Als werkgever heeft de EUR haar beleid rondom personeelsveiligheid, ongewenste omgangsvormen en omgang met geweld aardig op orde. Maar aan de werkdruk moet de universiteit wel echt iets doen. Dat concludeerde de arbeidsinspectie tijdens een bezoek aan de campus op 19 september.

Het bezoek was deel van een steekproef om te onderzoeken of onderwijsinstellingen hun beleid voor psycho-sociale arbeidsbelasting van het personeel geregeld heeft volgens de wettelijke normen. Eerst hadden de inspecteurs een voorgesprek met HR, vertrouwenspersonen, bedrijfsarts en vertegenwoordigers van lokaal vakbondsoverleg EUROPA, daarna interviews met werknemers uit alle lagen van de universiteit. “Van hoogleraar tot archiefmedewerker, dus”, vertelt HR-manager Jan de Reus.

Het doel: onderzoeken of het beleid rondom werkdruk, ongewenste omgangsvormen of geweld ook in de praktijk wordt gebracht en bekend is onder het personeel. “We kunnen een goed systeem met vertrouwenspersonen inrichten, maar weet iedereen waar ze te vinden zijn?” geeft De Reus als voorbeeld.

De conclusie ‘viel reuze mee’, vindt de HR-manager.  “Een hele opluchting, dat de uitvoering inderdaad klopt met ons beleid”, aldus De Reus. De inspectie constateerde dat de EUR al veel zaken heeft geregeld, maar benoemde ook twee punten van zorg, waaronder de werkdruk. Ze schrijft: “Na de uitgevoerde Personeelsmonitor 2016, waarin onder andere een te hoge werkdruk werd geconstateerd, is er geen Plan van Aanpak en zijn er geen maatregelen opgestart met als doel de werkdruk te verlagen.”

Blijven steken in planmakerij

Dat de werkdruk aandacht verdient, wist De Reus inderdaad al door het werknemersonderzoek. “Er wordt hard gewerkt aan een concreet plan van aanpak, dat in december klaar moet zijn. Ook het vakbondsoverleg EUROPA is bezig met een onderzoek. Dit mondt uit in plan van aanpak voor de hele EUR, kloppend met de afspraken uit de CAO.” Daarin moet duidelijk staan welke maatregelen de universiteit neemt om de werkdruk te beheersen en bij wie welke verantwoordelijkheid ligt. Anders blijft de EUR steken in planmakerij en blijft uitvoering achter, benadrukt hij.

“Alle universiteiten kampen met hoge werkdruk”, bevestigt Roel Pieterman, die vanuit het lokaal vakbondsoverleg de werkgroep over werkdruk leidt. “De thema’s die de inspectie dit jaar onderzoekt zijn natuurlijk niet met een dartspijl gekozen, het zijn problemen die spelen”, verklaart Pieterman.

Patatje oorlog

Een ander verbeterpunt in het rapport van de inspectie is: zorgen dat medewerkers weten wat zij moeten doen als zij te maken krijgen met agressie en geweld. “Er is geen eenduidige procedure voor het melden, registreren en analyseren van agressie- en geweldsincidenten”, zag de inspecteur. Ook kunnen de huisregels duidelijker zijn. “Zo is het logisch dat je geen patatje oorlog eet in een collegezaal. Maar mag een broodje kaas wel?” geeft De Reus als voorbeeld. Vooral dat laatste is een ‘quick win’, vindt hij. De EUR heeft negen maanden om de zaken op orde te maken. Dan komt de inspectie opnieuw langs. Is er dan niets met de opmerkingen gedaan, dan dreigt een boete.

Lees één reactie