Onder de loopbrug tussen het Tinbergen- en het Erasmus-gebouw bevindt zich een ruimte met een oefencarillon. Elke woensdag leert Polak studenten het te bespelen. Dit jaar heeft hij vier nieuwe leerlingen. Franse student Sarah Burnod, die de International Bachelor of Economics and Business Economics (IBEB) volgt, ontdekte de carillonlessen op de website van Studium Generale. “Ik was op zoek naar een activiteit en kwam deze cursus tegen. Het leek me leuk en ik wilde naast de piano een ander instrument leren spelen.” Sarah begon samen met studiegenoot Azura Ha Nguyen uit Vietnam aan de cursus. Azura wilde een Europees instrument uitproberen, omdat er in haar land geen carillons zijn.
Bij moderne nummers als Señorita bespelen Sarah en Azura het carillon samen. De cursisten vinden dit een leuk nummer met een mooie melodie. Aangezien ze allebei piano kunnen spelen, kunnen ze noten lezen, wat de enige voorwaarde is voor deze cursus. “Ik denk dat piano kunnen spelen het leren van dit instrument makkelijker maakt”, zegt Azura. “Het carillon heeft wel meer pedalen, wat het lastiger maakt.” Hoewel de cursisten soms wat aarzelen tijdens het spelen, krijgen ze veel complimenten van Polak.
Hamer
Een tweede verschil tussen een piano en een carillon is dat je je vuisten gebruikt om de ’toetsen’ van het carillon, de stokken, in te drukken. Tijdens de les geeft Polak de cursisten advies. “Gebruik je pols zoals je doet wanneer je een hamer gebruikt.” Als je je vuisten gebruikt, kun je de houten stokken van het instrument met meer kracht indrukken. Een uur lang op stokken slaan met je vuisten is voor beide cursisten best pijnlijk. Maar na deze tip klinkt de muziek inderdaad beter. Polak stelt ook vragen over het carillon. Wist je bijvoorbeeld dat Italië, het land van kerken en klokken, geen enkel carillon heeft?
Zowel Azura als Sarah zijn enthousiast over het instrument. “Als ik me na deze cursus zelfverzekerd genoeg voel, wil ik één keer in de week het carillon op de campus bespelen”, zegt Sarah. Azura kan zich daar ook wel in vinden. “Ik vind het een leuk idee dat mensen op de campus mijn muziek kunnen horen.” Als ik haar vraag waarom dat anders zou zijn dan voor een publiek een stuk opvoeren op de piano, moet ze lachen. “Als je het carillon bespeelt, kan niemand je zien, dus zullen mensen het minder snel doorhebben als ik fouten maak.”