Campus
O, die enorme campus. Het duurt even, maar er komt een moment dat je in één rechte lijn van het G-gebouw naar het T-gebouw loopt. Een moment dat je niet meer verdwaalt omdat de bewegwijzering je straal de verkeerde kant op stuurt. Dat je begrijpt dat de lokalen C1-2, CT-2 en zo verder in het Theilgebouw te vinden zijn.
Daar begint het mee, maar het loont de moeite om de campus écht goed te leren kennen. Waar moet je afspreken voor een snelle wip? Bijvoorbeeld in de kleine studeerkamers van het G-gebouw. Daar is het immers lekker rustig. Liever met uitzicht? Overweeg dan diezelfde kamertjes op de 18e verdieping van het Mandevillegebouw. Waar kun je gratis bier en bitterballen bietsen? Op de 17e verdieping van het Tinbergen is de Faculty Club te vinden. In deze ruimtes, met restaurant en prachtig uitzicht, worden regelmatig bijeenkomsten georganiseerd. Een beetje goedgekleed val jij niet op, hoor. En waar zijn de schoonste wc’s? Uit een eerdere rondvraag kwamen de toiletten rondom de aula het beste uit de bus. “Kun je makkelijk een half uur poepen zonder dat iemand het merkt”, verklapte een student.

Burn-out
Het mogen dan misschien de mooiste jaren ooit worden, eenvoudig hoeft het zeker niet te zijn. Ruim 30 procent van de studenten heeft een verhoogde kans op een burn-out. Dan heb je dus al klachten van overspannenheid, zoals oververmoeidheid, concentratieproblemen en vergeetachtigheid. Bij studenten Geneeskunde is dit percentage nog veel hoger: ruim 50 procent.
Hoe kan dat nou? “Er wordt steeds meer van studenten verwacht”, legt de voorzitter van de Landelijke Studentenvakbond uit. “Studenten moeten een bindend studieadvies halen, zo snel mogelijk door de studie, en veel aan hun cv werken om een baan te krijgen. Daarnaast moeten ze vaak werken om de stijgende kosten voor hun studie en huur te betalen. Dat vergt zijn tol.”
Gelukkig kun je wel wat maatregelen nemen: slaap, ontspan, eet gezond en sport ook eens een keertje. Ontspanning zoeken door jezelf onder te dompelen in het studentenleven kan dus zowaar helpen. Behalve als je zo’n introvert bent dat je liever netflixt, dan is dat de nodige ontspanning. Eens binnenstappen bij de studentenpsycholoog is ook een optie. Elke dinsdag en donderdag is het inloopspreekuur en kun je eventjes tien minuten kletsen.
Het studeren zelf
Je zou bijna vergeten dat de studententijd voor een groot deel gekenmerkt wordt door studeren. Fred Paas, hoogleraar bij de Erasmus School of Social and Behavioural Sciences, gaf al eens vijf zéér zinnige tips. Zo legt hij uit dat samenvattingen maken inderdaad effectief is, zeker als je ze met de hand schrijft. Ook raadt Paas aan stress te voorkomen. Hoe je dat weer doet, legt hoogleraar Liesbeth van Rossum van het Erasmus MC hier uit.
Studieschuld
Oké. Dit is eigenlijk pas een probleem voor na je studietijd. Gedurende je studie is elke 24e dag van de maand de dag waarop er magisch geld verschijnt op je bankrekening. Als je leent tenminste. En dat doen steeds meer studenten. In 2012 had bijna 50 procent van de studenten een studieschuld, vorig jaar was dit 73 procent. *Moment stilte voor de weggevallen studiebeurs.*
‘Let op! Geld lenen kost geld!’ Het lijkt misschien gratis geld van ome DUO, maar je moet het wel ooit terug betalen. Beginnend twee jaar na het behalen van je diploma. Bijna honderdduizend oud-studenten kunnen hun schuld nu al niet terugbetalen, al mag je er tegenwoordig 35 jaar (!) over doen. Wat voor gevolgen heeft die studieschuld nog meer naast een extra maandlast? Misschien lijkt het nog ver weg, maar een studieschuld heeft invloed op het krijgen van een hypotheek. ‘Maximaal lenen is maximaal leven’ geldt dus vooral tijdens je studie.