voor de reis was immers niet alleen een schip nodig, maar ook brood, bier, buskruit en nog veel meer.
3. Lloydkade en Sint Jobshaven
In dit deel van Rotterdam kwamen in de twintigste eeuw schepen aan met bijvoorbeeld repatrianten uit Nederlands-Indië (december 1945). In 1951 kwamen binnen enkele maanden ongeveer 12.500 mensen van de Molukken naar Nederland op elf schepen. Het waren leden van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL). In 1950 wordt Indonesië onafhankelijk en wordt het leger ontbonden. De Nederlandse regering had toezeggingen gedaan dat deze voormalige militairen en hun families weer terug zouden kunnen naar de Molukken. Deze belofte is nooit nagekomen. Vlakbij de Lloydkade is ook de Müllerpier te vinden, deze naam is een verwijzing naar het koloniale verleden van de stad. Op de Müllerpier is sinds 2013 het Rotterdamse slavernijmonument te vinden.
4. Leuvehaven
De Leuvehaven wordt nu omringd door hoge gebouwen. Het is nu niet meer voor te stellen dat langs dit water vroeger statige koopmanshuizen stonden. Van één van deze huizen is bekend dat het betaald is met geld verdiend in de slavenhandel. Dat pand was van de jonge Josua van Belle.
Het huis met stal en koetshuis kostte in 1723 bijna 19 duizend gulden. De jonge Josua had het geld van zijn vader, ook Josua van Belle. Die was rijk geworden met de slavenhandel in dienst van de Spaanse koning. Terug in Rotterdam kreeg de inmiddels rijke Van Belle allerlei hoge posities, zo was hij bewindhebber van de Verenigd Oost Indische Compagnie en burgemeester van Rotterdam. Zijn broer, Pedro van Belle, ging na de tijd in Spanje in dienst bij de WIC en zat onder meer op Curaçao. Het herenhuis heeft bijna twee eeuwen aan de Leuvehaven in centrum Rotterdam gestaan. In 1913 is het gesloopt voor de bouw van een groot kantoorgebouw.
5. Boompjeskade
Wie in de achttiende eeuw op stand woonde in Rotterdam woonde waarschijnlijk in de buurt van de Boompjeskade. Het hele gebied, inclusief de havens die meer in de stad liggen, was het economisch hart van de Rotterdamse koloniale geschiedenis. Aan de Boompjes was onder meer het Oost-Indisch Huis te vinden, het regionale hoofdkantoor van de VOC. Vanuit dit pand, maar ook vanuit het West-Indisch Huis aan de Admiraliteiskade, werden belangrijke besluiten genomen over de koloniale handel én over vele mensenlevens. Het Oost-Indisch Huis is bij een bombardement tijdens de Tweede Wereldoorlog verloren gegaan.
Erg leuk, zo’n artikel over geschiedenis! Als er nog meer over de Rotterdamse geschiedenis wordt geschreven misschien wat diversere thema’s?
Reageren niet meer mogelijk.