Michiel Severein (69) was jarenlang officier van justitie en rechter in Leeuwarden. Voor zijn promotie onderzocht hij de afgelopen tien jaar de naoorlogse berechting van collaborateurs.
Hoe legt u op een verjaardag
uit wat u heeft
onderzocht?
“Ik heb onderzocht hoe het Bijzonder Gerechtshof Leeuwarden na de oorlog is omgegaan met de berechting van de foute sector, dus met de mensen die collaboreerden met onze vijand. Heeft het hof kunnen garanderen dat de mensen die terechtstonden een behoorlijke rechtspleging kregen? Ik heb daarvoor alle 554 zaken van het hof onderzocht. De conclusie is dat het hof, ondanks de politieke en maatschappelijke druk, heeft kunnen garanderen dat de mensen die terechtstonden een eerlijk proces kregen.”
Waarom wilde u promoveren?
“Het zal u misschien vreemd in de oren klinken, maar ik wilde helemaal niet graag promoveren. Anderen hebben mij hiertoe aangespoord. Aanvankelijk wilde ik een boek schrijven over dit onderwerp. Ik ben kort na de oorlog geboren en van kinds af aan geboeid geweest door de bezetting en wat erna gebeurde. In Hengelo, waar ik woonde, is tijdens een bombardement in 1944 bij vergissing de binnenstad verwoest. Als kind kon ik die verwoesting en wederopbouw nog zien. Die jeugdige interesse en belangstelling voor de rechtspraak vielen samen in dit onderzoek.”
Wat wordt de wereld beter van uw
proefschrift?
“U stelt mij wel een heel algemene vraag. Als u ‘de wereld’ bedoelt: niets. Als u het wat bescheidener wilt zien, durf ik te zeggen dat dit onderzoek en dit boek een bijdrage leveren aan de rechtsgeschiedenis van Nederland. Daarnaast is het mijn persoonlijke opvatting dat we kunnen leren van de geschiedenis. Als Nederland ooit weer in de situatie komt dat er grote beroering is doordat een deel van onze bevolking zich ernstig misdraagt, is de werkwijze van het Bijzonder Gerechtshof Leeuwarden een goed recept.”
Wat hebt u gedaan om te vieren
dat uw proefschrift af was?
“Toen ik de punt achter de laatste zin zette, heb ik alleen een heel diepe zucht geslaakt. De plechtigheid zelf vond ik bijzonder indrukwekkend: de hele entourage en het cortège met de pedel, de leden van de promotiecommissie, de beide promotoren. Ik had ook nog de eer dat een goede vriend, die bijzonder hoogleraar is in Amsterdam, zich had aangesloten bij het cortège, in mzijn Amsterdamse toga. Die optocht is een fantastisch gezicht. ’s Avonds heb ik in een goed restaurant min Rotterdam met vrienden en familie onder het genot van een diner nog nagepraat.”
De cover
“U ziet een foto van het gerechtsgebouw in Leeuwarden, genomen in 1941. Daar heeft na de oorlog het Bijzonder Gerechtshof gezeten. Verder ziet u een spotprent richting de minister van Justitie waarin de tekenaar verwoordt dat de bijzondere rechtspleging veel te lang duurt. Vrouwe Justitia zit er wat lamlendig bij, met het zwaard aan de voeten. In haar hand houdt ze de weegschaal met een mannetje, gekleed in een hemd, dat moet de arme verdachte verbeelden. ’14.000 gedetineerden nog niet geoordeeld… het recht wordt moe’, is het bijschrift.”