De kwaliteit van masterscripties bij de faculteit Geesteswetenschappen van de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam is in vijftien jaar tijd flink gedaald. Dit blijkt uit onderzoek van Advalvas, het journalistieke medium van de VU.

Hebben critici van het huidige onderwijsbeleid gelijk als ze stellen dat de kwaliteit van het onderwijs achteruit is gegaan? Dat is de vraag die universiteitsmedium Advalvas wilde onderzoeken. Advalvas liet drie emeritus hoogleraren, niet aan de VU verbonden, ieder negen scripties beoordelen. Het gaat om scripties in de vakgebieden kunstgeschiedenis, geschiedenis en Engels.

Negen is geen negen meer

In totaal beoordeelden de drie hoogleraren 27 doctoraal- en masterscripties uit de periode 1998-2014 (in die periode is de bama-structuur ingevoerd en de studiedruk opgevoerd). Wat de hoogleraren niet wisten: al deze scripties waren beoordeeld met minimaal een 9.

Dat cijfer stond in schril contrast met de beoordelingen van de hoogleraren. Hun beoordelingen kwamen op hetzelfde neer: hoe recenter de scriptie, hoe lager het nieuwe cijfer. Het gemiddelde cijfer voor de negen scripties van na 2009 was slechts een 6,6.

'Intellect wordt niet volledig benut'

“De onderzochte scripties zijn van de mensen die de besten van hun generatie zijn. Dat kan betekenen dat we kwaliteiten van de meest beloftevolle intellecten niet meer volledig benutten,” geeft Lieven Decock, portefeuillehouder onderwijs bij Geesteswetenschappen als reactie op de onderzoeksresultaten.

Of dat ook gevolgen zal hebben, is nog maar de vraag, volgens Michel ter Hark, decaan van Geesteswetenschappen. “Er is een verschil in de becijfering door de emeriti en die van onze eigen docenten docenten indertijd. Wij zien dit echter als een pilot en niet als een groot onderzoek. Het is dan ook afwachten of en welke maatregelen er genomen moeten worden.”