Op de eerste verdieping van het ISS-gebouw vind je een verborgen parel: de Butterfly Bar. Het is een kleine, hippe bruine kroeg, die barvrouw Sandy Kamerling met de hulp van een groep promovendi en studenten eigenhandig heeft opgeknapt.
“Vinden jullie het erg als ik nog even de kaarsjes aansteek?”, vraagt Sandy om een uur of vijf op woensdagmiddag. De Butterfly is eigenlijk nog niet open, maar we zijn al welkom voor een biertje. “Ga zitten, dan zal ik jullie alles vertellen.” Ondertussen gaat haar telefoon continu. “Ik werk overdag in een galerie op Noordeinde (de chique winkelstraat tegenover het ISS)”, vertelt ze. “Mijn uren zijn daar aangepast, zodat ik hier achter de bar kan staan. En ik help ook nog een vriendin met haar styling-bedrijfje. Samen richten we huizen in voor de verkoop.”
Op vrijdag is het feest

Na half zes – dan opent de Butterfly – gaat de telefoon weg. “Ik heb maar twee regels hier”, vertelt de barvrouw, wijzend op een bordje. “What happens in the Butterfly, stays in the Butterfly. En: niet continu op je telefoon kijken als je met iemand in de kroeg zit.” Aan die regel houdt ze zich zelf ook. Bovendien is haar telefoon nodig voor de muziekinstallatie, die ze lachend laat zien.
“Het ziet er een beetje geïmproviseerd uit, maar het is ideaal”, zegt Sandy. “Op vrijdagavond is het hier vaak feest. Dan gaan de tafels aan de kant, doe ik de discobal aan en kunnen studenten hier achter de bar zelf muziek opzetten.” Geregeld komt het voor dat een groep Zuid-Amerikanen de hele avond salsadanst.
Please is the magic word
Sandy staat al vijftien jaar achter de bar op het ISS. Haar ex-man werkte destijds op de financiële afdeling, het ISS zocht iemand die de Butterfly Bar nieuw leven in kon blazen en Sandy had behoorlijk wat horeca-ervaring. “In het begin was het even wennen om te werken in een kroeg waar zoveel verschillende culturen samenkomen”, vertelt ze.
Inmiddels weet ze precies hoe ze met die culturele verschillen om moet gaan. “Sommige Afrikaanse studenten zijn als ze hier voor het eerst komen niet gewend om beleefd een biertje te bestellen. ‘Beer!’, zeggen ze als ze aan de bar staan. ‘Please is the magic word’, reageer ik dan. Niet om ze te verbeteren, maar omdat ze anders geen aansluiting vinden in Nederland. In een kroeg op de Grote Markt kom je daar niet mee weg.”
Chips van de Aldi

Om een uur of zes loopt een groepje mensen binnen voor een borrel na een lezing en achterin zitten een stuk of tien studenten uit te rusten van een dag studeren. Een van hen is jarig en Sandy heft ‘Happy Birthday’ aan. Iedereen doet mee. Met zo’n twintig aanwezigen is het redelijk vol. “Er kunnen echt maximaal vijftig mensen in”, vertelt Sandy. “Maar dan zit het ook echt bomvol.”
Bier, wijn en fris kosten 1,50 euro. “De nootjes en de chips komen dus gewoon van de Aldi”, lacht Sandy terwijl ze een zak nacho’s en een zak borrelnootjes omhoog houdt om grote schalen snacks uit te delen. Veel promovendi en studenten vieren hun verjaardag in de Butterfly. “En dan pak ik uit hoor. We maken alle hapjes voor verjaardagen zelf.” In ruil daarvoor is ‘miss Butterfly’, zoals de studenten haar liefkozend noemen, altijd welkom op de uitjes van de promovendi. “Ik zat laatst nog in een bus vol internationale PhD’s naar Giethoorn.”
Opknapbeurt

Een promovenda bestelt een rode wijn, in het Nederlands. Ze krijgt een knuffel van Sandy. “Wat gaat het goed met je Nederlands!”, zegt ze. “Zij heeft de hele bar geschuurd en geverfd dit jaar”, vertelt Sandy een paar minuten later. Het ISS-gebouw is afgelopen jaar gerenoveerd, maar voor de Butterfly was eigenlijk geen budget. Uiteindelijk kreeg Sandy hulp van twintig promovendi en zeven studenten. Er was 750 euro beschikbaar en wat geld voor bier en pizza’s. Met zijn allen gaven ze de Butterfly een opknapbeurt.
En dat was nodig, want oude foto’s aan de muur getuigen van een wat stoffig, oubollig café. Sinds de renovatie is er ook weer een vlinder te vinden in de Butterfly Bar. Op de zwarte muur tegenover de bar is een witte vlinder geschilderd, met in vijftig talen ‘welkom’ op de vleugels. De naam stamt namelijk uit een ver verleden. Tussen 1977 en 1993 was het ISS gevestigd in Hotel De Wittebrug. “Daar was een hotellobby met van die rode pluchen banken en op het plafond hing een grote zijden vlinder”, vertelt Sandy. “Nu doet het interieur weer recht aan de naam.”
Maak van Occupy een universiteitsbrede beweging
De derde bezetting op de campus verliep volgens een vergelijkbaar patroon als de vorige…