Filosoof Henk Oosterling is geen celebrity in de academische wereld. Maar buiten de poorten van de ivoren torens valt zijn naam geregeld. Zomaar een zaterdagmiddag bij de Albert Heijn aan de Nieuwe Binnenweg. Een dame op leeftijd met vuurrood geverfd haar haast zich achter haar man aan tussen het koffieschap, de laatste aanbiedingen en de kassa’s. “Zeg”, en ze versnelt haar pas, “dat nieuwe boek van Henk Oosterling is echt fantástisch…”

Wapenfeiten

Op de geboortedag van Erasmus – 28 oktober – kreeg Oosterling vorig jaar de Lof der Zotheidspeld opgespeld voor zijn verdiensten voor de stad, en in het bijzonder voor opvoeding en onderwijs. Met de publicatie van zijn boek Waar geen wil is, is een weg. Doendenken tussen Europa en Japan kwam veel media-aandacht.

Oosterling is al jaren een veelgevraagd spreker voor alle gezindten. Van consultants tot ministeries en van woningcorporaties tot bibliotheekdirecteuren.
Dit jaar wordt hij 65 en volgt onvermijdelijk zijn pensionering na 32 jaar docentschap op de universiteit. Hoewel hij veel heeft gepubliceerd – ‘er zijn zeker 30 boeken met mijn naam erop’ – liggen zijn zichtbare wapenfeiten grotendeels buiten de universiteit.

Rotterdam Vakmanstad is zijn grootste prestatie. Twaalf jaar geleden startte dit vanuit het idee om kinderen van migranten vaardigheden en vakmanschap te leren. Met het verdwijnen van de haven uit de stad, de opkomst van ICT en sociale media en het vraagstuk van de klimaatverandering – door Oosterling ‘ecologische urgentie’ genoemd -, zijn andere vaardigheden vereist voor een eenentwintigste-eeuws burgerschap. Stoom leerlingen klaar met nieuwe skills voor een eenentwintigste-eeuws vakmanschap, was het pleidooi van Oosterling bij de start van Rotterdam Vakmanstad. In augustus nam hij afscheid als directeur.

Communiceren om te participeren

Het begon op openbare basisschool De Bloemhofschool in Rotterdam-Zuid. De leerlingen krijgen vanaf groep 1 onder de noemer ‘Fysieke integriteit’ lessen in judo, tuinieren, filosoferen, techniek en koken, en dat alles naast de reguliere lesstof. Of zoals Oosterling het uitlegt: “Om te kunnen sporten moet je goed eten, om goed te eten moet je het bereiden en om voedsel te hebben moet je het verbouwen en dan kun je weer eten en bewegen. En je moet er vooral met elkaar over praten. Communiceren om te participeren. Op die manier krijgen kinderen een meer integrale ervaring van de wereld om hen heen en snappen ze dat ze een schakel in een keten of een knooppunt in een netwerk zijn.”

Henk Oosterling
Henk Oosterling in Shofukan in Charlois. Beeld door: Ronald van den Heerik

Kernbegrippen in Oosterlings onderwijsfilosofie zijn mediawijsheid en ecowijsheid.“Mediawijsheid gaat niet alleen over wat wij doen met een computer, maar ook over wat die met ons doet. En ecowijsheid gaat niet alleen over onze omgang met de natuur. Die natuur overleeft wel, die vreet ons gewoon op. Maar ecologie gaat over hoe we met onze technologie omgaan in die natuur, over duurzaam gebruik van technologie. We moeten ons anders tot onze technologie leren verhouden”, legt Oosterling uit. Inmiddels is Vakmanstad uitgebreid naar vier basisscholen, een vmbo- en een mbo-school. Ook de hbo-opleiding Sociaal werk aan de Hogeschool Rotterdam is op Oosterlings visie geschoeid. En op de Erasmus Universiteit geeft hij met Jan Rotmans de honours class ‘Sustainability’.

Kun je Vakmanstad succesvol noemen?

“In ons topjaar ging in een van de sociaaleconomisch meest gedepriveerde wijken 29 procent van de leerlingen naar het havo/vwo-vervolgonderwijs (landelijk ligt dit op circa 45 procent, red.). Dat is voor deze school ongekend. Hoewel onze interventie uiterst kwetsbaar is, want je staat op zo’n school op Zuid echt met je poten in de modder, is het voor alle kinderen die het programma hebben doorlopen een zegen geweest. We hebben veel exposure gekregen: uit allerlei landen kwamen mensen kijken, we kregen hoog bezoek van ministeries, zelfs een minister en de koningin – twee keer.”

Is Vakmanstad geworden wat je hoopte?

“We zijn er nog lang niet. Het is nog niet af. We werken nu op vier basisscholen en een vmbo. De interventie op de mbo-opleiding is afgerond en overgenomen door de school zelf. We hebben veel stagiairs uit het hbo, en wat mij betreft moeten we het doortrekken in de hele onderwijskolom tot en met de universiteit. Ik pleit voor mediawijsheid en ecowijsheid in de hele onderwijskolom. Daarom geef ik nu met Jan (Rotmans, hoogleraar Transitiekunde aan de EUR, red.) college in de honours classes over duurzaamheid. De meeste studenten weten wel wat het is, maar komen er toch hier pas voor het eerst in hun schoolloopbaan mee in aanraking. Ze schrikken zich rot; ze hebben er nog nooit zo over nagedacht. Als die problemen dan pas in beeld komen, gaat het niet werken. Dat bewustzijn voor de leefomgeving en het besef dat je een knoop in netwerken bent, moet je al vanaf groep 1 kweken. En als dán studenten bij het college ecofilosofie komen, dan heb je veel integraler gevormde studenten voor je, die het niet alleen tussen hun oren, maar ook in hun handen hebben. Zij zijn onze nieuwe bestuurders en leiders. Ik ben dan ook blij dat we in het eerste jaar bij filosofie voor de double degree-studenten (die de studie Wijsbegeerte combineren met een andere opleiding aan de EUR, red.) nu ecofilosofie geven.”

oosterling-099
Henk Oosterling in Shofukan in Charlois. Beeld door: Ronald van den Heerik

Hoe doet de universiteit het op het gebied
van duurzaamheid?

“De universiteit heeft sustainability hoog in het vaandel staan, maar op een heel fysieke manier. We hebben een mooie campus, en je kan eindelijk een beetje normaal eten. Ik zit hier sinds de jaren tachtig en heb wat bagger langs zien komen. “Maar studenten moeten een veel bredere integrale vorming krijgen, zodat zij niet monodisciplinair gevormd van deze universiteit afkomen. Ze moeten leren om door muren heen te denken. Tunnelvisie en kokerbewustzijn zijn uit den boze.

”Vakmanstad heeft een begrip van duurzaamheid ontwikkeld dat veel breder is: ECO3. Fysieke duurzaamheid gaat niet alleen over het milieu en het klimaat, maar ook over je lichaam: wat stop je er in, wat eet je, waar komt dat vandaan? Sociale duurzaamheid leert een ander besef van zorg aan; care als relationeel beheer. En dan is er mentale duurzaamheid: blijf je bewustzijn vormen. Anders gezegd: blijf een leven lang leren, blijf nieuwsgierig, voed je interesses. Al die afzonderlijke aspecten leven wel, maar niet vanuit dat drievoudige samenhangend concept dat wij ECO3 noemen.

“Een voorbeeld. Toen hier die vleesvrije maandag werd voorgesteld, riep dat enorm veel weerstand op. Heel interessant, waarom roept dat zoveel weerstand op? Het gaat om meer dan een hamburger meer of minder. Het gaat om een duurzame, circulaire economie en om andere bedrijfsethiek. Zo’n debat wordt interessanter als je dat aan de orde kan stellen bij Economie en de RSM. Maar alle faculteiten, ook de onze, zijn op hun eigen manier bezig om te overleven, niet met een nieuwe vorm van samenleven

”Toch is er wel iets aan het ontstaan. Denk bijvoorbeeld aan de Sustainability Hub. En studenten van deze generatie zijn veel bewuster en mediawijzer dan mijn generatie.”

Hoe kan het dat je aan de universiteit, ondanks alle lof van de buitenwereld voor je ideeën van Vakmanstad, zo weinig voet aan de grond… [onderbreekt me]

“Ik hou me niet graag met bestuur bezig. Omdat dat… dat is karaktertechnisch niet zo goed voor mij [lacht]. Ik hou niet van heel lang praten over dingen, en diplomatieke moves maken. Ik kan het wel, en als directeur van Vakmanstad heb ik dat ook intensief gedaan, maar het moet wel gelieerd zijn aan iets waar ik de effecten van kan zien en daar is dit een te grote en logge organisatie voor. Ik heb collega’s die dat veel beter kunnen.”

Had je geen hoogleraar willen worden?

“Eerlijk gezegd niet. Promoties begeleiden is wel leuk, en als hoofddocent is dat mogelijk. Maar besturen en managen is niks voor mij. Publiceren in toptijdschriften duurt zo verschrikkelijk lang, dan ben ik al weer met wat anders bezig. Ik heb wel veel gepubliceerd: meer dan 30 boeken  en meer dan honderd artikelen, maar ik heb het altijd op mijn eigen manier gedaan en net niet binnen de door anderen getrokken lijntjes.

“Kijk, ik heb nogal een robuust karakter, ik ben geen makkelijke jongen. Ik snap dat professorabel-zijn een paar dingen vergt. Er is twee keer een bijzonder hoogleraarschap aan me voorbijgegaan, dat speciaal voor mij was opgezet. Maar ik heb mezelf in filosofenland zo onmogelijk gemaakt, dat er altijd wel iemand in zo’n commissie zit die het graag blokkeert, of het in zijn eigen agenda past; dat is helaas een consequentie van mijn manier van werken.”

Henk Oosterling
Henk Oosterling in Shofukan in Charlois. Beeld door: Ronald van den Heerik

Toch lukte het je bij Vakmanstad wel?

“Daar ben ik door mezelf ingerold. Ik heb altijd in de samenleving geopereerd en vind dat de relatie tussen de stad en de universiteit veel organischer en hechter moet zijn.
“Maar ik voel me wel degelijk in mijn werk gewaardeerd. Ik ben gegroeid van een mannetje van wie men dacht: ‘Jeetje, waar heeft ie het nou over?’ tot iemand met even ingenieuze als werkbare ideeën. Het is vaak een kwestie van tijd.”

Boek: Waar geen wil is, is een weg

Waar geen wil is, is een weg van Henk Oosterling is een combinatie van een wetenschappelijke studie naar de westerse en oosterse verlichting, en een biografische verhaallijn over de werkbezoeken die Oosterling bracht aan Japan. In de jaren tachtig verbleef hij daar langere tijd om zich te bekwamen in kendo, een Japanse vechtsport met zwaarden. Later werd hij Nederlands kampioen kendo en captain van het Nederlandse team.
“Ik had een jaar of twintig materiaal verzameld over de Franse filosofen, waarop ik promoveerde en waarover ik lesgeef, en de merkwaardige wijze waarop zij beïnvloed zijn door Japanse filosofie en zenboeddhisme. Tegelijk ben ik met interculturele filosofie bezig geweest en heb ik een Japan-fascinatie vanwege die martial arts. Ik dacht: ik ga het eens bij elkaar zetten. Dit is nog nooit beschreven: die merkwaardige wisselwerking tussen die ondoorgrondelijke Japanners en die onleesbare Franse filosofen.
“Ik heb het wat opener opgeschreven, omdat mijn vorige boeken zo moeilijk waren voor de veel mensen. Ik ben mee gaan denken met mijn lezer, maar het is wel degelijk een wetenschappelijke publicatie. Ben ik milder aan het worden? Waarschijnlijk [lacht]. Voor mij is het ook een ontdekkingsreis geweest.”