Een tijdje geleden bezocht ik de Game Data Analysis-conferentie van de TU Delft. Ik heb zelf totaal geen behoefte om videogames te spelen. Als kind kon ik helemaal opgaan in De Sims, maar spectaculairder dan dat is het nooit geworden.

Toch kon ik deze kans niet laten lopen om die bijzondere mensen die ‘gamers’ worden genoemd, in hun natuurlijke leefomgeving te zien. Het was echt zeer verhelderend. Gamedesigners breken hun hersenen om een scenario te bedenken dat uitdagend genoeg is om de interesse van spelers te wekken, maar nooit zo ingewikkeld dat het ze stoort.

Gameanalisten doen hun uiterste best om ‘knelpunten’ op te sporen, oftewel momenten in de game die irritatie kunnen wekken en het bedrijf teleurgestelde spelers kan kosten. Dit legertje aan professionals probeert de doorsnee moderne westerse burger voor zich te winnen: gestrest, ongeduldig en op zoek naar directe voldoening.

Het moet op zijn manier of anders helemaal niet. Hij zal de ontwikkelaars betalen als ze in al zijn behoeften voorzien, maar bij de geringste frustratie laat hij de game vallen. Mensen gaan al binnen acht seconden door naar een ander spel als ze niet tevreden zijn met het laadscherm. De game is nog niet eens begonnen, maar het oordeel ligt al klaar.

Wat zou het fijn zijn als dit grillige gedrag beperkt zou blijven tot de virtuele wereld. Mensen spelen constant een spelletje met elkaar. Ze trekken aan de touwtjes en proberen uit te vogelen hoe ze kunnen krijgen wat ze willen.

De Canadese psychiater Eric Berne geeft in zijn boek Games People Play een overzicht van een groot aantal inventieve middelen die we allemaal gebruiken. ‘Kijk eens waartoe je me hebt gebracht’ is een van de meest wijdverspreide spelletjes waar we maar al te graag aan deelnemen.

Stel dat je een teamopdracht hebt. Je hebt moeite te communiceren met de groep, maar je besluit er helemaal ‘zen’ over te doen en het los te laten. Maar als je een laag cijfer krijgt, is je eerste reactie dat je boos bent op je teamleden. Ze hebben je ‘gedwongen’ om jouw normaliter feilloze werkhouding te laten schieten.

Je laat het van je af glijden en hoopt dat je de volgende keer meer geluk hebt. Je bent goed; je hebt alleen pech gehad. Het zou grappig zijn als het niet zo bedroevend was. Er valt veel te leren van de realiteit van mislukking en de dreigende mogelijkheid van afwijzing. We houden van spellen, zolang er maar een scenario is waaraan regels ten grondslag liggen. Maar hoe ga je om met