In 1886 maakte Jean Baptiste Vuillaume een juweel van een viool. Hij heeft zich waarschijnlijk nooit voorgesteld dat een van de beste jonge violisten van Nederland meer dan een eeuw later, in het jaar 2016, datzelfde instrument zou bespelen met net zo veel meesterschap als waarmee het is vervaardigd. Samen met het Rotterdams Studenten Orkest maakte violiste Elise Besemer van het Koninklijk Conservatorium in Den Haag diepe indruk op de volle theaterzaal met een reeks jubelende Scandinavische stukken.

Overdonderende fanfare

Maar nog voordat Besemer het podium beklom, zette het orkest de avond in vuur en vlam met een Noorse compositie die op een smeulend slagveld niet zou misstaan: een overdonderende fanfare met een zweem melancholiek. Daarna nam Besemer haar plek in naast de dirigent om delicate hoge noten te strijken, die samen met de partijen van de vele fluiten, hobo’s, percussie en andere instrumenten op het podium sierlijk tuimelden naar lagere tonen. Te oordelen naar de duur van de staande ovatie die volgde op de betoverende uitvoering, was het aanwezige publiek verrukt.

“Ik had het erg naar mijn zin,” vertelde Besemer aan EM. “Ik was niet nerveus. Dat zal misschien wel het geval zijn bij een aantal van de aankomende uitvoeringen in grotere concertzalen, maar vanavond was gewoon perfect.”

De musici die Besemer begeleidden, vermaakten zich ook. “Ze inspireerde ons allemaal,” zei Adrienne Boonen, een van de trompettisten van het orkest. “Ik ben vooral trots op het eerste gedeelte van de uitvoering. Het was prachtig om te zien hoe iedereen zo gegrepen werd door de muziek.”

Het orkest eindigde het concert zonder soliste en speelde de eerste symfonie van de Deense componist Niels Wilhelm Gade. Dit laatste stuk wordt gekenmerkt door zacht, mysterieus plukken van de strijkers, gevolgd door nadrukkelijke stoten van de blazers en mondde uit in een brede melodie die in volledige harmonie eindigde. En net zoals elke echte band sloot het orkest samen met het publiek de avond af met iets meer dan één rondje in het Erasmus Paviljoen.