Hoe komt het dat deze verkiezingen niet leven?

“Het zijn verkiezingen met een beperkte relevantie voor de kiezer, maar het is vooral heel onduidelijk waar ze precies over gaan. Het zijn eigenlijk drie verkiezingen in één. Het waterschap, de provincie, de Eerste Kamer en daarmee ook over de machtsverhoudingen in Den Haag in bredere zin. Want als de coalitie de meerderheid in de Eerste Kamer verliest, heeft dat ook gevolgen.

“Dat zijn wel heel veel keuzes tegelijk. Een beetje te veel, zou ik zeggen. En dan gaat het in de media ook nog eens alleen maar over de landelijke thema’s. De provinciale thema’s komen bijna niet aan bod.”

Is dat een probleem?

“Nou ja, het is vooral logisch. Want stel je voor dat kiezers zich laten leiden door de provincie. Zou dat leiden tot andere keuzes van mensen? Dat is een ingewikkelde vraag. Ik zou niet weten wat de mening is van partijen in de Provinciale Staten, omdat je daar nooit wat over hoort. Mensen die heel groen willen stemmen, stemmen toch wel GroenLinks. Mensen die tegen windmolens zijn PVV. Veel standpunten zijn vrij voorspelbaar.  

“Het is vrij simpel: mensen willen zich niet overal in verdiepen en dus wordt er gekeken naar de landelijke thema’s. Het is voor de opkomst heel fijn dat de Eerste Kamer door de Statenleden wordt gekozen, dan komen er tenminste nog mensen. En mensen gaan al helemaal niet de twaalf programma’s van alle partijen die meedoen aan de waterschapsverkiezingen doorlezen.”

Wat zou je dan kunnen doen om die waterschapsverkiezingen aantrekkelijker te maken?

“Dat is heel moeilijk. Als je de verkiezingen voor de waterschappen apart organiseert, komt er helemaal niemand. En dat is niet gek. Over de waterschappen hoor je al helemaal niets. Die gekozen waterschapsbestuurders hebben gewoon vier jaar lang een carte blanche. Ze moeten wel heel rare beslissingen nemen willen ze ermee in het nieuws komen.

“Meer voorlichting heeft ook niet veel zin, want er is nu eenmaal te weinig te kiezen. Aan de ene kant zijn er partijen die willen dat het water duurzaam wordt beheerd. Denk aan Water Natuurlijk, de PvdA en de Partij voor de Dieren. Aan de andere kant zijn er partijen die water als gebruiksproduct zien en dat vooral zo goedkoop mogelijk willen: VVD en CDA. Meer onderscheid dan dat is er niet. Daarom zou je het algemene beleid van de waterschappen net zo goed door de Tweede Kamer en ambtenaren kunnen laten uitvoeren.

“Sorry, dit is niet echt een vrolijk verhaal zo, maar het is niet anders.”

Geen probleem, het is wat het is. Maar hoe zit het dan bij de Provinciale Staten? Is daar meer te kiezen?

“Ook daar is het spectrum voor de gemiddelde kiezer niet heel uitgebreid. Er zijn drie mogelijkheden. Smaak 1: steun het kabinet. Smaak 2: het moet groener in Nederland. Smaak 3: dit kabinet is zo ontzettend kut, we gooien de kont tegen de krib.

“Er zijn weinig mensen die groener beleid willen én op Forum voor Democratie stemmen. Of die denken: die polders kunnen ook wel volgebouwd worden, ik stem GroenLinks. Die keuze gaat over het algemeen goed, er kan ook niet zo heel veel misgaan natuurlijk. Veel meer mag je, zeker van de laagopgeleide kiezer niet verwachten. Die verdiepen zich niet in de strategie erachter. Daar hebben ze helemaal geen zin in, en terecht.”

Maar waar blijft dan die provinciale inhoud? Hoe komt die terug?

“Vraag aan een willekeurig iemand op de campus wat de provincie heeft gedaan de afgelopen vier jaar en hij of zij staat met een bek vol tanden. Je hoort er helemaal niets over. Die provinciale politici worden ook helemaal niet gecontroleerd.

“Mensen ontdekken nu, wanneer de provinciale verkiezingen eraan komen, dat ze er nooit wat van gehoord hebben en dat er geen controle is geweest. Maar journalistiek op dit niveau is moeilijk: niemand wil ervoor betalen, dus gebeurt er ook niets. Terwijl er genoeg verhalen liggen. Vooralsnog heeft niemand daar een oplossing voor, behalve meer subsidie geven aan regionale journalistiek, maar de vraag is of de producties die met subsidie gemaakt worden wel enig publiek trekken. Als dat niet zo is, heeft die journalistiek ook niet zoveel zin.

“Een voorbeeld: de nummer één van Forum voor Democratie in Zuid-Holland staat ook op plek twee van de lijst voor het Europees Parlement. En op plek drie staat iemand die helemaal niet in Zuid-Holland woont. Hoe serieus neemt FvD de provincie dan? Niet. Maar er is nauwelijks journalistiek over dit soort zaken, dus weten veel kiezers het ook niet.”

Zijn de journalisten de schuldigen? Of valt de kiezer ook wat te verwijten, die bijvoorbeeld toch blind op Forum voor Democratie stemt?

“Het is een schande voor de democratie als de hoogopgeleide kiezer, jullie lezer, zegt: ‘Ik weet niet waar ik op moet stemmen.’. Dat is zo belachelijk lui. Get a life, neem een abonnement op een regionale krant en verdiep je eens. Investeer eens wat tijd, dat meen ik echt.

“Ondanks dat er heel veel mis is, mogen die kiezers zich daar echt niet achter verschuilen. De website van een partij opzoeken is echt niet heel erg moeilijk. En de ironie is ook dat iemand zich echt niet in alle partijen hoeft te verdiepen. Als je in de linkse hoek zit, kan je natuurlijk al een groot aantal partijen overslaan. Het is nog geen middagje werk. Echt geen enorme taak.

“Je burgerplicht, zo moet je het zien. Want wat voor verkiezingen het ook zijn en wat er misschien ook op aan te merken valt, een beetje tijd er in steken kan iedereen doen. En als wij het als hoogopgeleiden niet kunnen, moeten we onszelf eens afvragen hoe het in de rest van de wereld gaat.”

Chris Aalberts is docent en onderzoeker politieke communicatie bij ESHCC. Daarnaast is hij verslaggever, publicist en columnist. Hij schrijft en onderzoekt ‘politiek die voor het grote publiek onzichtbaar blijft’. Zo verdiepte hij zich al in de lokale politiek van Den Helder en volgde hij het afgelopen jaar het waterschap Amstel, Gooi en Vecht.