In 2016 verdienden 27 medewerkers meer dan 179.000 euro, het maximumbedrag dat topfunctionarissen van een universiteit volgens de Wet Normering Topinkomens (WNT) mogen verdienen. Dat blijkt uit het jaarverslag van de universiteit. Alle grootverdieners zijn hoogleraar of decaan. Een van hen verdiende in 2016 zelfs 303.525 euro. In 2015 verdienden maar elf mensen boven de ‘balkenendenorm’.
Pensioencompensatie
Voor die stijging zijn twee belangrijke verklaringen. Medewerkers die meer dan 100.000 euro per jaar verdienen, bouwen geen pensioen op boven die 100.000 euro. Dat pensioengat wordt gecompenseerd door de universiteit. In 2016 is niet alleen de compensatie van dat jaar uitbetaald, maar ook die van 2015, waardoor meer medewerkers de WNT-norm overschrijden. Daarnaast zijn vorig jaar meer gratificaties dan in 2015 uitgedeeld aan hoogleraren die zowel werkzaamheden verrichten voor een faculteit als voor een commerciële tak van de universiteit.
Overigens mogen decanen en hoogleraren momenteel nog boven het maximumbedrag van de WNT verdienen. Die norm geldt alleen voor topfunctionarissen: centrale bestuurders en toezichthouders. Wel is de universiteit verplicht om de functies en salarissen van iedereen die in 2016 meer dan 179.000 euro verdiende openbaar te maken in het jaarverslag.
Overgangsjaar
Waar voor hoogleraren geen bezoldigingsmaximum geldt, mogen bestuurders en toezichthouders niet boven de WNT-norm verdienen. De drie leden van het College van Bestuur verdienden in 2016 wel degelijk boven de norm van 179.000 euro, maar 2016 was een overgangsjaar. Daardoor mochten zij maximaal 230.474 euro verdienen. Aan die norm voldoen de drie universiteitsbestuurders wel.