Als je problemen in een stad als Rotterdam bij de wortel wil aanpakken, moeten wetenschap en ambtenaren veel vaker samen optrekken, zegt Burdorf. Doet de gemeente echt zo weinig met onderzoek?
“Er is heel veel kennis beschikbaar, maar die bereikt – laat ik het voorzichtig zeggen – lang niet altijd tijdig de juiste plek. Vanuit de afdeling Onderzoek en Business Intelligence, waar ik voor werk, proberen we zoveel mogelijk de verbinding te leggen. Bijvoorbeeld in de diverse kenniswerkplaatsen die tussen de gemeente en de Erasmus Universiteit zijn opgezet. We proberen een spin in het web te zijn, ook met ons jaarlijkse kennisfestival, om alle betrokken partijen bij elkaar te brengen.
“Maar het klopt. Er is veel wetenschappelijk onderzoek waar wij niets mee doen. Omdat er geen tijd is, mensen het belang niet inzien, of er simpelweg de competenties niet voor hebben om met zo’n studie aan de slag te gaan. Ook is het lastig inschatten waar je waardevolle kennis kunt vinden. En wat je vaak hoort, is dat men het moeilijk vindt dat een handelingsperspectief in zo’n wetenschappelijke publicatie ontbreekt.”
Is dat terecht?
“Mijn stellige overtuiging is dat de wetenschap ons antwoord geeft op de vraag hoe iets zit, maar niet hoeft aan te geven wat we moeten doen. Die afweging ligt bij de politiek en de ambtenarij.”
Burdorf stelt dat de politiek soms niet op zoek lijkt te zijn naar academische kennis om een probleem op te lossen, maar enigszins willekeurig shopt in de feiten om de eigen visie te onderbouwen. Herkent u dat?
“Dat gebeurt. Ook omdat de wetenschap altijd genuanceerd is, vaak ruimte voor interpretatie laat en wetenschappers elkaar nogal eens tegenspreken. Maar überhaupt is er geen simpele koppeling tussen onderzoek en beleid te maken. Laatst rekende een wetenschapper ons voor dat een nieuwe interventie iets duurder was dan de bestaande, maar niet veel effectiever. Dat was voor hem reden om te zeggen dat de gemeente met die interventie moest stoppen. Zo simpel is dat niet. Er spelen ook andere belangen een rol. De betreffende wethouder kan in zijn verkiezingsprogramma bijvoorbeeld bepaalde dingen beloofd hebben. Dan is het volkomen legitiem als hij – alleen al om die reden – voet bij stuk houdt.”
Vreemder is het, als een wethouder iets wil, wat aantoonbaar niet, of zelfs averechts werkt. Hoe ga je daarmee om?
“Er zijn mensen die vinden dat je als ambtenaar de wensen van een gekozen volksvertegenwoordiger altijd moet inwilligen. En uiteindelijk heeft een wethouder inderdaad het laatste woord, welk besluit hij ook neemt. Maar als wij weten dat de wethouder linksaf wil, en er toch echt meer redenen zijn om rechtsaf te gaan, kun je die discussie wel aangaan. Sterker nog: dat is je plicht. Dat noemen we ambtelijk vakmanschap. Je dient de politiek, maar ook de publieke zaak. Dus je moet altijd zorgen dat alle kanten van het verhaal op tafel komen, ook als die niet aansluiten bij de wens van de politiek.”
Is dat een pleidooi voor dwarse ambtenaren?
“Niet zozeer voor dwarse ambtenaren. Maar ik denk wel dat het gezond is om interne tegenspraak te organiseren. Dat geldt in het bedrijfsleven ook, zelfs in je privésfeer denk ik. De politiek-bestuurlijke sensitiviteit die heel belangrijk is in de top van de ambtenarij, is soms iets te veel doorgesijpeld naar de lagere regionen van de organisatie. Dan vraagt men: wil de wethouder dit wel? Of: is daar wel politiek draagvlak voor? Terwijl de vraag wat mij betreft moet zijn: wat is het beste voor de stad? Een ambtenaar die hier al twintig jaar werkt, kent de problematiek soms beter dan een wethouder die zijn functie slechts vier jaar vervult. Als je dan alternatieven aandraagt, kunnen kennis en wetenschappelijk onderzoek een grote rol spelen.”
Wat kunnen wetenschappers doen om te zorgen dat er, bijvoorbeeld door Rotterdamse ambtenaren, meer met hun onderzoek gedaan wordt?
“In algemene zin geldt dat er wel wat meer aandacht mag zijn voor valorisatie. Ik belde onlangs een professor met de vraag of hij een workshop wilde komen geven over ambtelijk vakmanschap. Daar had hij een prachtig boekje over geschreven. Maar hij was inmiddels alweer twee wetenschappelijke publicaties verder en wilde aan dit onderwerp niet meer zoveel tijd besteden. Op zich begrijpelijk. Alleen dan blijft het dus bij die ene publicatie. Als je wil dat je onderzoek de praktijk bereikt, kost dat tijd, soms geld, veel geduld en de wil om je onderzoek uit te leggen aan professionals. Die investering moet je willen doen.”
Erasmus MC wil band met stad ‘mogelijk uitbreiden’
Niet alleen de ambtenarij kreeg een veeg uit de pan van Lex Burdorf. Ook de wetenschap zelf moest eraan geloven. Ernst Kuipers, bestuursvoorzitter van het Erasmus MC, laat in een reactie weten het pleidooi ‘van harte’ te ondersteunen. “Wij vinden dat het de verantwoordelijkheid is van het Erasmus MC om veel energie te richten op de gezondheid van de Rotterdamse bevolking. Ik kan dan ook met vertrouwen zeggen dat de oproep van Burdorf niet aan dovemansoren is. Sterker nog: dat het Erasmus MC jaarlijks een veelvoud van de door hem genoemde twee ton investeert in initiatieven met dit doel.”
Als voorbeeld geeft Kuipers programma’s gericht op de verbetering van acute zorg, geestelijke gezondheidszorg, gezond gewicht, of bijvoorbeeld preventie en vroege detectie van infectieziekten en kanker. “Ik wil in dit kader van harte aanhalen dat het bevolkingsonderzoek naar darmkanker in Rotterdam negen jaar eerder begon dan in het gehele land. Bij deze initiatieven zijn naast de door Lex Burdorf genoemde personen talloze andere professionals van het Erasmus betrokken. Wij willen deze inzet tezamen met het nieuwe college en de nieuwe wethouder graag continueren en waar maar mogelijk uitbreiden.”