De documentaire was het resultaat van Lise Zurné’s onderzoek voor haar masterscriptie van Visual Anthropology aan de Universiteit Leiden in 2016. “Doordat ik daarvoor mijn propedeuse aan de kunstacademie Utrecht had behaald, was filmen niets nieuws voor mij. Het leek mij dus een logische keuze om mijn onderzoek, behalve schriftelijk, vast te leggen op film”, vertelt Zurné.
Filmfestivals zijn bekend terrein voor Zurné. Sinds 2016 is ‘The Feel of History’ al vertoond op vijftien etnografische filmfestivals. In oktober wordt de documentaire gedraaid op het Regard Bleu filmfestival in Zürich dat gericht is op academici en onderzoekers. “Ik denk dat de film interessant is, omdat die vooral inzicht biedt in hoe een gemeenschap zich positioneert en beweegt tussen historische conflicten en politieke belangen.”
Gevoelig
Lise Zurné volgde een historisch genootschap in Yogyakarta, Indonesië, dat elk jaar een re-enactment doet van Serangan Umum 1 Maret, één van de laatste gevechten tegen de Nederlandse kolonisator in 1949. Drie maanden lang filmde Zurné het historisch genootschap Komunitas Djokjakarta 1945, vanaf de allereerste voorbereiding tot aan de uitvoering, waar overigens behalve vrienden en familie niet al te veel mensen op afkomen.

“Wat het bijzonder maakt, is dat er bij deze re-enactment veel meer komt kijken dan alleen maar het naspelen van een historische gebeurtenis”, aldus Zurné.
In Indonesië zijn er namelijk veel controverses rondom het historisch narratief van Serangan Umum 1 Maret; tot aan de dag van vandaag debatteren Indonesiërs over wie de initiatiefnemer was van de aanval. Ook zetten ze vraagtekens bij de rol van Soeharto, die later een dictatoriale president van het land werd, in de gebeurtenis. “Omdat de strijd een beetje gevoelig ligt in de geschiedenis, waren mijn hoofdvragen: hoe gaat het historisch genootschap om met al de controverses? Welke keuzes maken ze voor de re-enactment?” vertelt de promovenda.
Spektakel
In de film beantwoordt Zurné deze vragen door de re-enactment te deconstrueren. Zij laat de deelnemers aan het woord en observeert hoe ze hun namaakwapen en uitrusting zelf maken. “Tijdens het filmen ben ik erachter gekomen dat de mensen die re-enactment doen in Yogyakarta zich heel erg verbonden voelen met het leger en soldaten”, vertelt Zurné. “Ze doen de re-enactment dus niet puur in het belang van geschiedenis, maar ook omdat ze het gewoon leuk vinden om rond te lopen in een legeruniform en militaire uitrusting.”

Op de controverses rondom het thema letten de deelnemers van de re-enactment nauwelijks. “Er is geen diepgaande discussie over de controverse en de rol van Soeharto. Het genootschap heeft gekozen voor het spektakel. De re-enactment moest zo opvallend en indrukwekkend mogelijk zijn; de ‘waarheid’ van het historisch narratief was voor hen minder belangrijk”, aldus Zurné.
In haar huidige onderzoek vergelijkt ze re-enactment in Nederland, België en Indonesië. “De studie loopt nog, maar ik vermoed dat re-enactment in Nederland en België meer rekening houdt met de gevoeligheid van de zaak; uit mijn onderzoek blijkt dat men bijvoorbeeld geen SS-uniform draagt tijdens een re-enactment, terwijl men in Indonesië er veel losser mee omgaat.”