De Erasmus Universiteit is koploper wat betreft tijdelijke contracten voor onderwijzend personeel. Zo blijkt uit cijfers van universiteitenvereniging VSNU. In de afgelopen tien jaar is het aantal tijdelijke contracten sterk toegenomen.

Maar liefst 45 procent van het personeel dat onderwijs geeft aan de Erasmus Universiteit (hoogleraren, universitair hoofddocenten, universitair docenten en overig wetenschappelijk personeel met een onderwijsaanstelling, exclusief promovendi) heeft een tijdelijke aanstelling. In het afgelopen decennium is het aantal tijdelijke contracten enorm gestegen, van 82 fte (17,7 procent) naar 348 fte (45,3 procent). In diezelfde periode groeide het aantal vaste contracten slechts van 381 naar 420 fte.

En dat terwijl er in de cao vorig jaar afspraken zijn gemaakt over het terugbrengen van het aantal tijdelijke contracten aan universiteiten tot 22 procent. Formeel voldoet de Erasmus Universiteit ook aan die afspraken, omdat ze gaan over tijdelijke contracten korter dan vier jaar. Contracten van langer dan vier jaar, bijvoorbeeld voor een tenure track, tellen niet mee voor die limiet van 22 procent.