Frederique Moerman (19) wist al vanaf groep 7 dat ze geneeskunde wilde gaan studeren. “Vorig jaar ben ik toch maar naar een paar open dagen van andere studies gegaan, omdat het me wel handig leek om een alternatief te hebben als ik niet zou worden toegelaten.”
De gymnasiumleerling had echter geen plan B nodig en kon in september beginnen aan haar droomstudie. Het was wel even wennen toen ze na het eerste blok een 5,5 en een 5,6 haalde. Frederique: “Ik was gewend om redelijk goede cijfers te halen, zonder daar echt mijn best voor te doen.” Sindsdien werkt ze een stuk harder, en met betere resultaten, vertelt ze in de metro onderweg naar Schiedam. “Vroeger wilde ik neuroloog worden, maar inmiddels zijn er meer specialisaties die ik interessant vind, zoals kindergeneeskunde of cardiologie. Maar sommige dingen vind ik heel saai, zoals de nieren, waar we net een blok van zes weken over hebben gehad.”
Plakbord en markers
Naast de veeleisende studie hockeyt Frederique in het eerste van Hockeyclub Rotterdam (HCR). “Elke zondag een wedstrijd en drie keer per week trainen. Dat kost op zichzelf niet zoveel tijd, maar met alles eromheen ben ik per keer toch gauw drie-en-een-half uur kwijt.” Gelukkig heeft ze al twee jaar een rijbewijs, dus kan ze er op eigen houtje komen. “Maar vanavond word ik voor het eerst opgehaald door de vriendin die meestal met mij meerijdt. Die is namelijk net achttien geworden.”
Ondanks het drukke weekprogramma lijkt Frederique alles aardig onder controle te hebben. “In het begin heb ik wel een schema bijgehouden met een plakbord en markers, om alles in te delen. Op maandagavond en zaterdag ben ik altijd vrij, dus dan kan ik huiswerk maken.”
Voor mannen is voorlopig in ieder geval geen tijd. “Tijdens mijn studie kom ik ook weinig leuke jongens tegen.” En op de hockeyclub? Grinnikend: “Ja, daar wel inderdaad.”
Promoveren naar de hoofdklasse
Volgend jaar is ze van plan om een huis in Rotterdam te zoeken, samen met een vriendin van hockey. “Het liefst iets in de buurt van het Erasmus MC.” Nu is het vaak nog hopen op de juiste aansluiting van de metro en de bus, die maar één keer in het half uur gaat.
Met Schiedam heeft ze sowieso niet bijzonder veel. “Als ik met vriendinnen iets ga drinken, is dat eigenlijk altijd in Rotterdam.” Ze hockeyt ook al vanaf haar twaalfde bij HCR. “Sindsdien vraagt de manager van mijn oude club in Schiedam elk jaar aan mijn moeder wanneer ik terugkom.” Frederique ziet dat niet zo snel gebeuren. “Ik hoop dat we volgend seizoen naar de hoofdklasse promoveren en dat ik in het eerste kan blijven spelen. Al realiseer ik me soms ook dat ik een van de drukste en moeilijkste studies heb uitgekozen.”
Vanuit de bus, die we op het nippertje hebben gehaald, is het nog vijf minuten lopen naar het huis van de familie Moerman. Vandaag wordt er geen huiswerk meer gemaakt. “Als ik naar college ben geweest en ’s avonds nog moet trainen, vind ik het nu wel even mooi geweest.”
Hallo Tara,
Dank je wel voor je leuke reisverslagen!
Hartelijke groet,
Fedde
Reageren niet meer mogelijk.