Als trouwe belastingbetaler draag jij je belastinggeld natuurlijk keurig af. Ons geld wordt door de overheid ingezet om vele maatschappelijke doelen te steunen.
Ik ben geenszins van plan de discussie op te stoken wáár ons publieke geld aan besteed moet worden. Zoveel mensen, zoveel wensen. Echter, overkoepelend moeten we het over het volgende eens zijn: de interventies waaraan de overheid publiek geld besteedt, moeten effect hebben.
Wetenschappers preken voor eigen parochie. In deze laatste dagen van het jaar richt Erasmus Magazine zich volledig op het thema ‘religie’. Welke rol speelt geloof in de academische wereld, welke invloed is er op de universiteit en hoe gaan wetenschappers en studenten om met hun eigen geloof en dat van anderen? In dat thema past ook deze ‘preek’, een van vier preken van Erasmusianen die EM deze dagen publiceert.
Gebrekkig prestatiemanagement
Op Prinsjesdag werden de nieuwe subsidiebesluiten voor cultuur in de periode 2017-2020 bekendgemaakt. De overheid vindt dat cultuur een grote maatschappelijke waarde heeft, en dus zet zij miljoenen euro’s opzij om culturele instellingen subsidies te geven, jong talent te ontwikkelen en cultuureducatie te stimuleren.
Deze subsidies moeten bijdragen aan hogere maatschappelijke doelen. Dit is de overheid immers aan haar stakeholders – wij, de belastingbetalers – verplicht. Hiermee komen we bij het probleem, want tot nu toe wordt de daadwerkelijke maatschappelijke impact van overheidsinterventies in de culturele sector nog onvoldoende aangetoond. Enerzijds komt dit door gebrek aan kennis, anderzijds doordat geldverstrekkers culturele instellingen vooral afrekenen op prestaties, en niet op daadwerkelijke impact.
Zodoende richten evaluaties zich vooral op outputs, zoals het aantal bezoekers, voorstellingen of gecreëerde banen. Evaluaties van de beoogde positieve impact van cultuur zijn voornamelijk assumpties of kwalitatieve beschrijvingen van best practices. Er moet dus meer aandacht komen voor de vraag of de gesubsidieerde culturele projecten en organisaties daadwerkelijk een positieve maatschappelijke impact hebben. Leidt cultuur bijvoorbeeld echt tot meer wederzijds begrip in de samenleving? En is verbeterde levenskwaliteit daadwerkelijk een gevolg van cultuurparticipatie?
De oplossing
Een goede maatschappelijke impactmeting bekijkt bovendien niet alleen of een interventie leidt tot de beoogde positieve impact, maar ook hóé deze waardecreatie plaatsvindt. Deze kennis kunnen culturele instellingen gebruiken om strategischer te sturen op de beoogde impact. Hierdoor wordt hun legitimiteit in de samenleving vergroot. Ook kan de overheid deze informatie meenemen in de besluiten over haar subsidies.
Ik geloof dat als er meer aandacht komt voor de impact, ons belastinggeld effectiever kan worden gebruikt én de gestelde maatschappelijke doelen eerder kunnen worden bereikt. Als dat geen impact is voor alle partijen!