In de rubriek De Voorzitter voelt EM elke maand een ander kopstuk van een studentenvereniging aan de tand. De eerste keer is dat Rik Bross van EFR.

Naam: Rik Bross

Leeftijd: 23

Studie: Economie & Bedrijfseconomie, vijfdejaars

Vereniging: Economic Faculty association Rotterdam (EFR), de studievereniging van Economie

Aantal leden: ongeveer 5300

Voorzitter sinds: 11 september 2015 (officieel)

Motto: ‘Ik wil tussen de groep staan om de anderen zo te ondersteunen’

Waarom wilde je voorzitter worden?

“Economie in Rotterdam is een fantastische studie, maar nogal theoretisch. Wil je ervaring opdoen, dan moet je daar zelf achteraan. Op stage gaan was ook lange tijd een optie, maar uiteindelijk heb ik voor de EFR gekozen. Het is een enorm bedrijf, en daar ben ik nu verantwoordelijk voor. Bovendien is het extra leuk dat ik nu met leeftijdsgenoten werk; en ik leer ontzettend veel. Nu al, terwijl ik pas begonnen ben.”

Niet getwijfeld of je het zou doen?

“Jawel. Ik ben maar kort actief geweest binnen de EFR. Daarnaast wist ik niet zeker of ik bepaalde dingen, zoals het vele netwerken, leuk zou vinden. Maar strategieën en beleid ontwikkelen, samenwerken en mensen motiveren, leek me zó leuk, dat ik uiteindelijk in mei heb gesolliciteerd.”

Maak je lange dagen?

“Bestuursleden zijn om een uur of negen ’s ochtends op kantoor. Eén dag in de week mag je later komen, rond elf uur. Meestal gaan we om een uur of zeven, acht ’s avonds naar huis. De meeste weekenden zijn we ook in de weer.”

Zorg je wel goed voor jezelf?

“Haha, jazeker, want het fenomeen ‘bestuurderskilo’s’ is een begrip in onze kringen. Dus geregeld sporten, en proberen gezond te eten.”

Wat doe je zoal als EFR-voorzitter?

“Mijn taak bestaat uit een heleboel kleine dingen. Ik zit vergaderingen voor, houd praatjes op openingen en evenementen – ik ben nu eenmaal, samen met de vicevoorzitter, het gezicht van de vereniging – maar uiteindelijk is mijn belangrijkste taak om constant het overzicht te bewaren: weten wat er speelt, zowel op professioneel als op persoonlijk vlak, zodat je snel beslissingen kunt nemen.”

Wat zijn je sterke punten?

“Ik denk het motiveren en bijeenhouden van het team. Dat vind ik ook de leukste uitdaging van het voorzitterschap; dat je zorgt dat mensen hard werken, maar niet té hard – aanduwen en op de rem trappen, zeg maar. Mensen zien je vooral als je als voorzitter naar buiten treedt, maar dat vind ik uiteindelijk toch minder interessant.”

Heb je je nog speciaal voorbereid op de functie?

“Ik heb eraan zitten denken om een cursus Engels te gaan doen, ik had twijfels over mijn niveau. Maar dat viel mee; bovendien geef je meestal presentaties aan eerstejaars die Engels ook niet als geboortetaal hebben…”

Wat is volgens jou de ideale voorzitter?

“Er is niet één soort voorzitter. Je moet vooral zo dicht mogelijk bij jezelf blijven. Zelf ontdekken hoe je de tent wilt gaan leiden. Zolang iedereen binnen de vereniging dan zijn taak doet, is het goed.”

Wat wil je dat men over een jaar van jou als voorzitter zegt?

“Ik vind vooral het oordeel van mijn zeven medebestuursleden belangrijk. Als ik de club bij elkaar gehouden heb, zij zich gewaardeerd hebben gevoeld, en mij een goede voorzitter vonden, dan ben ik tevreden. En hopelijk staan we dan over tien jaar gezellig te borrelen op elkaars trouwfeestjes.”