Op Woudestein draag je een pak of tenminste een blazer, terwijl een trui en een paar gympen voldoen op Hoboken. Is het stereotiepe beeld van collegezalen vol met bedrijfskundestudenten in pakken ergens op gebaseerd? Zijn geneeskundestudenten zo druk bezig met hun studie dat ze meestal make-uploos en met hun haar in een knot rondlopen?
Heren in pak op Woudestein?
Woudestein is groter en diverser, zowel qua studierichtingen als qua mode. Hier zie je het hele spectrum aan kleding en accessoires: van sportbroeken en gympen, inclusief meerdere grote sporttassen die je uiteraard over een en dezelfde schouder draagt, tot en met pakken en nette jurken. Overhemden en suède herenschoenen in beige tinten lijken tot de musthaves voor de heren te behoren. Binnen een kwartier kom je meerdere paren Clarksschoenen tegen van een en hetzelfde model, in verschillende kleuren.
Toch heerst er onder geneeskundestudenten een ander beeld van hun collega’s op Woudestein. “Daar lopen studenten en docenten chique rond, alsof ze ieder moment een pitch moeten houden of terecht moeten staan: altijd een overhemdje, jasje, dasje en schoenen met hakken, ongeacht het geslacht”, beweert geneeskundestudent Marijn Veerman. Zijn collega Machteld van Rooijen heeft wel een verklaring voor dit beeld: “Misschien wordt op Woudestein vaker van je verwacht dat je in pak loopt. En omdat er zoveel studenten zijn, valt de hele massa niet zo op, alleen de mensen die in pak lopen. Dan trek je snel de conclusie dat mensen zich daar netter kleden”.
Oude sneakers en nette pumps
De nette jurken met hoge hakken eronder vind je uiteraard sneller op Woudestein dan op Hoboken, maar spijkerbroeken met sportschoenen in felle kleuren kom je minstens net zo vaak tegen. Zomerse opvallende broeken met een print, lange prominente kettingen en opgestroopte boyfriendjeans kom je vaak tegen, zelfs met grijzig weer. Oude gympen met net niet goed schoongemaakte zwarte smurrie van het feest gisteravond zijn voor de oplettende observator ook te vinden op Woudestein.
Op Hoboken komen glitters en spijkerbroeken met grote gaten erin of blote knieën veel minder vaak voor. De grote opvallende accessoires die Woudestein rijk is, zijn hier minder vaak te vinden. “Geneeskundestudenten dragen minder sieraden omdat je die als arts niet mag in verband met de hygiëne”, legt Maria Knol uit die in haar derde jaar zit. “Over het algemeen zijn studenten op Woudestein meer bezig met wat er in de mode is, er lopen veel meer modepopjes rond dan bij Geneeskunde”, voegt ze toe. Daan van Dorst, die in hetzelfde jaar zit, is dit ook opgevallen.
Overeenkomsten
“Veel jongens dragen nette kleding, dus veel overhemden en polo’s met nette schoenen eronder, maar ook niet allemaal, terwijl ik geneeskundemeisjes meestal helemaal niet zo opvallend gekleed vind”, zegt Daan. “Waarschijnlijk hangt het samen met het imago: je moet er wel een beetje representatief uitzien, daarom heb je weinig types die er echt uitspringen bij Geneeskunde”, licht hij toe.
Korrein Volders, student Economie en Rechtsgeleerdheid, noemt ook pantalons, overhemden en eventueel een jasje als de standaardkleding bij zijn medestudenten. “Bij Economie zie je dezelfde nette schoenen als bij artsen, maar de kleding zal bij Geneeskunde wel verschillen per specialisme”, voegt hij toe. “Huisartsen dragen waarschijnlijk andere kleding dan chirurgen en internisten, die meer als de balletjes binnen de studie gelden, van wat ik gehoord heb.”
Modetrends per specialisme
Geneeskundestudente Maria Knol is het met hem eens: “Chirurgen zaten vroeger vaak bij het corps of bij een andere prominente studentenvereniging, dus meer pak en overhemd. Psychiaters en huisartsen zijn vaak alternatieve types, maar zij hoeven ook niet altijd een witte jas te dragen”. Mode lijkt echter minder belangrijk te zijn op deze faculteit. “In het Erasmus MC is er een consensus tussen gemak en netheid: als iets er goed uitziet en het het werk niet hindert, wordt het gedragen”, volgens haar collega Marijn. “Een lelijk of slechtzittend shirt kan tenslotte worden bedekt door een witte jas. Bovendien is er geen duur maatpak nodig voor het vertrouwen in de arts.”