“We gaan een wereldrecord MOOC maken vestigen”, lacht Kris Stabel, projectleider online onderwijs van de universiteit. “Normaal duurt het ongeveer een jaar voor een MOOC af is. Nu doen we het in twee maanden.” De online collegereeks Philosophy of Science moet op 7 januari live gaan. “Dat is redelijk kort dag”, antwoordt Tim De Mey, universitair docent Theoretische Filosofie, met gevoel voor understatement.
Een MOOC? Ja, dat is een Massive Open Online Course, een online collegereeks met video’s, opdrachten en discussiefora. Op afstand te volgen, voor iedereen toegankelijk en grotendeels gratis – vaak betaal je alleen voor een officieel certificaat. Sinds de Universiteit van Stanford in 2011 de eerste MOOC online zette, een collegereeks over kunstmatige intelligentie waar uiteindelijk 160.000 studenten uit 190 landen aan meededen, bieden steeds meer universiteiten onderwijs op deze manier aan. De Erasmus Universiteit heeft inmiddels veertien MOOCs op Coursera staan, een soort Netflix voor online onderwijs, en er zijn er nog eens dertien in productie.
Post-its
Toch denken ze dat het wel gaat lukken, want het is niet de eerste keer dat Stabel en De Mey een MOOC maken. De Mey maakte er al twee en heeft er nog een flink aantal in de pijplijn zitten. “Ze noemen mij ook wel het moociemonster.” Bovendien kunnen ze gebruikmaken van de ruwe beelden van The Mind of the Universe, een interviewserie van de VPRO met wetenschappers waarvan de volledige interviews vrij beschikbaar zijn.
Op de tafels in het midden van de ruimte ligt een enorm vel papier met allerlei gekleurde post-its. Dat vel papier is het ontwerp voor de MOOC Philosophy of Science, het vak dat De Mey vanaf januari geeft. Naast Stabel en De Mey is ook onderwijsadviseur Romy van Leeuwen aangeschoven. In twee dagen tijd vullen ze met zijn drieën het vel papier met post-its tot er een volledig ‘storyboard’ ligt. Blauw voor de weektitel, geel voor de titel van de video, groen voor de bijbehorende literatuur of ander aanvullend materiaal, roze voor de opdracht, lichtroze voor het leerdoel en rood voor het einddoel: iedere student moet aan het eind van deze MOOC een scherpe probleemdefinitie kunnen opstellen.
Tijdens deze tweede ‘storyboardingsessie’ bedenken en bespreken de aanwezigen iedere post-it vanuit hun eigen expertise. De Mey doet vooral de inhoud. Regelmatig zwaait hij met een boek (“Dit is mijn nieuwe held!”), begint hij een anekdote (“Weten jullie hoe de bloedsomloop ontdekt is?”) of vertelt hij over een film- of theaterscene die hij als voorbeeld wil gebruiken (“Tim Roth in Tom Stoppards Rosencrantz and Guildenstern are dead moet erin!”). Van Leeuwen en Stabel houden de leerdoelen scherp, zorgen voor didactische ondersteuning en wijzen af en toe op technische mogelijkheden of beperkingen (“Waarom doen we bij dit college geen FaceTime-interview in plaats van literatuur?”).
Tunnel
De collegereeks duurt acht weken, met iedere week drie video’s, opdrachten, en aanvullende literatuur of extra beeldmateriaal. In de eerste twee weken maken studenten kennis met de geschiedenis van de wetenschapsfilosofie. “De titel van de eerste video is Abduction and theory-ladenness”, vertelt De Mey. “Dat gaat over theorievorming en aan de andere kant van de medaille over vastzitten in een tunnel door de assumpties die je hebt als onderzoeker.” Van Leeuwen vraagt welke opdracht studenten moeten doen na het kijken van de video. De Mey: “Ik wil dat studenten nadenken over een voorbeeld van abductie of theory-ladenness binnen hun eigen discipline.” Van Leeuwen vult aan: “Je zou ze ook een voorbeeld uit het dagelijks leven kunnen laten geven.”
“We beginnen bewust met zo’n makkelijke opdracht”, legt Stabel uit, terwijl De Mey en Van Leeuwen de volgende video bespreken. “Je kunt niet meteen van studenten verwachten dat ze begrijpen hoe je leert via online onderwijs.” Hij vergelijkt het met de eerste dag in een grote collegezaal. “Dan kijk je als student ook een beetje angstig om je heen. Door ze een voorbeeld uit het dagelijks leven te laten geven, is de opdracht niet bedreigend. Studenten hoeven niet meteen met elkaar in discussie of kritiek te leveren, het is vooral belangrijk dat ze de leeromgeving leren kennen.”
Reclame
Waarom maakt de universiteit eigenlijk MOOCs? Voor een cynische buitenstaander lijkt het soms alsof er veel tijd en moeite wordt gestoken in uitgebreide reclamevideo’s voor universiteiten. “Voor veel MOOCs geldt inderdaad dat het geen onderwijsproducten zijn, maar een soort showcase voor een opleiding of onderzoeksgroep”, vertelt Stabel. “Dat is aan het veranderen: steeds vaker wordt nagedacht hoe je hiermee het reguliere onderwijs kunt verbeteren.”
“Ik zag het ook lang als een soort etalage voor je eigen expertise of die van de universiteit”, vertelt De Mey in de koffiepauze. “Maar sinds ik er in mijn eigen onderwijs mee werk, denk ik daar heel anders over.” Sindsdien heeft hij de koorts te pakken, hoewel hij niet zeker weet of het voor iedere docent is weggelegd. Een beetje drang naar onderwijsvernieuwing en cameragevoel is er wel voor nodig. “Ik was al langer op zoek naar manieren om mijn onderwijs te verbeteren. En ik heb een beetje theaterervaring, dus ik speel graag met de camera.”
Ideale vorm
De video’s die de filosofiedocent maakt, zijn niet alleen bedoeld voor studenten van buiten de universiteit. Ook zijn eigen studenten moeten de MOOC volgen, ter voorbereiding op de reguliere colleges. “Voor mij is dit de ideale vorm om mijn onderwijs te structureren”, stelt De Mey. “Ik geef normaal nogal zoekend college, voor sommige studenten te chaotisch. MOOCs dwingen me om veel duidelijker te structureren en na te denken over de volgorde, de opdrachten en de leerdoelen. Dit geeft studenten veel meer houvast. Ze kunnen altijd terugvallen op de video’s van vorige week.”
“Het fijne aan deze vorm is dat studenten alle theorie al gehad hebben voor het college. Daardoor kun je tijdens colleges meer de diepte in”, legt De Mey uit. Bovendien denkt hij dat goed gemaakte video’s een waardevolle aanvulling zijn op de reguliere literatuur. Tijdens de storyboardingsessie bespreken ze regelmatig hoe ze de aandacht van studenten zo lang mogelijk vast kunnen houden, door te spelen met de lengte en de vormgeving van de video. Meerdere keren wordt de volgorde van de gekleurde post-its omgegooid. “Stop! Stop! Stop!”, roept De Mey op zo’n moment. “Eigenlijk hoort dit bij het vorige onderwerp.” En dan kunnen Stabel en Van Leeuwen weer gaan puzzelen.
Maar leren studenten ook echt beter? “Dat niet per se”, vertelt Stabel. “Ze leren in ieder geval niet slechter, blijkt uit onderzoek.” En hij wijst op een voorbeeld in Wageningen, waar een aantal masters zowel online als offline werd gegeven. De tentamenresultaten van de studenten die de master alleen online volgden waren beter.
Online proctoring
Ondertussen bespreken ze hoe de opdrachten beoordeeld worden. Een deel kan via peer review, waarbij de studenten elkaars werk beoordelen. “Dat vind ik een belangrijk onderdeel van het leerproces”, zegt De Mey. “Mensen vinden het wel vervelend dat ze op Coursera soms oneindig lang op hun medestudenten moeten wachten”, werpt Van Leeuwen tegen. “En er vallen veel external learners uit tijdens de MOOC. Dus misschien moeten we tutoren feedback laten geven als een student de deadline mist omdat een ander te laat is met beoordelen.”
“Voor het afsluitende tentamen zouden we online proctoring kunnen gebruiken”, stelt Van Leeuwen voor. “Online wat?”, vraagt De Mey. “Dat is software die het mogelijk maakt om op een andere tijd of een andere plek een tentamen te maken”, legt ze uit. “Eigenlijk word je dan gewoon op afstand in de gaten gehouden via je computer. De software registreert bijvoorbeeld dat er iemand achter je komt staan en dan kan de docent of tutor even meekijken om te controleren of niemand de antwoorden influistert.”
Voor de lol
De Mey en Stabel zijn allebei groot pleitbezorger van de ‘modularisering’ van het onderwijs. Ze zouden graag zien dat studenten meer keuzevrijheid hebben in welke vakken ze wanneer volgen. Daar zijn online collegereken volgens hen ideaal voor, die zijn immers niet gebonden aan plaats of tijd. Tentamens en begeleiding hoeven geen bezwaar te zijn. “Ik wil wel dat er ergens een vorm van persoonlijke begeleiding bij zit”, zegt De Mey op het moment dat het vel papier bijna vol geplakt is. “Want een van de problemen bij MOOCs die je alleen online aanbiedt is dat veel mensen afhaken. Dat kun je voorkomen door persoonlijk feedback te geven.”
“We kunnen daarvoor ook studentassistenten of tutoren inzetten in de maanden dat het vak niet offline wordt aangeboden”, zegt Stabel, terwijl hij alle gesneuvelde post-its in de prullenbak gooit. “Of we vragen of Coursera iemand heeft die de praktische begeleiding op zich wil nemen.” Hij geeft de MOOC van Econometrie (van de ESE), met 80.000 deelnemers, als voorbeeld. Die wordt ook maar een paar maanden per jaar begeleid door mensen van de EUR. “De rest van het jaar is er een Duitser die puur vrijwillig, gewoon voor de lol, de begeleiding doet.”
24 scripts
Zeker de MOOC Philosophy of Science die ze nu maken, vinden ze, zou perfect passen in een onderwijsmodel waarin studenten meer hun eigen weg kiezen. “Eigenlijk gaat deze collegereeks alleen maar over hoe je goede wetenschappelijke vragen stelt en een scherpe probleemdefinitie maakt”, zegt De Mey. “Dat maakt het bij uitstek geschikt voor studenten die een scriptie moeten schrijven.” Stabel: “Eigenlijk zou iedere EUR-student voor het schrijven van een scriptie deze MOOC moeten volgen.”
Na anderhalve dag ‘storyboarden’ liggen alle post-its op de juiste plek. Maar daarmee is de MOOC nog niet klaar. In de komende zes weken moeten ze 24 scripts voor video’s van vijf tot tien minuten schrijven, de video’s opnemen in het nieuwe Education Lab, bijbehorende opdrachten, vragen en quizzen bedenken, literatuur vinden, de leerdoelen en de verschillende video’s beschrijven, interviewfragmenten uitzoeken en de MOOC ‘bouwen’ op Coursera. Dat doet De Mey niet alleen. Hij schrijft de scripts en staat uiteindelijk voor de camera. In de tussentijd zijn er naast de onderwijskundigen ook een vormgever, cameraman en mensen van de nieuwe studio betrokken bij het maken van de MOOC. En gelukkig is er een PhD-student voor de rotklusjes: “Had hij er vandaag maar bij moeten zijn.”
Wanneer is hij beschikbaar en waar gaan we hem vinden?
Als alles op tijd af is, kun je de MOOC vanaf 7 januari 2019 vinden op Coursera: https://www.coursera.org/erasmus
Reageren niet meer mogelijk.