
De Duitse docent Emami Namini heeft zelf Iraanse wortels. Hij bezocht de Universiteit van Teheran al eerder om gastcolleges en cursussen te geven. Zijn meest recente bezoek aan de instelling vond plaats in het kader van het Erasmus Mobiliteitsprogramma. Dit programma vormt een schakel tussen de Erasmus Universiteit en de Universiteit van Teheran, waardoor faculteitsmedewerkers over en weer gastcolleges en cursussen kunnen geven aan de partnerinstelling. Daarnaast kunnen ze de andere universiteit bezoeken voor gezamenlijk onderzoek, om te begrijpen hoe de andere instelling zaken aanpakt of een beter beeld van de lokale studenten te krijgen.
Rouwplechtigheid
Kort voor de komst van Emami Namini in Teheran werd de Iraanse generaal Soleimani door de Amerikanen gedood in een drone-aanval. Op de campus was een publieke uitvaart voor Soleimani, bijgewoond door een groot aantal hoogleraren. Emami Namini was daar niet bij: de Duitse ambassade raadde hem aan om weg te blijven. “Ze zeiden dat dat beter was vanwege de strenge veiligheidsmaatregelen. De politie zou mij kunnen herkennen als buitenlander, dus ik besloot om in mijn hotel te blijven om misverstanden te voorkomen.” Hoewel de uitvaart in het centrum van Teheran was en Emami Namini op dat moment in het uiterste noorden van de stad verbleef, kon hij vanuit zijn hotel de militaire helikopters over Teheran zien vliegen. “Er deden miljoenen mensen mee aan de rouwplechtigheid en daardoor waren de straten een stuk rustiger dan normaal – wat eigenlijk best aangenaam was.”
Hij was nog altijd in Iran op 8 januari toen het land, als vergelding voor de aanslag op Soleimani, raketten afvuurde op militaire basissen in Irak waar Amerikaanse troepen gelegerd zijn. In de daaropvolgende uren was het niet duidelijk hoe de VS zouden reageren op deze aanval. “Dit was de enige keer dat ik me echt bang voelde tijdens mijn bezoek aan Iran, omdat ik geen idee had wat zou gebeuren,” zegt Emami Namini. Volgens hem leefde de angst voor een mogelijke oorlog ook onder de studenten. In Iran mogen jonge mannen alleen het land uit als ze hun militaire dienst hebben afgerond. “Mannelijke studenten vertelden me: als het oorlog wordt, moeten wij vechten.” Deze studenten waren aan het wachten op de toespraak die Trump rond acht uur ’s avonds zou houden. Daaruit zoude ze kunnen afleiden of het wel of niet oorlog zou worden.
Morgen oorlog
Emami Namini herinnert zich die dag nog tot in de kleinste details. “Die avond zou ik met een aantal studenten gaan eten. Ik vroeg hen: ‘Zullen we uit eten gaan voor Trumps toespraak, of zullen we wachten?’ Ze zeiden: ‘Laten we nu maar uit eten gaan – dan hebben we tenminste een leuke avond voordat we morgen de oorlog in moeten.’ In het restaurant zat iedereen natuurlijk naar het nieuws te kijken, en er was grote opluchting toen Trump in zijn toespraak zei naar vrede te streven. Van het ene op het andere moment voelde je de studenten ontspannen, omdat ze wisten dat als Trump Iran de oorlog had verklaard, zij zich de volgende dag hadden moeten melden bij het leger.”
Academische gevolgen van de boycot
De VS hebben economische, wetenschappelijke en militaire sancties ingesteld tegen Iran, maar levert dat volgens Emami Namini weinig praktische problemen op voor Iraanse wetenschappers. Iraanse wetenschappers behouden toegang tot buitenlandse wetenschappelijke tijdschriften en ze zijn vrij om hun artikelen te publiceren. De Amerikaanse boycot van Iran werpt echter wel een aantal praktische belemmeringen op. “Door de Amerikaanse sancties kunnen Europese banken geen transacties met Iran afhandelen. Een gevolg hiervan is dat de Erasmusbeurs contant moest worden uitbetaald aan de hoogleraren uit Teheran die de Erasmus Universiteit bezochten. En ze lopen tegen problemen aan wanneer zij hun reis regelen.”

Emami Namini verwacht niet dat deze samenwerking negatieve gevolgen zal hebben voor zijn eigen carrière. Integendeel, zegt hij: “Ik denk dat mensen elkaar beter begrijpen als we rechtstreeks communiceren en contact met elkaar hebben. Ik ben niemand tegengekomen die niet positief tegenover deze partnership stond.” De samenwerking wordt ook ondersteund door de Nederlandse regering: voordat een Erasmusbeurs wordt toegekend, dient die eerst te worden goedgekeurd door de Ministerie van Buitenlandse Zaken.
Slimste studenten
Hij hoopt de samenwerking met de Iraanse universiteit voort te zetten. In 2018 bezochten vier hoogleraren uit Teheran Rotterdam, terwijl twee van hun EUR-collega’s de Universiteit van Teheran bezochten. Deze uitwisseling blijft niet beperkt tot faculteitsmedewerkers. Een aantal Iraanse studenten – tot nu toe drie – hebben ook de Erasmus Universiteit bezocht. Een van hen heeft haar masteropleiding hier voortgezet; een andere is nu aan het promoveren aan het Tinbergen Instituut. Twee van Emami Namini’s bachelorstudenten zijn vorig jaar mei drie weken naar Teheran gegaan en hebben een aantal colleges bijgewoond tijdens hun bezoek. “De studenten aan de Universiteit van Teheran behoren tot de slimste van het land. Dit betekent dat wanneer deze studenten naar Nederland komen, wij kunnen profiteren van hun intellectuele capaciteiten.”