Een derde van de buitenlandse promovendi woont na tien jaar nog in Nederland, schat het Centraal Planbureau. Technici vaker dan andere wetenschappers.

Meer dan een schatting is het niet, waarschuwt het CPB, maar het denkt dat 32 procent van de buitenlandse promovendi na tien jaar nog in Nederland woont. Sommige groepen blijken minder reislustig dan andere: vrouwen, maar ook technici en wetenschappers uit minder rijke landen zijn relatief honkvast.

Vooral Oost-Europeanen en Aziaten blijven vaak in Nederland. Noord-Amerikanen vertrekken bijna allemaal weer.

Terug naar huis

Ongeveer de helft van de buitenlandse gepromoveerden die Nederland verlaten, gaat terug naar huis. De andere helft vertrekt vooral naar Duitsland, de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. Nederlandse gepromoveerden die vertrekken hebben vergelijkbare voorkeuren, maar dan in een iets andere volgorde.

Het aantal buitenlandse promovendi aan Nederlandse universiteiten is de afgelopen jaren flink gegroeid. Goed nieuws vindt het kabinet, want internationalisering is belangrijk voor de kwaliteit van het hoger onderwijs. Maar, uiteindelijk is het wel de bedoeling dat hun dure opleidingen de Nederlandse economie vooruit helpen. Al wat het alleen maar door de belastinginkomsten.

Het CPB heeft alleen gegevens kunnen gebruiken van promovendi die in dienst waren bij een Nederlandse universiteit. Dat is ongeveer de helft van het totaal aantal promovendi. Cijfers over promovendi van universitair medische centra en van promovendi die elders in dienst zijn, ontbreken in dit onderzoek.