
Al twintig dikke jaargangen lang staat het probleem van te weinig vrouwen in de top bovenaan de agenda van het academische debat, en al twintig dikke jaargangen lang is er nauwelijks iets veranderd. Al in de oktobereditie van 1998 (jaargang 2) berekent de toenmalige minister van Onderwijs Jo Ritzen, dat het nog 51 jaar zal duren voordat er evenveel vrouwelijk als mannelijk wetenschappelijk personeel is. De EUR heeft in dat jaar 5,8 procent vrouwen als hoogleraar.
EM bestaat 20 jaar, en om dat te vieren stopt EM met het maken van papieren magazines. Online gaan we natuurlijk gewoon door! In dit kader bladerde redacteur Elmer Smaling twintig jaargangen door, op zoek naar verhalen die goed of minder goed gerijpt zijn.
Twee jaar later verzucht EM hoofdredacteur Ad Hofstede dat het ‘glazen plafond, gemaakt van ruim een meter dik pantserglas’ is. In 2005: de EUR staat een-na-laatste van alle Nederlandse universiteiten in de ‘Glazen Plafond Index’. En in 2007 beschrijft EM de ‘leaking pipeline’: het fenomeen dat vrouwen na de promotiefase lijken af te haken in de wetenschap. Toch ging een optimistische briefschrijver er tien jaar geleden vanuit dat het allemaal vanzelf goed komt: vrouwen doen het immers beter als student dan mannen, dus het is een kwestie van tijd. Waar hebben we dat eerder gehoord?
In de twintig jaargangen van EM kende de universiteit ook vele vreemde – en soms controversiële – kostgangers. Meestal was dat dankzij EFR, de studievereniging van de Faculteit Economische Wetenschappen (thans ESE). In april 1998 spreekt de Palestijnse leider Yasser Arafat op uitnodiging van de EFR in de Aula, volgens EM dan al een ‘oude man met waterige ogen’. Vlak voor de Tweede Kamerverkiezingen van 2002 komt Pim Fortuyn naar het traditionele EFR-verkiezingsdebat. Het is zijn eerste debat na de beruchte avond van de gemeenteraadsverkiezingen, waar het tot een keiharde confrontatie komt tussen Fortuyn en zijn aartsrivaal (of beter gezegd pispaaltje) Ad Melkert van de PvdA. Ook Melkert is er die avond en herstelt zich enigszins, maar het is Fortuyn die de show steelt. Het is zijn laatste bezoek aan de EUR: twee maanden later wordt hij vermoord.
In de categorie ‘zwaar controversieel’ valt het bezoek van Filip Dewinter, de voorman van het extremistische Vlaams Belang, op uitnodiging van bedrijfskundestudievereniging Sviib in 2005. Het leidt tot een ingezonden brief in EM, waarin docent Maatschappijgeschiedenis Dienke Hondius het debat een ‘beschamende vertoning’ noemt. Ook de voormalige Noord-Ierse terrorist David Hamilton bezoekt Woudestein, want in 2003 vertelt hij op uitnodiging van de Navigators over zijn bekering tot het christendom.
Het zijn niet altijd personen die tot controverse leiden. Zo loopt in 2006 een debat over de Armeense Genocide, georganiseerd door Studium Generale, volledig uit de hand. SG doet voorafgaand aan het debat nog pogingen om een tumultueus debat te voorkomen door op verzoek van Turkse organisaties een Turks historicus aan het panel toe te voegen, maar dat haalt weinig uit. “Direct na het debat ontrolde een groep Azeri en Grijze Wolven twee vlaggen, onderwijl wolvengeluiden makend en Turkse kreten slakend. Een dozijn politieagenten moest eraan te pas komen”, luidt het ooggetuigenverslag in EM.

Andere namen die dankzij de studieverenigingen onze Aula betraden: de Ierse politicus Adams, de Duitse bondskanselier Schröder, de Israëlische politici Netanyahu en Peres, de Turkse premier Erdogan, VN-secretaris-generaal Boutros-Gali en de Amerikaanse minister van Binnenlandse Zaken onder Trump, Tillerson. Ook komen de controverses niet altijd van buitenaf, want meerdere EURwetenschappers weten er zelf voor te zorgen. Bijvoorbeeld in de fraudezaak rond Dirk Smeesters in 2012. De jonge, veelbelovende RSMwetenschapper wordt betrapt op het fabriceren (of in elk geval ‘masseren’) van onderzoeksdata. Als de universiteit een onderzoek start, raakt Smeesters ‘per ongeluk’ een groot deel van zijn ruwe data kwijt bij een computercrash en een verhuizing bij RSM. Uiteindelijk neemt de Vlaamse hoogleraar zelf ontslag.
Datzelfde jaar is er een tweede grote affaire over wetenschappelijke integriteit, dit keer bij het Erasmus MC. De bijzonder hoogleraar Don Poldermans doet daar onderzoek naar het gebruik van bètablokkermedicijnen. Maar bij zijn onderzoek vult hij zelf vragenlijsten van patiënten in, neemt hij bloed af bij patiënten zonder hun toestemming, hergebruikt data, en gebruikt gegevens van patiënten die buiten zijn onderzoek vielen. Zijn onderzoek wordt stopgezet, Poldermans bekent en wordt ontslagen.
En dan is er nog de affaire Tariq Ramadan. De Zwitserse filosoof en arabist komt in 2007 binnen als gasthoogleraar . Dat levert meteen controverse op. De islamitisch denker, die tegelijkertijd adviseur van de gemeente Rotterdam is, wordt door de een beschouwd als iemand die de verbinding kan leggen met moslimjongeren, terwijl de ander hem ziet als een wolf in schaapskleren. Uiteindelijk krijgt het tweede kamp zijn gelijk.
Uitspraken van Ramadan over homo’s spelen EURstudenten door aan de Gay Krant. En als blijkt dat Ramadan ook een tv-programma presenteert voor een Iraans tv-station in Londen, is er in 2010 reden genoeg voor zijn ontslag bij de gemeente Rotterdam. Dat ontslag maakt zijn positie aan de EUR onhoudbaar. In de afwikkeling daarvan is de universiteit alleen niet zorgvuldig genoeg: een rechter beslist in 2012 dat het gasthoogleraarschap van Ramadan door de EUR te snel is ingetrokken. De zaak Ramadan krijgt nog een merkwaardige epiloog als in 2017 blijkt dat Ramadan door zes vrouwen beschuldigd wordt van seksueel misbruik. Die incidenten vonden voor en na zijn hoogleraarschap in Rotterdam plaats.
Net zo constant als het glazen plafond in twintig jaar EM, zijn de incidenten bij studentenverenigingen. In de tweede jaargang van het magazine, 1998-1999, belanden twee studenten van RSC in het ziekenhuis. Oorzaak: de ene student zuipt zich in een coma, en een andere heeft maar liefst vijf promille alcohol in zijn bloed. Ze overleven het allebei. “Het moet gezegd, je leert wel innemen bij RSC”, is het nuchtere commentaar van de toenmalige hoofdredacteur van EM. Openheid over het incident is minimaal, er verschijnt ‘slechts een summier persbericht’. Een jaar later wordt RSC beticht van excessen tijdens een ontgroeningskamp in ’t Harde. Aspirantleden ontbeerden slaap en drinken, kregen klappen met hockeysticks en honkbalknuppels, en ontvingen weinig vleiende opmerkingen zoals ‘Jouw ouders hebben gebraakt op de dag van je geboorte’. Tezamen leiden de incidenten tot de intrekking van de erkenning van RSC door de EUR voor één jaar. Een ‘uiterst harde straf’, aldus zustervereniging Minerva uit Leiden.

Een langspeelplaat die wél een einde kent, is de fusie tussen RSC en RVSV. Al in 2001 wordt hierover gesproken. Dat gaat dan nog niet door. Begrijpelijk ook, met al die excessen bij de herenafdeling. De seksescheiding is dan niettemin al ongewoon, alleen in Utrecht en Rotterdam zijn de corpora in 2001 nog niet ‘bezweken onder de fusietrend’. Uiteindelijk zou het in Rotterdam nog zestien jaar duren voor het zover was.
Zo lang houdt gezelligheidsvereniging Van Tromp het niet vol. Het werd opgericht in 1983 uit onvrede over de grootschaligheid bij het corps, maar al in de jaren negentig zet de ‘vergrijzing’ in. In 2003 valt het doek, als tijdens de Eurekaweek de meeste eerstejaars ‘denken dat de vereniging al is opgeheven’. Ook vereniging Gaudium, eveneens in de jaren ’80 gestart om een alternatief te bieden voor de overvolle verenigingen, wordt bijgezet in het museum van de academische geschiedenis. In 2011 besluit het bestuur geen nieuwe leden meer aan te nemen en de sociëteit te verkopen.

In 2010 komt het tot een confrontatie tussen de studenten verenigingen en de vrije pers. EM schrijft in het traditionele Eurekaweeknummer een ‘ludiek’ artikel over de mores van het corps, volgens de auteurs ‘pseudofascistoïde gedragsregels’ die je op ‘sadomasochistische wijze worden ingeprent’. De godwins vallen niet in goede aarde bij de heren en dames van RSC en RVSV. Het artikel zou ‘perfide leugens en onwaarheden’ bevatten. Niet veel later bereiken EM signalen dat het toch fraai vormgegeven Eurekaweeknummer in groten getale in de vuilnisbakken is gedumpt. Een eveneens ‘ludieke actie’, noemt de preses van de Kamer van Verenigingen de gecoördineerde wegwerpactie.
De geschiedenis van twintig jaar EM loopt toevalligerwijs synchroon met de opkomst van internet. Vooral in de beginjaren leidt cyberspace tot artikelen waar nu je mond van openvalt. Zo bepleit de dan kersverse hoogleraar Elektronische Marketing Cor Molenaar in 1999 nog dat ‘het merendeel van de bedrijven niets op internet te zoeken heeft.’ Vooral tegen bedrijven die alleen hun brochure online gezet hebben, zegt Molenaar: “Donder er alsjeblieft gauw vanaf.” Toch ziet ook Molenaar dat er een grote toekomst voor bedrijven op het net is. Zijn bijzondere advies aan hen: “Ga eens vrij rondsurfen. Dan zal blijken dat sekssites de meest geavanceerde sites zijn. Kijk als bedrijf goed naar hun werking.” Wat is er toch weinig veranderd aan browsen onder werktijd.
Wat de digitale gemoederen eind jaren ’90 ook flink bezighoudt, is de millenniumbug. Doordat de datum van computers bij de millenniumwisseling van 99 naar 00 gaat, zouden er allerlei verstoringen optreden. “De stroom die uitvalt, waterleidingen springen, vliegtuigen die uit de lucht tuimelen,” panikeert EM samen met de rest van de wereld. Uiteindelijk ging er inderdaad íets mis bij de jaarwisseling: in Australië vielen twee ticketautomaten uit en in Japan ging een alarm af bij een kerncentrale. Chatten, nu heel normaal, is aanvankelijk nog iets voor ongure types. “De chatter blijft het beeld oproepen van de mensenschuwe puber, die tot ver na middernacht in geheimtaal vunzigheden uitwisselt”, voorspelt een redacteur in 1999 toch enigszins correct de huidige snapchatter. Maar destijds gaat het nog over IRC-kanalen, ICQ en ThePalace.com (google maar eens). Ook worden in het artikel de eerste emoticons aan de lezer uitgelegd. In 2001 is er nog steeds angst voor de ‘donkere kanten’ van de ‘elektronische snelweg’. Zo worden de eerste tekenen van een filterbubbel zichtbaar: “De meeste studenten kijken niet verder dan hun zoekmachine lang is. De afwijkende mening is moeilijk te vinden.”

Chatten, nu heel normaal, is aanvankelijk nog iets voor ongure types. “De chatter blijft het beeld oproepen van de mensenschuwe puber, die tot ver na middernacht in geheimtaal vunzigheden uitwisselt”, voorspelt een redacteur in 1999 toch enigszins correct de huidige snapchatter. Maar destijds gaat het nog over IRC-kanalen, ICQ en ThePalace.com (google maar eens). Ook worden in het artikel de eerste emoticons aan de lezer uitgelegd. In 2001 is er nog steeds angst voor de ‘donkere kanten’ van de ‘elektronische snelweg’. Zo worden de eerste tekenen van een filterbubbel zichtbaar: “De meeste studenten kijken niet verder dan hun zoekmachine lang is. De afwijkende mening is moeilijk te vinden.”
Een ander digitaal fenomeen dat in de beginjaren van EM zijn intrede doet, is de mobiele telefoon (of, zoals EM het ding in 1999 noemt, de mobile). Heel wat studenten hebben er dan al één. Maar docent macro-economie Ton Mulder ziet er nog niks in: “Een man van over de vijftig met een mobiele telefoon is wel zo vreselijk verkeerd”. Groot gelijk.
Zo nu en dan schat EM de tijdgeest verkeerd in. In mei 2007 kondigt EM een nieuw sociaal netwerk aan, speciaal voor studenten, dat het helemaal gaat worden. En nee, niet The facebook (het lidwoord vervalt later), maar het netwerk Philox. Andere sociale media die het écht gaan maken (aldus EM in 2007): Zorpia, Wayn, A Small World en, warempel: LinkedIn. Een jaar later gaat EM weer mee met een hype die het uiteindelijk nooit geworden is: Second Life. “Het enige dat er nog ontbreekt is dat je niks ruikt en voelt. Maar op het visuele vlak gaat het wel al echt ver”, zegt Valerie Frissen, die zich als onderzoeker in de wereld gestort heeft.

In 2009 mag Frissen opnieuw het woord nemen in een special over dan populaire sociale netwerken. Twitter en Facebook worden nu wel genoemd, al is Facebook nog een netwerk ‘dat zich vooral richt op scholieren en studenten’ en in Nederland vooral populair is onder internationale studenten. Twitter krijgt het fenomeen wordt uitgelegd. Na deze special wordt de opkomst van internet een minder groot thema in EM, want het spectaculaire is er dan wel een beetje af. Tot 2016, als de website van de EUR wordt gehackt. Dat leidt tot een grootschalige operatie om de website veiliger te maken en het gebruik van persoonsgegevens beter te beveiligen.
Vanaf 2016 verschijnt EM stapsgewijs minder vaak: eerst eens in de drie weken, later eenmaal in de maand. Op de website neemt het aantal artikelen juist hand over hand toe. Dat leidt na kerst 2017 (nu dus!) tot de totale overgang van EM naar het wereldwijde web: erasmusmagazine.nl. At your service.
Maak van Occupy een universiteitsbrede beweging
De derde bezetting op de campus verliep volgens een vergelijkbaar patroon als de vorige…