Overgewicht is het thema van de zeventiende Rotterdamlezing. En wie anders geeft die lezing dan de Rotterdamse specialist Liesbeth van Rossum? Half april verscheen haar boek VET Belangrijk. Binnen een week stond het in de bestsellerlijsten en was de eerste druk uitverkocht. Het boek wordt nu vertaald naar onder andere het Duits, Frans, Spaans, Engels en Chinees. Het zal de hele wereld overgaan. “Het is fijn dat het boek in veel landen verschijnt en veel gelezen wordt, maar voor mij is het vooral de moeite waard omdat we zo extra mensen kunnen helpen. Ik heb samen met medeschrijver Mariëtte Boon echt een missie met dit boek. Er zitten mensen achter al die cijfers over overgewicht, en vaak zijn het mensen die enorm veel verdriet hebben.”
Op elke hoek van de straat zit hier wel een hamburgerrestaurant, een pizzazaak, een friettent, of een andere toko waar je vettige lekkernijen kan halen. Maar dat is in andere steden toch ook zo? Waarom zijn Rotterdammers dan massaal zo dik?
“De CBS-cijfers van 2018 laten zien dat meer dan de helft van de Nederlanders nu overgewicht heeft, en 15 procent obesitas. In Rotterdam is dat gemiddeld gezien net een tikje meer, maar je ziet ook dat het op het platteland toeneemt. Vaak wordt gedacht dat het met geld te maken heeft, maar dat is niet zo. Sociaal-culturele factoren spelen ook een rol. Als je in een voetbalteam zit waar na de wedstrijd altijd een biertje gedronken wordt, dan vraag je niet snel een glaasje water. Toen Jamie Oliver op Engelse scholen gratis gezond ging koken, reikten moeders zelf de hamburgers aan door de schoolhekken. ‘Mijn kind eet die vieze sla niet, dat is zielig’, was de houding. Het heeft dus niet altijd met geld te maken, maar ook met sociaal-culturele zaken.”
Het is niet heel toevallig dat wethouder Sven de Langen het openingswoordje houdt bij de lezing. Hij heeft de oorlog verklaard aan de vele fastfoodzaken die Rotterdam rijk is. Hoe belangrijk is die stap?
“Absoluut belangrijk! We willen met z’n allen graag obesitas en overgewicht terugdringen, en dan heb je een aantal dingen nodig. We zijn nu aan het dweilen met de kraan open. Om die kraan dicht te draaien, is allereerst preventie nodig. Als we niet continu blootgesteld worden aan veel en ongezond eten, en als onze omgeving ons uitnodigt om te bewegen waardoor we bijvoorbeeld eerder geneigd zijn de trap in plaats van de lift te nemen of op de fiets naar het werk kunnen, zetten we belangrijke stappen.”
“Preventie alleen is niet genoeg. Mensen met ernstig overgewicht moeten ook geholpen worden, met een gecombineerde levensinterventie: gezonde voeding, bewegen volgens de beweegnorm, maar vooral ook begeleiding bij die gedragsverandering. En dat laatste is essentieel, want nog te vaak wordt gedacht: dat kan iedereen zelf. Dat is vaak niet zo. Er zijn heel veel mechanismes die zorgen dat we voedselkeuzes onbewust maken. Als je drie dagen achter elkaar om 15:00 uur een stroopwafel eet, schreeuwt je lichaam op dag vier om die stroopwafel. Je bent heel snel zo voorgeprogrammeerd, maar het afleren van zulke gewoontes is een heel intensief proces. Het moet echt in de hersenen veranderd worden. Voor die begeleiding staat gewoon twee jaar.”
Uit het boek blijkt ook dat vet niet alleen vet belangrijk, maar ook vet ingewikkeld is. Het gaat veel verder dan gezond eten en regelmatig sporten, terwijl je dat overal hoort.
“Dat is volgens mij waarom de epidemie in stand wordt gehouden. Door kennisgebrek. Het feit dat we met z’n allen denken: gewoon meer bewegen, minder eten, probleem opgelost. Als dat zo was, dan was het niet zo’n probleem geweest. Als er al sprake is van ernstig overgewicht is er al zoveel in het lichaam veranderd, waarbij onder andere allerlei stoffen het afvallen bemoeilijken. Daar zijn ook nog andere oplossingen voor. En daarnaast is preventie natuurlijk belangrijk. Het merendeel van de Nederlanders houdt zich niet aan de Schijf van Vijf, en niet aan de nationale beweegnorm. Daar hebben we ook écht wel wat te winnen, maar ook bij de mensen die wel een gezonde leefstijl hebben zie je dat overgewicht of zelfs obesitas voorkomt. Meestal zitten er andere oorzaken achter.”

En in een poging om af te vallen, gaan velen op een crashdieet…
“Ik zie inderdaad ontzettend veel mensen die iets aan hun gewicht willen doen, en vervolgens een crashdieet volgen. Dat helpt op de lange termijn niet, en mensen raken daar ontzettend teleurgesteld van. In het begin val je af, maar na verloop van tijd gaan de hongerhormonen omhoog, je verzadigingshormonen omlaag en dus krijg je meer trek, terwijl je verbranding na een crashdieet omlaag gaat. Daarna moet je alleen maar harder werken om zelfs maar op hetzelfde gewicht te blijven. Je hebt als het ware levenslang na zo’n dieet. Je moet je leven lang tegen verlaagde verbranding vechten.”
In het boek komen veel persoonlijke verhalen voor van mensen die dik zijn om allerlei redenen, van een aangeboren onverzadigbare honger, tot slaaptekort, tot extreme stress. In al die verhalen speelt schaamte een rol. Waarom wilde je dat benadrukken?
“We zien veel verdriet in de spreekkamer. Bijna elke nieuwe patiënt die ik zie, is in tranen. Alleen al omdat er een keer in de volle breedte naar het probleem wordt gekeken. Normaal krijgt iemand louter de constatering: ‘Je hebt overgewicht, je moet maar op dieet.’ Dat hebben mensen die hier binnenkomen al geprobeerd. Vaak is er meer aan de hand, en als je goed kijkt, vind je bij heel veel mensen achterliggende oorzaken. Denk bijvoorbeeld aan medicatie met gewichtsverhogende werking, hormonale veranderingen, slaaptekort en stress. Vaak is het een optelsom van meerdere factoren.
“Schaamte belemmert mensen vaak om overgewicht aan te pakken. Als iemand met obesitas zich in een trainingspak hijst en op straat gaat bewegen, dan krijgt hij of zij niet zo snel positieve dingen naar het hoofd geslingerd. Wij helpen er als maatschappij dus ook niet aan mee. De norm is slank. Discriminatie op basis van obesitas is de laatste vorm van sociaal geaccepteerde discriminatie.”
In hoeverre zijn stress en overgewicht met elkaar verwikkeld?
“Heel erg. Bij stress maak je extra cortisol aan en daar krijg je snacktrek van en extra buikvet. We weten dat meer dan de helft van de mensen met obesitas een verhoogd cortisolniveau heeft. Nu zijn we aan het onderzoeken of die combinatie nu begint met een hoog cortisol en vervolgens het ontstaan van obesitas of andersom. Het is een kip-ei-verhaal. Wat was eerst: stress of overgewicht? Over een jaar hopen we de balans van dat onderzoek op te maken.”
Wat is de grootste uitdaging op het gebied van overgewicht?
“Meer kennis over het probleem delen. Dat kan onderwijs op scholen zijn, maar ook overdracht aan artsen. Vet is belangrijk. Het is een orgaan dat honderden hormonen aanmaakt, maar overgewicht is een groot probleem in Nederland. Doordat we allemaal te simpel denken, blijven we maar aan knoppen draaien die we niet goed krijgen. Aan slaap, stress of medicijnen kan je soms wat doen, en als je gedrag wilt veranderen dan moet je daar wat aan doen. Maar we moeten ook zorgen dat mensen begrijpen hoe de verleidingen werken. Als je een stroopwafel ziet of eraan denkt, word je hongerhormoon geactiveerd en maak je extra speeksel aan. Je insuline gaat omhoog, je bloedsuiker omlaag, je krijgt dan craving naar iets zoets. Als je je daar bewust van bent, laat je jezelf minder verleiden. Het gebeurt vaak zo onbewust.”